-
1 snoop
n. pottekijker, bemoeial--------v. rondsnuffelensnoop1♦voorbeelden:————————snoop2♦voorbeelden: -
2 ferret about/around among someone's papers
ferret about/around among someone's papersEnglish-Dutch dictionary > ferret about/around among someone's papers
-
3 ferret
n. fret (klein roofdier); band om iets mee vast te maken--------v. weg smokkelen, verbannen; jagen met behulp van fretten; neuzen; openbaar maken; martelenferret1[ ferrit] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————ferret2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:ferret out a secret • achter een geheim komen -
4 have a snoop around
-
5 meddle with
-
6 mouse about
mouse about -
7 mouse
n. muis (ook in computers); (in computers) muis, een klein apparaat met drukknoppen dat op het scherm te zien is middels een pijl of een ander teken--------v. Muizen vangen (kat)mouse1[ maus] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: mice〉→ cat cat/————————mouse22 snuffelen ⇒ (rond)neuzen, speuren♦voorbeelden:mouse round libraries • bibliotheken doorsnuffelen -
8 nose about
-
9 smell about/round
smell about/round -
10 smell
n. geur; stank; geurzintuig--------v. ruiken; stinken; geuren; voelensmell1[ smel] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 snuf♦voorbeelden:————————smell2♦voorbeelden:→ smell out smell out/ -
11 piocher
piocher [pie.osĵee]1 blokken ⇒ zwoegen, ploeteren2 〈 sport en spel〉een domino, kaart kopenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 blokken op ⇒ vossen op, hengsten voor, ijverig bestuderen -
12 herumkramen
-
13 herumschnüffeln
-
14 herumstöbern
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский