-
1 everyone
-
2 everyone is proud of the work they do themselves
English-Dutch dictionary > everyone is proud of the work they do themselves
-
3 everyone must carve out his own fortune
English-Dutch dictionary > everyone must carve out his own fortune
-
4 everyone to his taste
-
5 everyone went inside
-
6 everyone is satisfied
iedereen is tevreden -
7 he carried the news to everyone in the family
hij ging de hele familie af/rond met het nieuwtjeEnglish-Dutch dictionary > he carried the news to everyone in the family
-
8 his friendliness endeared him to everyone
his friendliness endeared him to everyoneEnglish-Dutch dictionary > his friendliness endeared him to everyone
-
9 known to everyone as
known to everyone as -
10 Hello Everyone
hallo allemaal -
11 for everyone
voor iedereen -
12 carry
n. positie van geschouderd geweer; vervoer van boten over land; dragen--------v. dragen; vervoeren; voeren; verder gaancarry1[ kærie] 〈meervoud: carries〉————————carry2〈 carried〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vervoeren ⇒ transporteren, (over)brengen; (mee)dragen, steunen; (met zich) (mee)voeren, bij zich hebben; afvoeren; 〈 natuurkunde〉 (ge)leiden; (binnen)halen 〈oogst e.d.〉; drijven; door/optrekken2 zwanger/in verwachting zijn van3 veroveren ⇒ in de wacht/uit het vuur slepen, voor zich winnen5 (als artikel) voeren ⇒ in het assortiment hebben, verkopen♦voorbeelden:my brother carries the whole department • de hele afdeling draait op mijn broersuch a crime carries a severe punishment • op zo'n misdaad staat een strenge strafdiseases carried by insects • ziekten door insecten overgebrachtcarry to excess • te ver doordrijvencarry a motion • een motie steunenthis field carries wheat • op deze akker staat tarwe〈 informeel〉 the firm will carry you until your illness is over • de zaak springt bij tot je weer beter bentthe loan carries an interest • de lening is rentedragendhe carried the news to everyone in the family • hij ging de hele familie af/rond met het nieuwtjethese pipes will carry the oil • de olie zal via deze pijpleidingen getransporteerd wordencarry new pipes under a street • nieuwe buizen onder een straat leggenpower carries responsibility • macht verplicht tot verantwoordelijkheidwrite 3 and carry 2 • 3 opschrijven, 2 onthoudencopper wires carry electric current • elektrische stroom loopt door koperen dradenJoan carries herself like a model • Joan gedraagt zich als een mannequinyou don't have to carry that umbrella about all the time • je hoeft niet voortdurend die paraplu mee te slepenthe building will be carried up to 10 floors • het gebouw wordt opgetrokken tot 10 verdiepingencarry into effect • ten uitvoer brengen3 the government carried the country • de regering had de steun van het land/volkcarry one's motion/bill • zijn motie/wetsontwerp erdoor krijgenthe soldiers carried the enemy's position • de soldaten namen de vijandelijke stelling stormenderhand inhe carried his audience with him • hij nam het publiek (sterk) voor zich in6 this field can carry up to 25 sheep • op dit land kunnen hoogstens 25 schapen grazen/weidenthe report carried several suggestions • het rapport bevatte diverse suggestieshe can't carry a tune • hij kan geen wijs houdenhe can't carry more than a few drinks • hij kan maar een paar borrels hebbencarry too far • overdrijven→ carry along carry along/, carry away carry away/, carry back carry back/, carry forward carry forward/, carry off carry off/, carry on carry on/, carry out carry out/, carry over carry over/, carry through carry through/ -
13 carve out
carve out1 uitsnijden ⇒ afsnijden, (uit)houwen♦voorbeelden:he carved out a name for himself • hij heeft zich met veel moeite een naam opgebouwd -
14 endear
