Перевод: со всех языков на все языки

со всех языков на все языки

afbakenen

Толкование Перевод

1 afbakenen

afbakenen

1 délimiter

♦voorbeelden:

1 de leerstof afbakenen • délimiter la matière (à apprendre)

〈 figuurlijk〉 iemands macht afbakenen • restreindre le pouvoir de qn.

Deens-Russisch woordenboek > afbakenen
2 afbakenen

afbakenen

1 mark out ⇒ stake out 〈 perceel〉, define 〈 grens〉, demarcate 〈 gebied, taak〉, mark off 〈 met scheidslijn〉

♦voorbeelden:

1   een stuk land afbakenen • mark/stake out a piece of land

     〈 figuurlijk〉 iemands macht afbakenen • circumscribe someone's powers

     duidelijk afgebakend • 〈 ook〉 clear-cut 〈 plan, taak〉

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > afbakenen
3 afbakenen

размежевать; ставить, поставить межевые знаки; отгородить; отграничить; обозначить буями (бакенами); размежёвывать; ставить межевые знаки; указывать границы; отгораживать; ограждать; обозначать буями; обозначать вехами; обозначать бакенами
* * *
гл.
1) общ. размежёвывать, отгораживать, ставить межевые знаки, указывать границы

2) зоол. метить (территорию)

3) мор. ограждать, обозначать бакенами (фарватер), обозначать буями (фарватер), обозначать вехами (фарватер)

Dutch-russian dictionary > afbakenen
4 afbakenen

v. mark out, define, demarcate, peg out; locate, trace; lay off

Holandés-inglés dicionario > afbakenen
5 afbakenen

1) spana

2) aning

3) märke

4) spår

5) spåra

Nederlands-Zweeds woordenboek > afbakenen
6 afbakenen

beacon

Deutsch-Englisch-Wasserbau > afbakenen
7 de leerstof afbakenen

de leerstof afbakenen

délimiter la matière (à apprendre)

Deens-Russisch woordenboek > de leerstof afbakenen
8 iemands macht afbakenen

iemands macht afbakenen

restreindre le pouvoir de qn.

Deens-Russisch woordenboek > iemands macht afbakenen
9 een stuk land afbakenen

een stuk land afbakenen

mark/stake out a piece of land

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een stuk land afbakenen
10 iemands macht afbakenen

iemands macht afbakenen

circumscribe someone's powers

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemands macht afbakenen
11 spåra

afbakenen

Kompakt Svensk-Nederländska ordbok > spåra
12 peg out

afbakenen; de was ophangen; sterven

peg out

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉〈 informeel〉

1 zijn laatste adem uitblazen ⇒ het hoekje omgaan

♦voorbeelden:

1 to feel pegged out • nog nauwelijks op zijn benen kunnen staan

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 afpalen ⇒ afbakenen

♦voorbeelden:

1 peg out a claim • (een stuk land) afbakenen

English-Dutch dictionary > peg out
13 mark out

afbakenen, afperken, markeren, aanduiden; uitkiezen, bestemmen

mark out

1 afbakenen ⇒ markeren

2 uitkiezen ⇒ bestemmen

♦voorbeelden:

2 marked out as a candidate for promotion • uitgekozen als promotiekandidaat

English-Dutch dictionary > mark out
14 delimit

v. afbakenen

delimit

[ dillimmit], delimitate [ dillimmitteet] 〈zelfstandig naamwoord: delimitation〉

1 afbakenen ⇒ begrenzen

English-Dutch dictionary > delimit
15 demarcate

v. afbakenen, begrenzen

demarcate

[ die:ma:keet] 〈zelfstandig naamwoord: demarcation〉

1 afbakenen ⇒ begrenzen, demarqueren

English-Dutch dictionary > demarcate
16 mark off

afmerken, afbakenen; onderscheiden

mark off

1 afmerken ⇒ afbakenen, aangeven

English-Dutch dictionary > mark off
17 stake

n. staak, paal; brandstapel; inzet, belang; prijzengeld; op het spel staan
--------
v. vastbinden aan een staak, stutten; afpalen, afbakenen; aanspraak maken op; verwedden, inzetten

stake¹

[ steek] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 staak ⇒ paal

2 brandstapel

3 inzet ⇒ 〈 figuurlijk〉 belang, interesse

4 〈 meervoud〉 (wedstrijd met) prijzengeld ⇒ paardenrennen

♦voorbeelden:

2   go to the stake • op de brandstapel sterven; 〈 figuurlijk〉 de zure vruchten plukken (van een onverstandig besluit)

3   have a stake in something • zakelijk belang hebben/betrokken zijn bij iets

     lose one's stake • zijn inzet/de weddenschap verliezen

¶ pull up stakes • zijn biezen pakken

     be at stake • op het spel staan

     the issue at stake • waar het om gaat

————————

stake²

〈 werkwoord〉

1 vastbinden aan een staak ⇒ stutten

2 〈+off/out〉 afpalen 〈 land bijvoorbeeld〉 ⇒ afbakenen

3 spietsen

4 〈+on〉 verwedden (om) ⇒ inzetten (op); 〈 figuurlijk〉 op het spel zetten

♦voorbeelden:

2   stake out a claim • aanspraak maken op

4   I'd stake my life on it • ik durf er mijn hoofd om te verwedden

¶ 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 stake out • posten bij, in de gaten houden 〈 bijvoorbeeld (huis van) misdadiger〉

English-Dutch dictionary > stake
18 tracer

tracer [traasee]

〈 werkwoord〉

1 schetsen ⇒ tekenen ⇒ 〈 lijnen〉 trekken

2 traceren ⇒ afbakenen

3 beschrijven ⇒ aangeven, schilderen

♦voorbeelden:

1 tracer la voie • de weg uitstippelen

3 〈 figuurlijk〉 tracer le chemin, tracer la voie à qn. • iemand de weg aangeven, het voorbeeld geven

tracer un tableau sommaire • een kort overzicht geven

v

1) traceren, afbakenen

2) tekenen

3) trekken [lijn]

4) beschrijven

5) uitstippelen

Dictionnaire français-néerlandais > tracer
19 метить

v
1) gener. rooien, letteren (бельё), markeren, merken, ramen, tekenen

2) zool. afbakenen (территорию)

3) liter. (iets, iem.) in het vizier hebben (во что-л., в кого-л.)

Russisch-Nederlands Universal Dictionary > метить
20 обозначать бакенами

v
1) gener. betonnen

2) navy. afbakenen (фарватер)

Russisch-Nederlands Universal Dictionary > обозначать бакенами

Страницы

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на все языки

afbakenen

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на все языки

afbakenen

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: