-
81 direction
n. richting; leiding; aanwijzing; instructie; regie; bestuur[ dirreksjn, daj-]♦voorbeelden:1 leiding ⇒ directie, supervisie2 richting♦voorbeelden:in the direction of London • in de richting van Londenthey ran in every direction • ze renden alle kanten op -
82 doom
n. populair computerspel (ook op internet)doom1[ doe:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:send someone to his doom • iemand zijn ondergang tegemoet sturen————————doom2〈 werkwoord〉2 〈 voornamelijk voltooid deelwoord〉tot mislukking/ten ondergang doemen♦voorbeelden:1 we are doomed! • we zijn verloren!doomed to unemployment • tot werkloosheid gedoemd2 the undertaking was doomed from the start • de onderneming was tot mislukken gedoemd vanaf het begin -
83 good
adj. goed; aangenaam; plezierig; eerlijk, rechtschapen; waard zijn--------adv. goed, op een goede manier--------n. goedheid; winst; goederengood1[ goed]1 goed ⇒ welzijn, voorspoed4 goedheid ⇒ verdienste, deugd(zaamheid)♦voorbeelden:for the common good • voor het algemeen welzijnit will do him all the good in the world • hij zal er erg van opknappen/opkikkerenhe will come to no good • het zal slecht met hem aflopenfor his (own) good • om zijn eigen bestwilwhat is the good of it? • wat voor nut heeft het?it's no good • het heeft geen zin, het wordt niks〈 vaak ironisch〉 much good may it do you! • dat het je wel bekome!, geluk ermee!¶ for good (and all) • voorgoed, voor eeuwig (en altijd)→ bad bad/II 〈 meervoud〉4 〈vaak attributief; voornamelijk Brits-Engels〉 goederen 〈 voor treinvervoer〉 ⇒ 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 vracht♦voorbeelden:¶ by goods • per/met de goederentrein————————good21 goed ⇒ kwaliteitsvol; knap, kundig2 goed ⇒ prijzenswaardig; correct, juist3 goed ⇒ fatsoenlijk, betrouwbaar4 aardig ⇒ lief, goed; gehoorzaam5 goed ⇒ aangenaam, voordelig; lekker, smakelijk, gezond♦voorbeelden:good looks • knapheidgood sense • gezond verstandgood soil • vruchtbare bodem/grondgood for you, 〈Brits-Engels; gewestelijk〉good on you • goed zo, knap (van je)good English • goed/correct Engelsmy watch keeps good time • mijn horloge loopt gelijkall in good time • alles op zijn tijdmake good • het er goed afbrengen, het maken, slagen 〈 voornamelijk financieel〉; goedmaken; vergoeden 〈 schulden〉; nakomen, vervullen 〈 belofte〉 • herstellen 〈 schade〉be good for a laugh • grappig zijn, een lachje waard zijn(in) good faith • (te) goede(r) trouwmake good one's escape • slagen in een ontsnappinggood humour • opgewektheidgood nature • goedaardigheidput in a good word for, say a good word for • een goed woordje doen voor, aanbevelenbe good enough (to) • wees zo vriendelijk, gelievebe so good as to • wees zo vriendelijk, gelieveit's good of you to help him • het is aardig van u om hem te helpen5 beer is not good for her/her health • bier is niet goed/gezond voor haargood buy • koopje, voordeeltjethrough the good offices of • door de goede diensten van, met behulp vangood afternoon • goedemiddaggood evening • goedenavondgood morning • goedemorgengood night • goedenacht, welterustenhave a good time • zich amuserengood times • goede/voorspoedige tijdenit is good to be alive • leve het leven, het leven is verrukkelijkkeep good • goed/vers blijventoo good to be true • te mooi om waar te zijn6 a good excuse • een goed/geldig excuusthis rule holds good • deze regel is van kracht/geldt (nog)stand a good chance • een goede kans makena good deal/many • heel wata good hour/ten miles • ruim