-
1 air line
luchtvaartmaatschappij -
2 airline
-
3 airway
n. luchtwegairway -
4 carrier
n. vervoerder van goederen of reizigers,een transporteur; drager (van een ziekte); vliegtuig-moederschip; transport maatschappij, scheepsbedrijf; vrachtwagen; stoomschip of boot dat goederen of passagiers vervoert; werker bij de posterijen die post draagt; iemand die kranten op speciale route verzorgt ; persoon of dier die een ziekte overdraagt op iemand maar er zelf niet aan lijdt; signaal dat wordt verzonden via een telefoonlijn als twee computers via modems met elkaar verbonden zijn (iComputers) telecommunicatiebedrijf[ kæriə]1 〈 benaming voor〉 vervoerder van goederen of reizigers ⇒ expediteur, transporteur; vrachtvaarder; expeditie/transport/vervoerbedrijf; luchtvaartmaatschappij; spoorwegmaatschappij; rederij5 (papieren/plastic) boodschappentas(je)6 postduif→ common common/ -
5 fly
adj. uitgeslapen, uitgekookt (slang)--------n. vlieg; flap; vlucht; gulp (van de broek); tent opening--------v. vliegen (vogel); vliegen (vliegtuig); besturen v.e. vliegtuig; laten vliegen; wegvluchten; wegrennen; snel voorbijgaan; laten waaien; waaien; overstekenfly1[ flaj] 〈→ Sporttermen: RugbySporttermen: Rugby/〉I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; meervoud: flies〉1 vlieg3 〈 in samenstellingen〉gevleugeld/vliegachtig insect♦voorbeelden:not harm/hurt a fly • geen vlieg kwaad doen4 your fly is undone! • je gulp staat open!a fly on the wall • een spion→ Spanish Spanish/♦voorbeelden:————————fly2————————fly33 〈 benaming voor〉 zich snel voortbewegen ⇒ vliegen, (voorbij)snellen; vluchten; omvliegen, vervliegen 〈 van tijd〉; wegvliegen 〈 van geld〉; verdwijnen, optrekken 〈 van mist〉; uit elkaar springen, alle kanten op vliegen 〈 van glas〉♦voorbeelden:fly in/out • aankomen/vertrekken per vliegtuigfly past • (in formatie) over/voorbij vliegenfly to the help of someone • iemand te hulp snellenmake the money fly • met geld smijtentime flies (like an arrow) • de tijd vliegtlet fly • (af)schieten/vuren; laten schieten〈 informeel〉 we're very late, we must fly • we zijn erg laat, we moeten rennenthe door flew open • de deur werd plotseling geopendfly into a rage/passion/temper • in woede ontstekenthe glass flew to bits/into pieces • het glas spatte in stukjes uiteenthe child flew towards its father • het kind vloog zijn vader tegemoetfly upon someone • iemand aanvliegenshe's flying high • het gaat haar voor de windII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 Continental Airlines
Continental Airlines, grote Amerikaanse luchtvaartmaatschappij (centrum in Houston, Texas) -
7 Royal Jordanian airlines
Jordaanse Koninklijke luchtvaartmaatschappij -
8 USAF
n. Amerikaanse luchtvaartmaatschappij -
9 airline company
n. luchtvaartmaatschappij bedrijf, commerciëel bedrijf dat reizen en luchtvaartdiensten aan passagiers verschaft -
10 b.o.a.c.
Britse Luchtvaartmaatschappij Bedrijfb.o.a.c. (British Overseas Airways Corporation) -
11 boarding pass
instapkaart bij vliegreis, kaart die elke reiziger ontvangt nadat hij geregistreerd is bij luchtvaartmaatschappij (waarop naam, vluchtbestemming, nummer van zitplaats, enz. genoteerd zijn) -
12 domestic airline
n. luchtvaartmaatschappij die vluchten aanbiedt in eigen land -
13 frequent flyer program
programma voor betrouwbare reiziger, programma voor opstapeling van punten voor gratis vliegticket door speciale luchtvaartmaatschappij aangeboden aan mensen die vaak reizen (iedere reis geeft nog meer punten)
См. также в других словарях:
KLM — ▪ Dutch airline abbreviation of Koninklijke Luchtvaartmaatschappij Nv (Dutch: Royal Air Transportation Company) , English Royal Dutch Airlines Dutch airline founded on October 7, 1919, and flying its first scheduled service, between… … Universalium
Corendon Dutch Airlines — IATA CD ICAO CND Callsign DUTCH CORENDON … Wikipedia