-
1 ploffen neer
гл.общ. плюхнуться (на диван) -
2 thud
n. bons, plof, doffe slag; gebons--------v. bonzen, ploffenthud1[ θud] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 plof ⇒ slag, bons————————thud2〈werkwoord; thudded〉 -
3 aufklatschen
aufklatschen1 (neer)vallen, (neer)ploffen -
4 aufprallen
-
5 schollern
-
6 плюхнуться
vgener. ploffen neer (на диван), kwakken -
7 pop
n. (in computers) het protokol dat door het elektronische postkantoor wordt gebruikt, protokol voor het ontvangen van e-mail--------wijze van toegang tot het internet met enig internetadresPOP (Point Of Presence)pop1[ pop] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:5 in pop • in de lommerd, bij ome Jan————————pop2〈 popped〉1 knallen ⇒ klappen, ploffen2 〈 informeel〉snel/plotseling/onverwacht bewegen ⇒ snel/onverwacht komen/gaan♦voorbeelden:pop out • te voorschijn/er uit schieten; uitpuilenpop up • opduiken, (weer) boven water komen; omhoog komen 〈in het bijzonder van illustraties e.d., in boeken en wenskaarten〉pop across/along/around/down/in/over/round • langs/aan/binnenwippen/gaan♦voorbeelden:pop at • schieten op♦voorbeelden: -
8 flanquer
flanquer [flãkee]1 flankeren ⇒ zich bevinden naast, staan naast, liggen naast♦voorbeelden:il a tout flanqué par terre • hij heeft de zaak verknoeidtout flanquer en l'air • er de brui aan geven♦voorbeelden:v1) flankeren, zich bevinden (naast)2) in de flank dekken [leger]3) smijten4) geven -
9 плюхнуться
vgener. ploffen neer (на диван), kwakken
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Русский