v. geliefd maken; aardig vinden[ indiə]♦voorbeelden:1 his friendliness endeared him to everyone • met zijn vriendelijkheid nam hij iedereen voor zich in -
15 everybody
pron. iedereen1 iedereen♦voorbeelden:sweets for everybody in the class • snoepjes voor de hele klas -
16 except
conj. behalve--------prep. behalve, uitgezonderd--------v. uitzonderenexcept11 uitzonderen ⇒ uitsluiten, buiten beschouwing laten♦voorbeelden:1 everyone, my father excepted, felt tired • iedereen, behalve mijn vader, voelde zich vermoeidhe was excepted from the general pardon • hij werd van de amnestie uitgesloten————————except21 behalve ⇒ uitgezonderd, tenzij, op … na♦voorbeelden:she did everything except clean windows • ze deed alles behalve ramen lappenall income, not excepting gifts, must be declared • alle inkomsten, inclusief geschenken, moeten aangegeven wordenexcept for Sheila • behalve Sheila————————except31 ware het niet dat ⇒ maar, echter, alleen♦voorbeelden:1 I'd buy it for you except I have no money • ik zou het voor je willen kopen, maar/alleen ik heb geen geld -
17 for
gezichtsveld (van camera of van doelzoekende kop van raket)for1[ fo:] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉♦voorbeelden:————————for21 〈doel of reden; ook figuurlijk〉 voor ⇒ om, met het oog op, omwille van, wegens, bedoeld om, ten behoeve van2 voor ⇒ wat betreft, gezien, in verhouding met4 in de plaats van ⇒ tegenover, in ruil voor8 〈leidt een bijzin met onbepaalde wijs met to in die een subjunctieve betekenis heeft〉dat/als … zou … ⇒ dat … moet …♦voorbeelden:send for the boy • stuur iemand om de jongen (te halen)medicine for a fever • medicijnen tegen de koortslong for home • verlangen naar huiswrite for information • schrijven om informatiedo it for Jill • doe het omwille van Jill, doe het voor Jillshe detested him for the liar he was • ze verafschuwde hem omdat hij zo'n leugenaar wasbe hungry for love • snakken naar liefdeset out for Paris • vertrekken met bestemming Parijsfor God's sake! • om godswil!thank you for coming • bedankt dat je gekomen bentnow for it • en nu erop losyou're for it! • er zwaait wat voor je!what for • waaromgood for John • goed voor John zijn doenan ear for music • een muzikaal gehoorit's not for me to • het is niet aan mij om teso much for that • dat is datfor one, we have no money • om te beginnen hebben we geen geldfor one thing we cannot, for another we will not • ten eerste kunnen we niet en ten tweede willen we nietI for one will not do it • ik zal het in elk geval niet doenJohn, for one, objects • John bijvoorbeeld heeft bezwarenfor all that • toch〈 om een bijzin in te leiden〉 for all (that) • niettegenstaande (dat), alhoewelfor all I care • voor mijn partthere's a car for you • daar heb je nu nog eens een autofor once • voor een keerfor the last time, stop it • dit is de laatste keer (dat ik het vraag), hou ermee opthe better for us • des te beter voor onsI am for leaving • ik stel voor te vertrekkenfor and against • voor en tegenpass for a lady • doorgaan voor een damedolls for presents • poppen als geschenkleft for dead • als dood achterlaten6 nicknamed ‘shiny’ for his baldness • bijgenaamd ‘shiny’ om zijn kaalheida cheque for £50 • een cheque ter waarde van £50push for all you are worth • duw uit alle machtit was not for long • het duurde niet lang8 for her to go to Germany would mean that … • als zij naar Duitsland zou gaan, zou dat inhouden dat …for her to leave us is impossible • het is onmogelijk dat zij ons zou verlatenfor this to work it is necessary to • wil dit lukken, dan is het nodig te¶ anyone for coffee? • wil er iemand koffie?now for the story • en nu het verhaalgood for John! • goed zo, John!————————for31 want ⇒ daar, aangezien♦voorbeelden: -
18 inside
