-
1 bee-eater
vogel die bijen eet (gekleurde vogel die insekten eet) -
2 bird
n. vogel; kerel; meisje[ bə:d]1 vogel♦voorbeelden:bird of prey • roofvogelthey are birds of a feather 〈 voornamelijk pejoratief〉 • het is één pot nat, ze hebben veel gemeenkill two birds with one stone • twee vliegen in één klap slaanthe bird is/has flown • de vogel is gevlogen〈 informeel〉 give someone the bird • iemand uitfluiten/uitjouwen〈 informeel〉 (strictly) for the birds • lullig, onbenulliglike a bird • gezwind, vlotjes〈 spreekwoord〉 a bird in the hand (is worth two in the bush) • beter één vogel in de hand dan tien in de lucht〈 spreekwoord〉 birds of a feather flock together • waar duiven zijn, daar vliegen altijd duiven toe; gelijk zoekt zijn gelijk -
3 fledgling
-
4 fly
adj. uitgeslapen, uitgekookt (slang)--------n. vlieg; flap; vlucht; gulp (van de broek); tent opening--------v. vliegen (vogel); vliegen (vliegtuig); besturen v.e. vliegtuig; laten vliegen; wegvluchten; wegrennen; snel voorbijgaan; laten waaien; waaien; overstekenfly1[ flaj] 〈→ Sporttermen: RugbySporttermen: Rugby/〉I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; meervoud: flies〉1 vlieg3 〈 in samenstellingen〉gevleugeld/vliegachtig insect♦voorbeelden:not harm/hurt a fly • geen vlieg kwaad doen4 your fly is undone! • je gulp staat open!a fly on the wall • een spion→ Spanish Spanish/♦voorbeelden:————————fly2————————fly33 〈 benaming voor〉 zich snel voortbewegen ⇒ vliegen, (voorbij)snellen; vluchten; omvliegen, vervliegen 〈 van tijd〉; wegvliegen 〈 van geld〉; verdwijnen, optrekken 〈 van mist〉; uit elkaar springen, alle kanten op vliegen 〈 van glas〉♦voorbeelden:fly in/out • aankomen/vertrekken per vliegtuigfly past • (in formatie) over/voorbij vliegenfly to the help of someone • iemand te hulp snellenmake the money fly • met geld smijtentime flies (like an arrow) • de tijd vliegtlet fly • (af)schieten/vuren; laten schieten〈 informeel〉 we're very late, we must fly • we zijn erg laat, we moeten rennenthe door flew open • de deur werd plotseling geopendfly into a rage/passion/temper • in woede ontstekenthe glass flew to bits/into pieces • het glas spatte in stukjes uiteenthe child flew towards its father • het kind vloog zijn vader tegemoetfly upon someone • iemand aanvliegenshe's flying high • het gaat haar voor de windII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 wing
n. vleugel (v.e. vogel); vleugel (bij luchtmacht); afdeling; gedeelte v.h. toneel; arm (i.d. spreektaal)--------v. de lucht doorklieven (vogel); van vleugels voorzien; vleugelen doen aanschieten, bevleugelenwing12 〈 bouwkunst〉vleugel, zijstuk3 〈 leger〉vleugel, flank♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 take under one's wings • onder zijn vleugels/hoede nemenon the wing • in de vlucht————————wing2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
6 call
n. roep; telefoontje; visite, bezoek; bel; uitnodiging; aanklacht; moeten--------v. roepen; schreeuwen; uitnodigen; telefoneren; bezoekencall1[ ko:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈 benaming voor〉 signaal ⇒ 〈 leger〉 verzamelsignaal 〈op bugel e.d.〉; 〈 jacht〉 hoornsignaal; (met lokfluitje) nagebootste dierenroep; 〈 brandweer〉 alarm4 (kort/formeel/zakelijk) bezoek5 beroep ⇒ aanspraak, claim6 oproep(ing) ⇒ sommatie, roep(ing); appel, voorlezing van presentielijst 〈 school, parlement e.d.〉; 〈 geldwezen〉 oproep tot aflossing van een schuld, aanmaning7 reden ⇒ aanleiding, noodzaak, behoefte10 telefoontje ⇒ (telefoon)gesprek, belletje♦voorbeelden:within call • binnen gehoorsafstandpay a call on someone • iemand een kort bezoek brengen, bij iemand langsgaanthe actors received a call for eight o'clock • de acteurs moesten om acht uur ophave at/on one's call • tot zijn (onmiddellijke) beschikking hebben〈 geldwezen〉 money at/on call, loan on call • callgeld, daggeldleningthere's no call for you to worry • je hoeft je niet ongerust te makenthere's not much call for figs • er is niet veel vraag naar vijgen→ close close/————————call21 (even) langsgaan/komen ⇒ (kort) op bezoek gaan, aanwippen; stoppen 〈 op station〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 call by • (even) aan/binnenwippenplease call in this afternoon • kom vanmiddag even langs alsjeblieftdo call round again • kom vooral nog eens langsthe ship calls at numerous ports • het schip doet talrijke havens aan3 roepen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ zijn roep uiten 〈 van vogel〉; lokken 〈 door nabootsing van dierengeluid〉; 〈 in het bijzonder〉 ritmisch roepen 〈 instructies〉; bij dans♦voorbeelden:call (something) (out) to someone • iemand (iets) toeroepenEdith will call (you) tonight • Edith belt (je) vanavondduty calls (me) • de/mijn plicht roept4 did Joan call (hearts) at all? • hééft Joan wel (harten) geboden?1 afroepen ⇒ oplezen, opsommen3 afkondigen ⇒ bijeenroepen, proclameren4 wakker maken ⇒ wekken, roepen7 het houden op ⇒ zeggen, (een bedrag) afmaken op♦voorbeelden:call to witness • als getuige oproepencall down/in/over • (naar) beneden/(naar) binnen/bij zich roepencall a meeting • een vergadering beleggen/bijeenroepenhow can you call yourself my friend? • hoe kun je beweren dat je mijn vriend(in) bent?call someone a liar • iemand uitmaken voor leugenaaryou call that hard? • noem/vind je dat moeilijk?call (something) one's own • (iets) bezitten, (iets) zijn eigendom (kunnen) noemen〈 informeel〉 what d'you call it? • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesbe called after one's grandfather • vernoemd zijn naar zijn grootvadercall away • wegroepencall forth • oproepen, (naar) boven brengencall forward • naar voren roepen -
