-
1 aansporen
♦voorbeelden:1 iemand tot iets aansporen • urge someone to (do) something; 〈 iets verkeerds〉 goad/egg someone into (doing) somethingiemand aansporen tot grotere inspanning • incite someone to greater efforts -
2 aansporen
v. spur on, encourage, urge, prod -
3 iemand aansporen tot grotere inspanning
iemand aansporen tot grotere inspanningVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand aansporen tot grotere inspanning
-
4 iemand tot iets aansporen
iemand tot iets aansporenurge someone to (do) something; 〈 iets verkeerds〉 goad/egg someone into (doing) somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand tot iets aansporen
-
5 aandringen
1 [aansporen] urge2 [met klem trachten gedaan te krijgen] insist♦voorbeelden:1 niet verder aandringen • not press the point, not insistbij iemand op hulp aandringen • urge someone to helpop aandringen van • at the insistence/the urgent request ofaandringen op iets • insist on something -
6 aanjagen
-
7 aanmanen
-
8 aanzetten
1 [vastmaken] put on ⇒ sew/stitch on4 [meer nadruk geven] accentuate♦voorbeelden:1 een mouw aanzetten • sew on/set in a sleeveiemand tot daden aanzetten • incite someone to actioniemand tot diefstal aanzetten • incite someone to steal♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 (een toon) aanzetten • start/produce a tone/note -
9 manen
manen1〈 meervoud〉1 mane————————manen22 [aansporen] urge♦voorbeelden:iemand tot kalmte manen • admonish someone to be calmdit maant (ons) tot voorzichtigheid • this should be a warning to us (to proceed cautiously) -
10 oproepen
2 [aansporen] call on, incite3 [om contact verzoeken] call (up)♦voorbeelden:opgeroepen voor militaire dienst • conscripted/drafted into military service2 de bevolking oproepen tot verzet • call on/incite the population to resist4 beelden/herinneringen oproepen • call up/evoke images/memories5 dat bericht roept enige vragen bij mij op • that piece of news raises several questions in my mind -
11 opwarmen
-
12 opwekken
2 [doen ontstaan] arouse ⇒ excite 〈 belangstelling, gevoelens〉, stir 〈 belangstelling, gevoelens〉, rouse 〈 belangstelling, gevoelens〉, spark off 〈 rellen, enthousiasme〉, raise 〈 twijfel, hoop〉4 [weer levend maken] revive♦voorbeelden:de eetlust (van iemand) opwekken • whet (someone's) appetitewoede opwekken • provoke anger/rage -
13 porren
-
14 prikkelen
♦voorbeelden:hij raakte enigszins geprikkeld • he became rather irritatediemand tot het uiterste prikkelen • provoke someone to the utmostiemand prikkelen tot harder werken • encourage someone to work harder♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Пенджабский
- Русский
- Турецкий
- Французский
- Шведский