-
1 pile
pile1 [piel]〈v.〉1 stapel ⇒ hoop, berg♦voorbeelden:jouer qc. à pile ou face • over iets tossenpile de Volta • voltazuilpile atomique • kernreactorpile sèche • droge batterij, droog elementpile voltaïque • voltazuil————————pile2 [piel]〈 bijwoord〉♦voorbeelden:il est dix heures pile • het is op de kop af tien uurtomber pile • goed uitkomenf1) stapel, hoop2) keerzijde [munt]3) brugpijler4) batterij5) aframmeling -
2 pile atomique
pile atomique -
3 pile de Volta
pile de Volta -
4 pile ou face
pile ou face -
5 pile sèche
pile sèchedroge batterij, droog element -
6 pile voltaïque
pile voltaïque -
7 pile à combustible
pile à combustible -
8 il est dix heures pile
il est dix heures pile -
9 jouer qc. à pile ou face
jouer qc. à pile ou faceDictionnaire français-néerlandais > jouer qc. à pile ou face
-
10 mettre qc. en pile
mettre qc. en pile -
11 recevoir une pile
recevoir une pile -
12 s'arrêter pile
s'arrêter pile -
13 tomber pile
tomber pile -
14 face
face [faas]〈v.〉3 uiterlijk ⇒ aanzien, aanblik, gedaante, aspect4 beeldenaar ⇒ kruis, beeldzijde♦voorbeelden:face d'oeuf! • domkop!〈 vulgair〉 face de rat! • rotkop!perdre la face • gezichtsverlies lijdensauver la face • zijn gezicht reddenface à • met uitzicht opfaire face à ses engagements • zijn verplichtingen nakomenla mairie devait faire face à des obligations écrasantes • de gemeente zag zich geplaatst voor loodzware lastenface à face • tegenover (elkaar)se trouver face à face avec qn. • oog in oog met iemand staancracher à la face de qn. • iemand in het gezicht spuwen 〈 figuurlijk〉; iemand van zijn minachting doen blijkenproclamer à la face de l'univers • ten overstaan van de gehele wereld verkondigende face • van vorenune place de face dans le train • een zitplaats in de trein waarbij men vooruit rijdtportrait de face • portret en faceavoir le vent de face • de wind tegen hebbenen face de cela • daartegenoverla maison d'en face • het huis aan de overkant van de straatle voisin d'en face • de overbuurmanaller en face • naar de overkant gaandire qc. à qn. en face • iemand iets recht in zijn gezicht zeggenregarder qn. en face • iemand recht in het gezicht kijkenregarder le péril en face • het gevaar zonder vrees tegemoet zienvoir les choses en face • de werkelijkheid onder ogen zienexaminer qc. sous toutes ses faces • iets grondig bekijken→ pilef1) gezicht2) kant, zijde3) facet, aspect4) kruis, beeldzijde -
15 tomber
tomber1 [tõbee]〈m.〉 〈 sport en spel〉————————tomber2 [tõbee]3 (weg)vallen ⇒ verzwakken, verdwijnen, dalen4 te lijf gaan ⇒ zich werpen (op), aanvallen5 worden ⇒ geraken, vallen6 vallen ⇒ vervallen, instorten7 (bij toeval) komen ⇒ verschijnen, geraken♦voorbeelden:tomber mort, raide mort • morsdood neervallenil laissa tomber ces mots • hij zei de volgende woorden〈 informeel〉 laisse tomber! • kap er mee, geef 't op!!!laisser tomber qn. • iemand laten vallen, zich niet meer voor iemand interesserenlaisser tomber qc. • iets laten vallen, iets loslaten, zich niet meer met iets bezighoudenjupe qui tombe bien • rok die goed valttomber dans les bras de qn. • iemand in de armen vallentomber dans l'escalier • op de trap vallenla rue tombe dans une autre • de straat komt op een andere straat uittomber de fatigue • van moeheid omvallenmots qui tombent des lèvres de qn. • woorden die van iemands lippen komenle stylo m'est tombé des mains • de vulpen viel uit mijn handentomber par la fenêtre • uit het raam vallenle soleil lui tombe sur les yeux • de zon schijnt in zijn ogendes toits qui tombent bien bas sur les fenêtres • laag overhangende dakentomber sur ses pieds • op zijn voeten terechtkomenle jour tombe • de