-
1 unplug
past tense, past participle - unplugged; verb1) (to take the plug out of.) ta ut proppen/pluggen2) (to disconnect from the electricity supply: He unplugged the television.) kople fra, ta ut støpseletverb \/ˌʌnˈplʌɡ\/1) dra proppen ut av2) koble fra, trekke ut kontakten til -
2 bundle
n. bundel; organisatie--------v. samenbinden; bundelenbundle1[ bundl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bundel ⇒ bos; pak(ket); zenuw/spier/vezelbundel♦voorbeelden:1 bundle of joy • wolk van een kind, honneponhe's a bundle of nerves • hij is één bonk zenuwen————————bundle2〈 werkwoord〉1 bundelen ⇒ samenbinden/pakken/vouwen2 proppen ⇒ (weg)stouwen/stoppen, induwen/proppen♦voorbeelden:2 the terrorists bundled the banker into a car and drove away • de terroristen werkten de bankier hals over kop een auto in en reden weg -
3 stuff
n. materiaal, dingen, voorwerpen (onbepaald), weefsel, onzin--------v. (op)vullen, volproppenstuff1[ stuf] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 materiaal ⇒ (grond)stof, elementen2 kern ⇒ (het) wezen(lijke), essentie3 spul ⇒ goed(je), waar♦voorbeelden:1 we must first know what stuff she's made off • we moeten eerst weten uit welk hout zij gesneden isshe has the stuff of an actrice in her • er zit een actrice in haarbe of the stuff that • van het soort/slag zijn datsweet stuff • zoetigheiddo you call this stuff coffee? • noem jij dit goedje koffie?4 throw that stuff away! • gooi die rommel/vuiligheid weg!¶ stuff and nonsense! • kletskoek, kklare onzin!know one's stuff • zijn vak verstaan〈 informeel〉 that's the stuff! • (dat is) je ware!, zo mag ik 't horen————————stuff2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)vullen ⇒ volproppen/stoppen2 (dicht/vol)stoppen ⇒ toeproppen3 proppen ⇒ stoppen, steken, duwen4 opzetten♦voorbeelden:stuff someone • iemand volproppenstuff full • volproppenmy mind is stuffed with facts • mijn hersenpan zit vol (met) feitenstuff (up) a hole • een gat stoppenstuffed nose • verstopte neusmy nose is completely stuffed up • mijn neus is helemaal verstopt3 stuff something in(to) • iets proppen/stoppen/duwen/steken instuffed turkey • gefarceerde kalkoen -
4 unplug
v. dra ur sladden; dra ut proppen* * *past tense, past participle - unplugged; verb1) (to take the plug out of.) dra ur proppen ur2) (to disconnect from the electricity supply: He unplugged the television.) dra ur sladden ur -
5 bung
-
6 come up
opkomen, naar boven komencome up1 opkomen ⇒ (naar) boven komen, opdoemen2 uitkomen ⇒ opschieten, kiemen4 gebeuren ⇒ voorkomen, zich voordoen8 voorkomen 〈 van rechtszaak〉10 〈 Brits-Engels〉 aan de universiteit komen ⇒ gaan studeren, student worden, eerstejaars zijn 〈 voornamelijk Oxford, Cambridge〉♦voorbeelden:come up in the world • vooruitkomen in de wereld9 I hope my number will come up this time • ik hoop dat mijn nummer deze keer wint/uitkomtcome up against • in conflict komen metour holiday didn't come up to our expectations • onze vakantie viel tegen〈 informeel〉 you'll have to come up with a better answer • je zult met een beter antwoord op de proppen moeten komen -
7 cram
v. persen, drukken; vetmesten; vetgemest wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (vol)proppen ⇒ aanstampen, (vol)stouwen♦voorbeelden: -
8 crowd
n. menigte, massa; groep; vriendenkring; hoop, stapel--------v. vullen; volproppen; dringencrowd1[ kraud]2 (wanordelijke) bende ⇒ pan, troep♦voorbeelden:II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉♦voorbeelden:¶ follow/move with/go with the crowd • in de pas lopen, zich conformeren aan de massaraise oneself/rise above the crowd • boven de massa uitstijgen————————crowd21 samendrommen ⇒ elkaar/zich verdringen♦voorbeelden:1 people crowded in/round • mensen dromden samen/verdrongen elkaarcrowd (all) together • (allemaal) op een kluitje gaan staanII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 proppen ⇒ persen, (dicht) op/tegen elkaar drukken♦voorbeelden:¶ crowd out • buitensluiten, verdringen -
9 hustle
n. gejacht, activiteit--------v. jachten, drijven; dringen; hoererenhustle1[ husl] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉1 gedrang ⇒ bedrijvigheid, drukte♦voorbeelden:1 hustle and bustle • drukte, bedrijvigheid————————hustle22 zich haasten ⇒ hard werken, druk in de weer zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 proppen ⇒ (op)jagen, duwen♦voorbeelden: -
10 jam
