-
41 afraid
adj. wantrouwend; bang, angstig[ əfreed]1 bang ⇒ angstig, bezorgd♦voorbeelden:afraid of one's own shadow • bang als een wezelshe was afraid to wake her husband • ze durfde haar man niet wakker te makenI'm afraid for you/your safety • ik maak me zorgen om jou/jouw veiligheidafraid of something • bang voor ietsshe was afraid of waking her husband • ze was bang dat ze haar man wakker zou makendon't be afraid of asking for help • vraag gerust om hulpI'm afraid I'm late • het spijt me maar ik ben te laatI'm afraid you might be wrong there • ik vrees dat je daar ongelijk hebt -
42 fear
n. angst; bedreiging; zorg, bangheid; bezorgdheid--------v. bang zijn; angstig zijn; zich zorgen maken; benauwd zijn; opzien tegenfear1[ fiə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 without fear or favour • rechtvaardig, onpartijdigfor fear of • uit vrees datin fear and trembling • met angst en bevengo in fear of • bang zijn voor〈 informeel〉 no fear • beslist niet, geen sprake vanput the fear of God into someone • iemand goed bang maken————————fear2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vrezen ⇒ bang zijn voor, duchten2 vermoeden ⇒ een voorgevoel hebben van, vrezen♦voorbeelden: -
43 scare
n. angst--------v. bang maken; doen schrikkenscare1[ skeə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (redeloze) schrik ⇒ vrees, paniek(stemming)♦voorbeelden:————————scare21 angstaanjagend ⇒ paniek-, paniek(zaaiend)♦voorbeelden:————————scare3〈 informeel〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:scared of • bang voorscared out of one's wits • buiten zichzelf van schrik, doodsbang→ scare up scare up/ -
44 frighten
v. laten schrikken, bang maken; afschrikken, wegjagen; doen schrikken[ frajtn]1 bang maken ⇒ doen schrikken, afschrikken♦voorbeelden:we were frightened to death • we schrokken ons doodfrighten away/off • afschrikken, wegjagenbe frightened at the thought • bang bij de gedachte wordenbe frightened of snakes • bang voor slangen zijn -
45 big
adj. groot; omvangrijk; dik; gewichtigbig1[ big] 〈bijvoeglijk naamwoord; bigger; bigness〉1 groot ⇒ omvangrijk, dik, zwaar; (hoog)zwanger, (hoog)drachtig3 groot ⇒ ouder, volwassen♦voorbeelden:big money • grof geld, het grote gelda big woman • een grote/zware vrouwbig with child • (hoog)zwanger, op alle dagenbig business • het groot kapitaal, de grote zakenwereldhe is a big name in show business • hij heeft een grote naam in de showwereldthe big opportunity • de grote kans3 my big sister • mijn grote/oudere zus4 the Big Bang • de Grote Knal, oerknal, oerexplosie; omwenteling, Big Bang 〈 met betrekking tot de Londense beurs in 1986〉〈 informeel〉 have big ideas • ambitieus zijn, het hoog in de bol hebbenbig talk • grootspraak, gebluf5 big words • bombast, grote woordenhave a big heart • gulhartig zijnthat was very big of him • dat was erg grootmoedig van hemBig Brother • Big Brother, Grote Broeder 〈de dictator in Orwells roman ‘1984’〉〈 ironisch〉 big deal! • reusachtig!〈 vaak figuurlijk〉 bang/beat the big drum • de grote trom roeren, hoog van de toren blazen〈 techniek, technologie〉 big end • (grote) drijfstangkop, big endwhat's the big hurry? • vanwaar die haast?what's the big idea? • wat is hier aan de hand?————————big2〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