een uur/tien mijla good while • een hele poos, geruime tijd¶ 〈 spreekwoord〉 a good tale is none the worse for being told twice • goed nieuws mag best vaak verteld worden〈 spreekwoord〉 there is many a good tune played on an old fiddle • iemands leeftijd zegt vaak niets over wat hij nog kan presterenbe in someone's good books • bij iemand in een goed blaadje staanthere's a good boy/girl/fellow • wees nu eens lief, toe nouGood Friday • Goede Vrijdaggood God! • goeie genade!, gossiemijne!as good as gold • erg braaf/lief 〈 van kind〉have a good head on one's shoulders • een goed verstand hebbengood heavens! • goeie/lieve hemel!neither fish, flesh, nor good red herring • vlees noch viskeep good hours • op tijd naar bed gaanmake someone appear in a good light • iemand in een gunstig daglicht stellengood luck • (veel) gelukstroke of good luck • buitenkansjehave a good mind to • veel zin hebben inthrow good money after bad • goed geld naar kwaad geld gooien, het ene gat met het andere stoppenin good spirits • opgewekt, blijit's a good thing that • het is maar goed datit's a good thing to … • het is verstandig om …a good thing too! • maar goed ook!, het is maar gelukkig ook!too much of a good thing • teveel van het goedemake good time • goed/lekker opschietendo someone a good turn • iemand een dienst bewijzengood old Harry • (die) goeie ouwe Harryas good as • zo goed als, nagenoegbe good at • goed/knap zijn inbe good for £100,000 • 100.000 pond kunnen betalen, goed zijn voor 100.000 pondbe good for another couple of years • nog wel een paar jaar meekunnen/meegaan————————good3〈 bijwoord〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 goed♦voorbeelden:1 she is doing good • ze doet het goed, ze gaat lekkerthings are going good • het gaat goed¶ good and … • heel erg … -
84 humour
humour13 〈 geschiedenis〉lichaamsvocht/sap♦voorbeelden:2 in a bad humour • slechtgeluimd, in een slechte bui————————humour21 tegemoet komen (aan) ⇒ paaien, toegeven♦voorbeelden: -
85 just
adj. eerlijk; fatsoenlijk; juist; passend; geschikt; behoorlijk; wenselijk; waar(dig); rechtvaardig; echt--------adv. nu; op dit moment; precies; ongeveer; bijna niet; alleen; nauwelijks; echt--------n. dueljust1[ dzjust] 〈bijvoeglijk naamwoord; justness〉1 billijk ⇒ rechtvaardig, fair♦voorbeelden:————————just2〈 bijwoord〉1 precies ⇒ juist, net2 amper ⇒ ternauwernood, (maar) net3 net ⇒ zoëven, daarnet♦voorbeelden:just about • zowat, wel zo'n beetje, zo ongeveerjust like him • net iets voor hemjust a minute, please • (een) ogenblikje a.u.b.that's just one of those things • dat gaat nu eenmaal zoit just doesn't make sense • het slaat gewoon nergens opjust listen to that cheering • moet je ze eens horen juichenjust wait and see • wacht maar, dan zul je eens zienjust like that • zo maar¶ just the same • toch, niettemin -
86 morsel
-
87 narrow
adj. smal, nauw; klein--------n. engte (bij vallei of bergpas); smalle doorgang--------v. vernauwen; verminderen; inkrimpennarrow1[ næroo] 〈zelfstandig naamwoord; vaak meervoud〉1 engte ⇒ zee-engte, bergengte————————narrow2〈bijvoeglijk naamwoord; narrowness〉1 smal ⇒ nauw, eng2 beperkt ⇒ gering, krap♦voorbeelden:1 by a narrow margin • nog net, op het nippertjeit was a narrow escape/ 〈 informeel〉 a narrow shave/squeak/sqeeze • het was op het nippertje, op het kantje af; het had maar een haar gescheeldnarrow gauge • smalspoorwalk a very narrow line • spitsroeden lopenin the narrowest sense • strikt genomenthe narrow way • het smalle pad (der deugd)————————narrow3〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
