-
121 ball game
-
122 ball
n. bal; bal (dansfeest)--------v. tot bal vormen; tot een bal maken; klonteren; deelnemen aan geslachtsgemeenschapball1[ bo:l]2 bol ⇒ bolvormig voorwerp, bal3 prop ⇒ kluwen, bol5 kogel♦voorbeelden:set/start the ball rolling • de zaak aan het rollen brengenballs! • gelul!¶ on the ball • wakker, op zijn hoedebe (right) on the ball • op de hoogte/ad rem zijn♦voorbeelden:————————ball2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:→ balls up balls up/ -
123 bang
adv. klap, dreun; met lawaai--------interj. boem!--------n. slag; geluid van een explosie; harde slag, dreun; verdovend middel, hennep--------v. slaan, treffen; voortdurend lawaai maken; opzettelijk lawaai maken; een speciale haardracht ("pony") maken waarbij het voorhoofd zichtbaarder wordt; (Agressieve Slang) deelnemen aan geslachtsgemeenschap, een paar vormenbang1[ bæng] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 klap ⇒ dreun, slag2 knal ⇒ ontploffing, schot3 plotselinge inspanning/energie♦voorbeelden:3 start off with a bang • hard aan het werk gaan/van stapel lopen————————bang2♦voorbeelden:bang into someone • iemand toevallig ontmoeten→ bang away bang away/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stoten ⇒ bonzen, botsen2 dichtgooien/smijten♦voorbeelden:→ bang out bang out/————————bang3〈 bijwoord〉1 precies ⇒ pats, vlak2 plof ⇒ boem, paf♦voorbeelden:〈 informeel〉 bang on • precies goed/raakbang on time • precies op tijdbang went another million • nog een miljoen naar de maancome bang up against (something) • stuiten op (iets)————————bang41 boem! ⇒ pats!, pang! -
124 bargain
n. zaak; overeenkomst; "koopje"--------v. afdingen; tot een overeenstemming komenbargain1[ ba:gin] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 afspraak ⇒ akkoord; transactie2 koopje♦voorbeelden:it's/that's a bargain! • akkoord!————————bargain2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bedingen♦voorbeelden: -
125 base
adj. laag, verachtelijk--------n. basis; grondslag; grondvlak--------v. baserenbase1[ bees] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:the base of the triangle • de basis van de driehoekcatch someone off base • iemand overvallen/onverwacht treffen————————base2〈bijvoeglijk naamwoord; baser; baseness〉1 laag ⇒ minderwaardig, verachtelijk♦voorbeelden:1 a base action • een laffe/gemene daad————————base3〈 werkwoord〉2 vestigen♦voorbeelden:1 computer-based accountancy • geautomatiseerde/gecomputeriseerde boekhoudingbase oneself on • uitgaan vanbased (up)on mere gossip • slechts op roddel berustend -
126 bike
-
127 bowl
n. schaal; amphitheater; bal (bij bowling)--------v. bowlen; bal gooienbowl1[ bool] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kom ⇒ schaal, bekken————————bowl2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:→ bowl over bowl over/ -
128 brother
Страницы
См. также в других словарях:
Brouwerij De Molen — Industry Alcoholic beverage Founded 2004 Headquarters Bodegraven, Netherlands … Wikipedia