n. jam; file, verkeersopstopping--------v. vast (blijven) zitten, blokkeren, vastraken; dringen; jammen; vastzetten, klemmen. knellenjam1[ dzjæm]1 opstopping ⇒ gedrang; blokkering, stremming3 〈 verkorting〉[jam session]♦voorbeelden:2 be in/get into a jam • in de nesten/knoei zitten/raken1 jam♦voorbeelden:————————jam2〈 jammed〉1 vast (blijven) zitten ⇒ klemmen, blokkeren, vast raken2 dringen♦voorbeelden:the machine jammed • de machine liep vastII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vast zetten ⇒ klemmen, knellen; zeevast zetten2 (met kracht) drijven ⇒ dringen, duwen4 blokkeren ⇒ verstoppen, versperren♦voorbeelden:he jammed his spurs into the horse's flanks • hij gaf het paard de sporenthe typewriter keys jam • de schrijfmachinetoetsen blokkeren -
11 ram
n. RAM, het werkgeheugen, het centrale geheugen van de computer--------radarabsorberend middel (middel dat radar omzet in kleine elektromagneetvelden)RAM (Radar Absorbent Material)ram1[ ræm] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 stormram3 ramschip————————ram2〈werkwoord; rammed〉2 heien5 rammen ⇒ bonken, beuken, botsen op -
12 shovel food into one's mouth
-
13 shovel
n. schep; schop--------v. scheppenshovel1[ sjuvl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schop ⇒ spade, schep4 schepvol————————shovel2〈werkwoord; Brits-Engels shovelled〉1 (op)scheppen ⇒ schuiven, opruimen (met een schep)♦voorbeelden:shovel a path through the snow • een pad graven door de sneeuw -
14 stuff something in(to)
stuff something in(to)iets proppen/stoppen/duwen/steken in -
15 wad
n. wad (bestand toegevoegd aan computerspelletjes en bevat informatie over mogelijkheden van het spel, verschillende peilen, doelen, grafische ontwerp, enz.)wad1[ wod] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————wad2〈werkwoord; wadded〉 -
16 wedge
n. wig; hoek, punt (v. taart)--------v. vastklemmen, vastzetten; een wig slaan; indringen, -duwen, -schuivenwedge1[ wedzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 wigvorm♦voorbeelden:→ thin thin/————————wedge2〈 werkwoord〉2 duwen ⇒ dringen, proppen♦voorbeelden:we were wedged (in) between the police and the rioters • we zaten ingeklemd tussen de politie en de relschoppers -
17 you'll have to come up with a better answer
you'll have to come up with a better answerEnglish-Dutch dictionary > you'll have to come up with a better answer
-
18 unstop
v. öppna, ta proppen ur* * *past tense, past participle - unstopped; verb(to remove a blockage from (eg a drain): The plumber has unstopped the pipe.) rensa
См. также в других словарях:
Proppen — (English: The Plug ) is a small islet in the sound ( Sluket or The Gully ) between Langåra and Rullesteinøya in Tiholmane, part of Tusenøyane, an archipelago south of Edgeøya. References* Norwegian Polar Institute… … Wikipedia
Proppen — (Pfropfen), keilförmige Hölzer, theils um die Mündungen der Kanonen, theils um in Seegefechten die durch die feindlichen Kugeln entstandenen Löcher damit zu verstopfen, indem man sie mit Werg umwickelt, mit Theer beschmiert u. mit einem Hammer… … Pierer's Universal-Lexikon
Proppen — Sm per. Wortschatz ndd. (20. Jh.) Hybridbildung. Niederdeutsche Form von Pfropfen. Das Adjektiv proppenvoll bedeutet wie obd. gepfropft voll eigentlich vollgestopft und geht auf die Grundbedeutung Stöpsel zurück. Ebenso nndl. prop, nschw.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Proppen — Pfropfen, daneben auch Pfropf: Das seit dem Anfang des 18. Jh.s gebräuchliche Wort ist eine verhochdeutschte Form von niederd. propp‹en›, mnd. prop‹pe› »Stöpsel, Kork« (vgl. niederl. prop »Pfropfen«). Das Wort geht wahrscheinlich von einer… … Das Herkunftswörterbuch
Proppen — Korken; Propfen; Stopfen; Stöpsel * * * Prọp|pen 〈m. 4; nddt.〉 1. = Pfropfen 2. ein kleiner Proppen 〈fig.; umg.〉 kleiner Kerl, kleiner Junge, Bürschchen, Knirps * * * Prọp|pen, der; s, [niederd. Form von ↑ … Universal-Lexikon
Proppen — Propfen. Wer »uff’n Proppen sitzt«, ist in Verlegenheit … Berlinerische Deutsch Wörterbuch
Proppen — Prọp|pen, der; s, (norddeutsch für Pfropfen) … Die deutsche Rechtschreibung
Göta kanal eller Vem drog ur proppen? — Infobox Film name = Göta kanal eller Vem drog ur proppen? image size = caption = director = Hans Iveberg producer = Göran Lindström writer = Hans Iveberg narrator = starring = se below music = Björn Isfält cinematography = Petter Davidson (as… … Wikipedia
Korken — Proppen; Propfen; Stopfen; Stöpsel * * * Kor|ken [ kɔrkn̩], der; s, : Verschluss aus Kork (oder Plastik) für Flaschen: den Korken der Sektflasche knallen lassen. Syn.: ↑ Kork (landsch.), ↑ Pfropfen, ↑ … Universal-Lexikon
Propfen — Proppen; Korken; Stopfen; Stöpsel … Universal-Lexikon
Stopfen — Proppen; Korken; Propfen; Stöpsel * * * stop|fen [ ʃtɔpf̮n̩]: 1. <tr.; hat etwas [ohne besondere Sorgfalt] schiebend in etwas hineinstecken und darin verschwinden lassen, bis nichts mehr hineingeht: die Kleider in den Koffer stopfen; er… … Universal-Lexikon