avond valtle vent est tombé • de wind is gaan liggen4 ils nous sont tombés dessus • ze hebben ons overvallen, verrast5 tomber amoureux, malade • verliefd, ziek wordentomber dans une erreur • in een fout vervallentomber dans la misère • in ellende gerakenil est tombé bien bas • hij is wel diep gezonken7 ça tombe bien, mal • dat treft goed, slechtil est bien tombé • hij heeft het goed getroffentomber juste • opgaan, de spijker op de kop slaanje suis tombé en pleine réunion • ik kwam midden in de vergadering binnenvallencet article m'est tombé sous les yeux • dat artikel is me toevallig onder ogen gekomentomber sur qn. • iemand tegen het lijf lopentomber sur qc. • ergens tegenaan lopen♦voorbeelden:→ vestev2) uitvallen3) verzwakken4) aanvallen5) worden6) verschijnen, komen7) vallen (op) [datum]8) uitkomen [krant] -
16 examiner qc. sous toutes ses faces
Dictionnaire français-néerlandais > examiner qc. sous toutes ses faces
-
17 tomber sur qc.
tomber sur qc. -
18 voltaïque
См. также в других словарях:
pile — pile … Dictionnaire des rimes
pilé — pilé … Dictionnaire des rimes
pile — 1. (pi l ) s. f. 1° Amas de choses placées les unes sur les autres. • Leurs débris sont couverts d une pile de morts, MAIRET Mort d Asdrub. I, 3. • Ils [la famille de M. le Prince] eurent tant de peur qu on ne s excusât faute de manteaux,… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Pile — Pile, n. [F. pile, L. pila a pillar, a pier or mole of stone. Cf. {Pillar}.] 1. A mass of things heaped together; a heap; as, a pile of stones; a pile of wood. [1913 Webster] 2. A mass formed in layers; as, a pile of shot. [1913 Webster] 3. A… … The Collaborative International Dictionary of English
Pile — Pile, n. [AS. p[=i]l arrow, stake, L. pilum javelin; but cf. also L. pila pillar.] 1. A large stake, or piece of timber, pointed and driven into the earth, as at the bottom of a river, or in a harbor where the ground is soft, for the support of a … The Collaborative International Dictionary of English
Pile — may refer to:*Pile foundation, type of deep foundation *Pile (textile), fabric with raised surface made of upright loops or strands of yarn ** Carpet pile * Nuclear pile, early term for a nuclear reactor, typically one constructed of graphite *… … Wikipedia
Pile — ist der Name mehrerer Personen: Frederick Alfred Pile (1884–1976), britischer General im zweiten Weltkrieg William Anderson Pile (1829–1889), US amerikanischer General und Politiker Pile bezeichnet außerdem: Chicago Pile, den ersten Kernreaktor… … Deutsch Wikipedia
pile — Ⅰ. pile UK US /paɪl/ noun [C] ► a large amount of something: »a pile of cash/money »consumers with piles of credit card debt » I have piles of paperwork to finish. ● at the bottom/top of the pile Cf. at the top of the pile → See also … Financial and business terms
pile — Ⅰ. pile [1] ► NOUN 1) a heap of things laid or lying one on top of another. 2) informal a large amount. 3) a large imposing building. ► VERB 1) place (things) one on top of the other. 2) ( … English terms dictionary
pile on — ● pile * * * pile on [phrasal verb] 1 pile on (something) : to put a large amount of (something) on something or someone He piled on the gravy. The teacher punished the class by piling on more work. [=the teacher punished the class by giving them … Useful english dictionary
Pile — Pile, v. t. [imp. & p. p. {Piled}; p. pr. & vb. n. {Piling}.] 1. To lay or throw into a pile or heap; to heap up; to collect into a mass; to accumulate; to amass; often with up; as, to pile up wood. Hills piled on hills. Dryden. Life piled on… … The Collaborative International Dictionary of English