88 no
adj. nee; in het geheel niet; geen--------adv. niet; geen--------n. geen; "nee" (tegenstemmen), ergens niet mee eens zijnno1[ noo] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: noes〉♦voorbeelden:I won't take no for an answer • ik sta erop, je kunt niet weigeren————————no2〈 bijwoord〉1 nee(n)2 niet ⇒ geenszins, in geen enkel opzicht♦voorbeelden:1 oh no! • 't is niet waar!did you tell her? no I didn't • heb je het haar gezegd? neenno! • neen toch!he told her in no uncertain terms • hij zei het haar in duidelijke bewoordingentell me whether or no you are coming • zeg me of je komt of nietthe mayor himself, no less • niemand minder dan de burgemeester zelf————————no3〈 determinator〉1 geen ⇒ geen enkele, helemaal geen2 haast geen ⇒ bijna geen, heel weinig, een minimum van♦voorbeelden:there's no milk • er is geen melk in huisI'm no philosopher • ik ben geen filosoofthere was no talking sense with her • er viel niet met haar te pratenin no time • in een (mini)mum van tijd→ no-one no-one/ -
89 offend
v. kwaad doen, zondigen; beledigen[ əfend]1 kwaad doen ⇒ misdoen, zondigen♦voorbeelden:1 the verdict offends against all principles of justice • het vonnis is een aanfluiting van alle rechtsprincipesII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:his sense of justice was offended at/by the rashness of the verdict • het overhaaste oordeel krenkte zijn rechtsgevoel -
90 ounce
n. (Engels/Amerikaans) ons; graantje; klein beetje[ auns]1 (Engels/Amerikaans) ons ⇒ ounce; 〈 figuurlijk〉 klein beetje, greintje♦voorbeelden: -
91 pennyworth
n. muntwaardigheid; kleine sompennyworth, penn'orth[ penniewəθ, pennəθ] 〈meervoud: ook pennyworth, penn'orth〉♦voorbeelden: -
92 saving
adj. onder bepaalde condities; gecompenseerd; gered; bewaard; gespaard--------n. redding; het sparen; het bewaren--------prep. met alle respect voor-; uitgezonderd, behalvesaving1[ seeving] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————saving2♦voorbeelden:2 saving grace • reddende/alles goedmakende eigenschapa saving sense of humour • een alles goedmakend gevoel voor humor————————saving3[ seeving] 〈 voorzetsel〉1 uitgezonderd ⇒ behalve, tenzij -
93 self-worth
-
94 shame
n. schaamte; schande--------v. schamen; schaamte voelen; beschaamd maken; te schande makenshame1[ sjeem]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; alleen enkelvoud〉2 zonde♦voorbeelden:¶ what a shame! • het is een schande!; wat jammer!2 schande ⇒ smaad, vernedering♦voorbeelden:have no shame • geen schaamte kennendon't you feel shame at having told lies? • schaam je je niet dat je leugens verteld hebt?for shame • uit schaamtebe past shame • geen schaamte meer kennenbe dead/lost to shame • alle schaamte verloren hebbencry shame on someone • schande van iemand sprekento my shame • tot mijn (grote) schande〈 tegen spreker〉 shame! • schandalig!, hoe durft u!shame on you! • schaam je!, je moest je schamen!————————shame2〈 werkwoord〉1 beschamen ⇒ beschaamd doen staan/maken♦voorbeelden:she shamed him out of copying his homework • ze maakte hem zo beschaamd, dat hij het huiswerk niet meer durfde overschrijven -
95 speck
n. vlek(je), stip, plek(je)--------v. spikkelen, vlekken[ spek]♦voorbeelden:not a speck of common sense • geen greintje gezond verstand -
96 use
