-
1 чуять
speuren -
2 delving into
speuren,neuzen,vorsen -
3 delve
v. er diep op ingaan, goed nagaan; informatie zoeken[ delv]1 speuren ⇒ vorsen, neuzen♦voorbeelden:delve into someone's past • in iemands verleden graven -
4 hunt
n. jacht, achtervolging--------v. jagen, zoekenhunt1[ hunt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 voornamelijk enkelvoud〉 jacht(partij) ⇒ 〈 Brits-Engels voornamelijk〉 vossenjacht; 〈 figuurlijk〉 speur/zoektocht♦voorbeelden:————————hunt2♦voorbeelden:1 go out hunting • op jacht/uit jagen gaanhunt after/for an address • speuren naar een adresII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 verjagen4 opjagen♦voorbeelden: -
5 spüren
spüren1 (be)speuren ⇒ gewaarworden, voelen, merken♦voorbeelden:1 etwas zu spüren bekommen • iets aan den lijve ondervinden, iets merken -
6 выслеживать
vgener. markeren (дичь - о собаке), opsporen, opzoeken, speuren, verspieden, bespieden, bespioneren, neuzen, spieden -
7 испытующе смотреть
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > испытующе смотреть
-
8 примечать
vgener. gevoelen, speuren, voelen, bemerken, opmerken -
9 чуять
vgener. rieken, ruiken (aan-÷òî-ô.), speuren -
10 delve among the newspapers
delve among the newspapers -
11 hunt after/for an address
hunt after/for an address -
12 mouse
n. muis (ook in computers); (in computers) muis, een klein apparaat met drukknoppen dat op het scherm te zien is middels een pijl of een ander teken--------v. Muizen vangen (kat)mouse1[ maus] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: mice〉→ cat cat/————————mouse22 snuffelen ⇒ (rond)neuzen, speuren♦voorbeelden:mouse round libraries • bibliotheken doorsnuffelen -
13 quest
n. (het) zoeken, huiszoeking; zoeken naar; opsporing ; verhoor, onderzoek--------v. zoeken; verzoeken; nagaanquest1♦voorbeelden:in quest of • op zoek naar————————quest2 -
14 search
n. onderzoek; opsporing; verhoor--------v. zoeken; examineren; onderzoeken; nagaan; verhoren; opsporensearch1[ sə:tsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 grondig onderzoek ⇒ opsporing; speurwerk; 〈 figuurlijk〉 jacht; fouillering; huiszoeking; 〈 computer〉 zoekbewerking/functie♦voorbeelden:his search after glory • zijn jacht op/naar roemthe search for terrorists • de jacht op terroristenin search of • op zoek naar————————search2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 grondig onderzoeken ⇒ grondig bekijken; fouilleren; naspeuren♦voorbeelden:search out • op het spoor komen -
15 smell
n. geur; stank; geurzintuig--------v. ruiken; stinken; geuren; voelensmell1[ smel] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 snuf♦voorbeelden:————————smell2♦voorbeelden:→ smell out smell out/ -
16 trace
n. spoor; tikje; indruk; paardentuig--------v. volgen; vinden; achtervolgen; (in computers) het volgen van de werking van een programma regel voor regeltrace1[ trees] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:lose trace of • uit het oog verliezengone without trace • spoorloos verdwenen————————trace2〈 werkwoord〉5 〈+back〉nagaan/speuren ⇒ opsporen, terugvoeren♦voorbeelden:5 the rumour was traced back to his aunt • men kwam erachter dat het gerucht afkomstig was van zijn tante -
17 wind
n. wind; storm; ademhaling; blaasinstrument; wind (laten); tip; praat zonder inhoud; neiging--------n. wind; windstreek; tocht; lucht, reuk; adem; de blaasinstrumenten; de blazers; doelloos gepraat, gezwets--------v. omdraaien; kronkelen; verkrommen; omwikkelen, omwinden; binden; omgewikkeld worden; van richting veranderen--------v. uit laten luchten; in een blaasinstrument blazen; ruikend zoeken; moeilijk ademen; verademenwind1[ wajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slag ⇒ (om)wenteling, draai————————wind21 wind ⇒ luchtstroom, tocht; rukwind♦voorbeelden:fair wind • gunstige windfling/throw something to the winds • iets in de wind slaan/veronachtzamen(sail) close to the/near the wind 〈 scheepvaart〉 • scherp (bij de wind) (zeilen); 〈 figuurlijk〉de grens van het oirbare/toelaatbare (raken)there's something in the wind • er is iets gaande/aan de hand♦voorbeelden:〈 informeel〉 get/have the wind up • hem knijpen, in de rats zittenget one's second wind • er weer tegenaan kunnen♦voorbeelden:¶ to the (four) winds • in het rond, alle kanten op————————wind3♦voorbeelden:————————wind4♦voorbeelden:1 winden ⇒ spoelen, draaien♦voorbeelden:1 zich slingerend banen ⇒ door/indringen2 winden ⇒ wikkelen, (op)rollen♦voorbeelden:wind back • terugspoelenwind in • binnen/inhalen 〈 van vis(lijn)〉————————wind5 -
18 rechercher
rechercher [rəsĵersĵee]〈 werkwoord〉1 zoeken (naar) ⇒ opzoeken, speuren naar2 uitzoeken ⇒ onderzoeken, een onderzoek instellen naar3 nastreven ⇒ najagen, streven naar♦voorbeelden: -
19 fahnden
-
20 sichern
sichernII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beveiligen ⇒ afsluiten, op slot doen2 garanderen, verzekeren, waarborgen ⇒ veilig stellen3 bezorgen, reserveren, zich verzekeren van♦voorbeelden:2 gesicherte Arbeitsplätze • gegarandeerde, vaste arbeidsplaatsenstatistisch gesichert • statistisch gestaafd5 Beweismaterial sichern • bewijsmateriaal vaststellen, verzamelen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
speer — Spere Spere, v. i. [AS. spyrian to inquire, properly, to follow the track; akin to D. speuren, G. sp[ u]ren, Icel. spyrja. [root]171. See Spoor.] To search; to pry; to ask; to inquire. [Prov. Eng. & Scot.] [Written also {speer}, {speir}.]… … The Collaborative International Dictionary of English
speir — Spere Spere, v. i. [AS. spyrian to inquire, properly, to follow the track; akin to D. speuren, G. sp[ u]ren, Icel. spyrja. [root]171. See Spoor.] To search; to pry; to ask; to inquire. [Prov. Eng. & Scot.] [Written also {speer}, {speir}.]… … The Collaborative International Dictionary of English
Spere — Spere, v. i. [AS. spyrian to inquire, properly, to follow the track; akin to D. speuren, G. sp[ u]ren, Icel. spyrja. [root]171. See Spoor.] To search; to pry; to ask; to inquire. [Prov. Eng. & Scot.] [Written also {speer}, {speir}.] Jamieson.… … The Collaborative International Dictionary of English
spüren — Vsw std. (8. Jh.), mhd. spür(e)n, ahd. gispurren, spurien Stammwort. Aus g. * spur ija Vsw. nachspüren , auch in anord. spyrja, ae. spyrian. Eigentlich die Spur verfolgen (zu Spur), dann auf andere Wahrnehmungsarten übertragen. Adjektiv: spürbar; … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache