-
1 egaal
égal -
2 eender
égal, pareil, semblable -
3 gelijkmatig
égal, régulier -
4 gelijk
gelijk1〈 het〉♦voorbeelden:iemand gelijk geven • donner raison à qn.daar heb je gelijk in • tu as raisongelijk heb je • tu as bien raisonhet gelijk aan zijn kant hebben • avoir le droit de son côtéhij heeft gelijk dat hij klaagt • il a raison de se plaindregelijk krijgen • obtenir gain de causezijn gelijk willen halen • vouloir avoir raisonin zijn gelijk staan • être dans son droitiets in het gelijk brengen • arranger qc.iemand in het gelijk stellen • donner gain de cause à qn.————————gelijk21 [algemeen] égal2 [de juiste tijd aanwijzend] à l'heure juste♦voorbeelden:in gelijke mate • au même degréeen schim gelijk • semblable à un spectreop gelijke toon • sur un ton uniformemet gelijke wapenen strijden • combattre à armes égalesop gelijke wijze • de façon identiquehet is mij gelijk • cela m'est égaltwee maal twee is gelijk vier • deux fois deux font quatredie stenen liggen niet gelijk • ces pierres ne sont pas au même niveaugelijk zijn aan • être égal àgelijk aan • égal àgelijk van humeur • d'humeur égalealle burgers zijn voor de wet gelijk • tous les citoyens sont égaux devant la loiII 〈 bijwoord〉2 [gelijkelijk] également3 [op hetzelfde punt] ensemble4 [tegelijk] en même temps♦voorbeelden:5 kom je gelijk even bij me langs? • tu passes tout de suite chez moi?————————gelijk3〈 voegwoord〉2 [Algemeen Zuid-Nederlands][om het even] n'importe♦voorbeelden: -
5 bejegenen
-
6 egaal
♦voorbeelden:het is mij egaal • ça m'est égal -
7 evenknie
-
8 gelijke
♦voorbeelden:iemand behandelen als zijn gelijke • traiter qn. sur un pied d'égalitéhij heeft zijn gelijke gevonden • il a trouvé qn. à sa mesuremet zijn gelijken omgaan • fréquenter ses égaux -
9 gelijkmatig
♦voorbeelden:een gelijkmatig karakter • un caractère égal(niet) gelijkmatig van kwaliteit • (pas) de qualité égalehij is gelijkmatig van humeur • il est d'humeur égale -
10 iemand als zijn gelijke bejegenen
iemand als zijn gelijke bejegenentraiter qn. d'égal à égalDeens-Russisch woordenboek > iemand als zijn gelijke bejegenen
-
11 op voet van gelijkheid met iemand omgaan
op voet van gelijkheid met iemand omgaantraiter qn. d'égal à égalDeens-Russisch woordenboek > op voet van gelijkheid met iemand omgaan
-
12 voet
♦voorbeelden:1 op voet van gelijkheid met iemand omgaan • traiter qn. d'égal à égalde voet van een glas • le pied d'un verreop blote voeten • pieds nusop gelijke voet stellen • mettre sur le même planze staan op gespannen voet • leurs rapports sont tendusop gespannen voet met iemand staan • être à conteaux tirés avec qn.zij staan op goede voet met elkaar • ils sont en bons termesop grote voet leven • vivre sur un grand piedop kleine voet leven • vivre chichementop staande voet • sur-le-champop vertrouwelijke voet staan met iemand • être intime avec qn.iemand op vrije voeten stellen • mettre qn. en libertéiemand de voeten lichten • faire un croche-pied à qn. 〈 ook figuurlijk〉iemand de voet dwars zetten • mettre des bâtons dans les roues à qn.aan iemands voeten liggen • 〈 ook figuurlijk〉 être aux pieds de qn.zich aan de voeten van iemand werpen • se jeter au pieds de qn.voet aan wal zetten • mettre pied à terreaan de voet van een berg • au pied d'une montagne〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 met iemands voeten spelen • se ficher de qn.onder de voet gelopen worden • être piétinéop de oude, dezelfde voet voortgaan • continuer de la même façoniemand op de voet volgen • emboîter le pas à qn.de gebeurtenissen op de voet volgen • suivre les événements de prèsde zaken op dezelfde voet voortzetten • continuer les affaires de la même façonop voet van oorlog • sur le pied de guerreop voet van vrede • en paixop voet van gelijkheid • sur un pied d'égalitéte voet gaan • aller à piedmet iets uit de voeten kunnen • être dépanné par qc.voet voor voet • pas à pas〈 figuurlijk〉 iemand iets voor de voeten gooien, werpen • jeter qc. à la tête de qn.iemand voor de voeten komen • se jeter dans les jambes de qn.iemand voor de voeten lopen • être dans les jambes de qn.met een voet in het graf staan • avoir un pied dans la tombede zieke kan geen voet verzetten • le malade ne peut (pas) mettre un pied devant l'autreik kan geen voet verzetten of hij bemoeit zich er mee • je ne peux pas bouger le petit doigt sans qu'il s'en mêlegeen voet buiten de deur zetten • ne pas mettre le nez dehorsik zet daar geen voet meer in huis • je ne mettrai plus les pieds chez euxgeen voet wijken • ne pas céder d'un poucegeen voet aan de grond krijgen • ne pas réussir à prendre pied→ link=grond grond -