n. gebruik; nut; winst--------v. gebruiken, benuttigenuse1[ joe:s]1 gebruik ⇒ aanwending, toepassing♦voorbeelden:make a good use of • goed gebruik maken vanfor use in factories • voor industrieel gebruikin use • in gebruikout of use • in onbruik♦voorbeelden:this will be of use • dit zal goed van pas komendo you have any use for this? • kun je dit nog gebruiken?it is no use arguing • tegenspreken heeft geen zinwhat is the use of it? • wat heeft het voor zin?————————use2[ joe:z] 〈 werkwoord〉♦voorbeelden:use up • opmaken2 use some sense! • gebruik je hersens even!he was ill used • hij werd slecht behandeld -
97 Austen
n. familienaam, Austen; Austen, Jane (1775-1817), Engelse novelist, schrijfster van "Sense and Sensibility" en "Pride and Predjudice"
См. также в других словарях:
Sense — Sense, n. [L. sensus, from sentire, sensum, to perceive, to feel, from the same root as E. send; cf. OHG. sin sense, mind, sinnan to go, to journey, G. sinnen to meditate, to think: cf. F. sens. For the change of meaning cf. {See}, v. t. See… … The Collaborative International Dictionary of English
Sense capsule — Sense Sense, n. [L. sensus, from sentire, sensum, to perceive, to feel, from the same root as E. send; cf. OHG. sin sense, mind, sinnan to go, to journey, G. sinnen to meditate, to think: cf. F. sens. For the change of meaning cf. {See}, v. t.… … The Collaborative International Dictionary of English
Sense organ — Sense Sense, n. [L. sensus, from sentire, sensum, to perceive, to feel, from the same root as E. send; cf. OHG. sin sense, mind, sinnan to go, to journey, G. sinnen to meditate, to think: cf. F. sens. For the change of meaning cf. {See}, v. t.… … The Collaborative International Dictionary of English
Sense organule — Sense Sense, n. [L. sensus, from sentire, sensum, to perceive, to feel, from the same root as E. send; cf. OHG. sin sense, mind, sinnan to go, to journey, G. sinnen to meditate, to think: cf. F. sens. For the change of meaning cf. {See}, v. t.… … The Collaborative International Dictionary of English
Sense (Werkzeug) — … Deutsch Wikipedia
Sense of community — (or psychological sense of community) is a concept in community psychology and social psychology, as well as in several other research disciplines, such as urban sociology, which focuses on the experience of community rather than its structure,… … Wikipedia
Sense (Fluss) — Sense / Singine Zusammenfluss des Schwarzwassers mit der Sense. Oben die beiden SchwarzwasserbrückenVorlage:Infobox Fluss/KARTE fehlt … Deutsch Wikipedia
sensé — sensé, ée [ sɑ̃se ] adj. • 1580; de 1. sens ♦ Qui a du bon sens. ⇒ raisonnable, sage. « Aucun homme sensé n aura l idée saugrenue [...] » (Bernanos). ♢ (Choses ) Conforme à la raison. ⇒ judicieux, rationnel. « Observations justes et sensées »… … Encyclopédie Universelle
sense — n 1 *sensation, feeling, sensibility Analogous words: awareness, consciousness, cognizance (see corresponding adjectives at AWARE): perception, *discernment, discrimination, penetration 2 Sense, common sense, good sense, horse sense, gumption,… … New Dictionary of Synonyms
Sense Field — was an pop rock/post hardcore band from California that formed in 1991 out of the ashes of hardcore band, Reason to Believe. Sense Field has been largely credited with bringing the emo sound from hardcore punk circles to a more mainstream… … Wikipedia
Sense — steht für: Geräte Sense (Werkzeug), ein bäuerliches Werkzeug Kriegssense, eine mittelalterliche Waffe Geografisches Sense (Fluss), ein Fluss in der Schweiz Sensebezirk, ein Bezirk im Kanton Freiburg, Schweiz die Leserichtung einer viralen… … Deutsch Wikipedia