adj. van binnen, innerlijk--------adv. binnen; naar binnen; in; in huis; in gevangenis (spreektaal)--------n. binnenkant; binnenste gedeelte; ingewanden(spreektaal)--------prep. in, binneninside1[ insajd] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————inside2♦voorbeelden:————————inside3〈 bijwoord〉2 〈 slang〉in/naar de bak/gevangenis♦voorbeelden:turn something inside out • iets binnenstebuiten keren————————inside4〈 voorzetsel〉♦voorbeelden: -
19 known
adj. bekend; erkend[ noon]1 bekend ⇒ algemeen beschouwd, erkend♦voorbeelden:¶ make it known that • verklaren/laten weten datmake oneself known to • zich voorstellen aan -
20 taste
n. smaak; proefje; wijsheid--------v. smaken; proeventaste1[ teest]1 kleine hoeveelheid ⇒ hapje, slokje; beetje, tikkeltje♦voorbeelden:1 have a taste of this cake/wine • neem eens een hapje/slokje van deze cake/wijnit is a taste better than before • het is een tikkeltje beter dan voorheen2 smaak ⇒ voorkeur, genoegen♦voorbeelden:1 leave a bad/nasty/unpleasant taste in the mouth • een bittere/onaangename nasmaak hebben 〈 ook figuurlijk〉everyone to his taste • ieder zijn meughave (a) taste for music • genoegen scheppen in muziekadd sugar to taste • suiker toevoegen naar smaak♦voorbeelden:1 that is good/bad taste • dat getuigt van goede/slechte smaakthe remark was in bad taste • de opmerking getuigde van slechte smaaksweet to the taste • zoet van smaak————————taste21 smaken♦voorbeelden:the pudding tasted of garlic • de pudding smaakte naar knoflookII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Everyone — Saltar a navegación, búsqueda «Everyone» Canción de Van Morrison Álbum Moondance Publicación Febrero de 1970 … Wikipedia Español
everyone — as an indefinite pronoun meaning the same as everybody, is now regularly spelt as one word. This convention is surprisingly recent (20c); the OED (in 1894) preferred every one (two words), while Fowler (1926) presented a spirited argument in… … Modern English usage
Everyone's at It — Saltar a navegación, búsqueda Everyone s At It (en español: Todos están en eso) es la primera canción del segundo álbum de estudio de la cantante inglesa Lily Allen, It s Not Me, It s You. Originalmente el primer sencillo iba a ser Everyone s at… … Wikipedia Español
Everyone — Ev er*y*one , n. [OE. everychon.] Everybody; commonly separated, every one. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
everyone — c.1200, from EVERY (Cf. every) + ONE (Cf. one) … Etymology dictionary
everyone — ► PRONOUN ▪ every person … English terms dictionary
everyone — [ev′rē wun΄] pron. every person; everybody … English World dictionary
everyone — eve|ry|one [ evri,wʌn ] pronoun *** When everyone is a subject, it is used with a singular verb. In formal writing, a pronoun or possessive adjective that refers back to everyone is usually singular: Everyone should bring his or her own lunch.… … Usage of the words and phrases in modern English
everyone */*/*/ — UK [ˈevrɪˌwʌn] / US pronoun Summary: When everyone is a subject, it is used with a singular verb. In formal writing, a pronoun or possessive adjective that refers to everyone is usually singular: Everyone should bring his or her own lunch.… … English dictionary
everyone*/*/*/ — [ˈevriwʌn] pronoun 1) every person in a group Happy New Year, everyone![/ex] Everyone is thrilled about Jean s baby.[/ex] James made a point of shaking everyone s hand.[/ex] Everyone else had finished eating.[/ex] 2) used for talking about people … Dictionary for writing and speaking English
everyone — / evriwVn/ pronoun every person; everybody: If everyone is ready, I ll begin. | They gave a prize to everyone who passed the exam. | Has everyone finished their drinks? | The canteen s almost empty. Where is everyone? (=the people who are usually … Longman dictionary of contemporary English