7 dodo
n. dodo (uitgestorven vogel)[ doodoo] 〈meervoud: ook dodoes〉♦voorbeelden: -
8 early bird
n. vroege vogel, iemand die vroeg wakker wordt, iemand die vroeg uit bed komtvroege vogel, vroege opstaander -
9 fledged
adj. (vlieg)vlug (v. vogel); kunnende vliegen; rijp[ fledzjd] -
10 flycatcher
n. vliegenvanger (voorwerp en vogel)flycatcher -
11 hipster
-
12 sanctuary
n. heiligdom; vogel/wildreservaat; asiel, vrij/wijkplaats, toevluchtsoord[ sængktsjoeərie] 〈meervoud: sanctuaries〉2 sanctuarium ⇒ omtrek van (hoog)altaar, priesterkoor3 vogel/wildreservaat4 asiel ⇒ vrij/wijkplaats, toevlucht(soord) -
13 sitter
-
14 warble
n. wijsje; verharding op rug van paard door wrijving--------v. kwelen, kwinkeleren, zingenwarble1[ wo:bl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————warble2〈 werkwoord〉1 kwelen -
15 as free as a bird
zo vrij als een vogel,vrije vogel -
16 tertial
adj. mbt korte veer dicht op lichaam van vogel aan zijkant van de vleugel--------n. korte veer dicht op lichaam van vogel aan zijkant van de vleugel -
17 a bird in the hand (is worth two in the bush)
English-Dutch dictionary > a bird in the hand (is worth two in the bush)
-
18 a queer cuss
een rare snijboon/vogel -
19 alight
adj. staat in brand; verlicht; aangestoken--------v. uitstappen, afstappen; landen op; van paard stijgenalight1[ əlajt] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:2 alight with • stralend/schitterend van————————alight2〈werkwoord; ook alit, alit [əlit]〉1 afstappen ⇒ uitstappen, afstijgen♦voorbeelden:1 alight from a horse/car • van een paard stijgen/uit een auto stappen -
20 an odd fish
См. также в других словарях:
Vögel — Eilseeschwalbe (Thalasseus bergii) Systematik Stamm: Chordatiere (Chordata) Untersta … Deutsch Wikipedia
Vogel — (English: Bird, Byrd; French: L Oiseau) is a common surname originating from German speaking countries and may refer to: Europeans Austrians * Amos Vogel, film critic and historian, and author of Film as a Subversive Art * Bernhard Vogel… … Wikipedia
Vogel — bezeichnet: eine Tiergruppe (Klasse der Wirbeltiere), siehe Vögel einen Familiennamen, siehe Vogel (Familienname) einen Asteroid, siehe (11762) Vogel einen Mondkrater, siehe Vogel (Mondkrater) eine beleidigende Geste, eine Beschimpfung, siehe… … Deutsch Wikipedia
Vogel — Vogel: Das gemeingerm. Substantiv mhd. vogel, ahd. fogal, got. fugls, engl. fowl, schwed. fågel hat keine außergerm. Entsprechungen. Seine Herkunft ist nicht sicher geklärt. Vielleicht gehört es zu der unter ↑ fliegen behandelten Wortgruppe. Der… … Das Herkunftswörterbuch
Vögel — (Aves; hierzu Tafel »Körperteile der Vögel« und die Karten »Verbreitung der Vögel I III«, mit Erklärung), Klasse der Wirbeltiere, wird zu den Reptilien in verwandtschaftliche Beziehung gebracht und als letzter Ausläufer der Sauropsiden (s.… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Vogel — Sm std. (8. Jh.), mhd. vogel, ahd. fogal, as. fugal Stammwort. Aus g. * fugla m. Vogel , auch in gt. fugls, anord. fugl, ae. afr. fugel. Außergermanisch entspricht mit anderem Suffix lit. paũkštis Vogel . Vermutlich Weiterbildung von ig. * pu… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Vögel — (Aves), sind Wirbelthiere mit warmem, rothem Blute, welche durch Lungen Athem holen, Eier legen, einen mit Federn bedeckten Körper, statt der Vorderbeine Flügel u. ein Herz mit zwei Kammern u. zwei Vorkammern haben. Sie bilden die zweite Klasse… … Pierer's Universal-Lexikon
Vögel — Vögel. Obgleich die Säugethiere in der Klassificirung des Thierreichs den ersten, die Vögel aber erst den zweiten Rang einnehmen, so erregen diese doch bei Weitem mehr Interesse. Sie besitzen alle 2 Füße, 2 Flügel, hornigen Schnabel,… … Damen Conversations Lexikon
Vogel — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Bsp.: • Wir hörten die Vögel singen. • Die Vögel singen. • Er kann wie ein Vogel pfeifen … Deutsch Wörterbuch
Vogel — Vogel, Hermann Karl Vogel, Hermann Wilhelm … Enciclopedia Universal
Vogel — (Eduard) (1829 1856) explorateur allemand des abords du lac Tchad, d où il partit vers le Nil. Vogel (pic) point culminant du Nigeria dans les monts Shebshi; 2 042 m … Encyclopédie Universelle