13 Maakt niet uit!
I.Egal!II.Macht nichts! -
14 niets kunnen schelen
I.egal seinII.wurscht sein [ugs.] -
15 niets uitmaken
I.egal seinII.gleich seinIII.nicht grämenIV.nichts ausmachen -
16 onverschillig
I.egalII.gleichgültig -
17 congruent
-
18 effen
-
19 gelijk
-
20 gelijke
mégal/égale
См. также в других словарях:
égal — égal … Dictionnaire des rimes
egal wo — egal wo … Deutsch Wörterbuch
égal — égal, ale, aux [ egal, o ] adj. • igal v. 1150; réfect. de l a. fr. evel, ivel d apr. le lat. æqualis 1 ♦ Qui est de même quantité, dimension, nature, qualité ou valeur. ⇒ 1. équivalent, identique, même, pareil, semblable, similaire; équi , homo … Encyclopédie Universelle
égal — égal, ale (é gal, ga l ) adj. 1° Pareil en quantité, en valeur. Cent francs en or et cent francs en billets sont des sommes égales. Deux lignes égales entre elles. Le mètre est égal à la quarante millionième partie de la circonférence de la… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
egal — EGÁL, Ă, egali, e, adj. 1. (Adesea adverbial şi substantivat) Care este la fel cu altul într o anumită privinţă; (despre cetăţeni, naţiuni etc.) care au aceleaşi drepturi şi aceleaşi îndatoriri. ♢ Fără egal = excepţional, neasemuit, neîntrecut. ♢ … Dicționar Român
égal — ÉGAL, ALE. adj. Pareil, semblable, le même, soit en nature, soit en quantité, soit en qualité. Deux lignes égales. Deux poids égaux. Deux personnes d une fortune égale, d une condition égale. f♛/b] On dit, que Tout est égal à quelqu un, pour dire … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
egal — EGAL, [eg]ale. adj. Pareil, semblable, le mesme, soit en nature, soit en quantité, soit en qualité. Deux lignes egales. deux poids egaux. deux personnes qui sont d un âge egal, d une condition egale. On dit, Faire tout egal, Lors qu entre deux ou … Dictionnaire de l'Académie française
egal — Adj std. stil. (17. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. égal, dieses aus l. aequālis gleich , einer Ableitung von l. aequus gleich . Ebenso nndl. egaal, ne. equal, nschw. egal, nnorw. egal. Zur Sippe des zugrundeliegenden l. aequus gleich s.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
egal — ègāl (egȃl) prid. <indekl.> [i]i[/i] pril. DEFINICIJA reg. u jednakoj mjeri, ne razlikujući se, jednaki (jednako), isto [sad smo egal = jednaki] ETIMOLOGIJA fr. égal: jadnaki (← lat. aequalis) ≃ égalisation ≃ égalité: jednakost ≃ égaliser:… … Hrvatski jezični portal
egal — egal; egal·i·tar·i·an·ism; egal·i·tar·i·an; egal·i·ty; … English syllables
egal — Adj. (Grundstufe) ugs.: von keiner Bedeutung, gleichgültig Synonyme: einerlei, gleich, unerheblich Beispiele: Das ist mir völlig egal. Es ist mir egal, ob er kommt oder nicht … Extremes Deutsch