46 chicken
n. broedkip of kip opgefokt om later geslacht te worden; kippevlees; bangerd (Slang); jonge homo (Beledigende Taal)--------v. bang zijn; je terug trekken uit angstchicken1[ tsjikkin] 〈meervoud: ook chicken〉2 kip3 kind♦voorbeelden:count one's chickens before they are hatched • de huid verkopen voor dat men de beer geschoten heeft♦voorbeelden:————————chicken2 -
47 fearful
adj. vreselijk. verschrikkelijk; angstig; uit angst; is bang; huivert; houdt afstand[ fiəfl] 〈 fearfulness〉1 vreselijk ⇒ afschuwelijk, ontzettend2 bang ⇒ angstig, bevreesd♦voorbeelden:fearfully bad weather • afgrijselijk slecht weer -
48 funk
n. angst; lafaard; doodsangst; punk (soort jazz muziek); bang zijn, niet (aan)durven--------v. bang zijn, niet (aan)durven; ontduikenfunk1[ fungk]♦voorbeelden:————————funk2〈 werkwoord〉 〈voornamelijk Brits-Engels; slang〉1 bang zijn (voor/om) ⇒ niet (aan)durven♦voorbeelden: -
49 I'm afraid not
-
50 afraid of one's own shadow
———————— -
51 bogeyman
n. boeman (die kinderen in het donker bang maakt), denkbeeldig persoon uit kinderverhalen die kinderen bang maakt; beangstigend ding of iemand; boze geestbogeyman, bogyman〈meervoud: bogeymen〉1 boeman ⇒ (kwel)duivel, kwade geest -
52 cow
n. koe, volwassen vrouwtjeskoe (wordt in veebedrijf gefokt voor melkproductie); volwassen vrouwtje van verschillende grote dieren (vrouwtjesolifant, vrouwtje van walvis)--------v. koeioneren, intimideren, bang makencow1[ kau] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ till the cows come home • tot je een ons weegt, eindeloos→ holy holy/————————cow2〈 werkwoord〉1 koeioneren ⇒ intimideren, bang maken -
53 fright
n. angst, verschrikking, schrik; "ellende"; schrikbarend beeld; afschrikkend beeld[ frajt]1 angst ⇒ vrees, schrik2 〈 informeel〉iets/iemand om bang van te worden♦voorbeelden:give a fright • de schrik op 't lijf jagenhe took fright at the sight of the officer • de schrik sloeg hem om 't hart toen hij de politieagent zag -
54 intimidate
-
55 nervous
adj. zenuwachtig, nerveus; gespannen, opgewonden[ nə:vəs] 〈 nervousness〉♦voorbeelden:2 nervous breakdown • zenuwinstorting/inzinkingnervous disorders • zenuwstoringen(central) nervous system • (centraal) zenuwstelsel3 nervous of • bang voor/om te -
56 timorous
adj. angstvallig, schroomvallig, bang, beschroomd; vreesachtig[ timrəs] 〈 timorousness〉2 timide ⇒ bedeesd, beschroomd -
57 unafraid
-
58 got cold feet
kreeg koude voeten (terughoudend, bang), werd bang -
59 gunshy
adj. iemand die bang is voor schieten; bang voor het geluid van schieten; iemand die aarzelt te schieten (jargon) -
60 scaredy-cat
(Slang) iemand die bang is of bang lijkt
См. также в других словарях:
bang — bang … Dictionnaire des rimes
Bang — is commonly used as an onomatopoeia for a sound, mostly that of an explosion.Bang or bangs may refer to: *Fringe (hair), hair that is combed forward and cut short on the forehead, known as bangs in North America *!BANG!, a professional wrestling… … Wikipedia
bang — [ bɑ̃g ] interj. et n. m. inv. • 1953; empr. à l angl. 1 ♦ Onomatopée exprimant le bruit d une explosion violente. 2 ♦ N. m. inv. Déflagration accompagnant le franchissement du mur du son. Les bang des avions supersoniques. Astron. Le grand bang … Encyclopédie Universelle
Bang Pa-In — บางปะอิน Provinz: Ayutthaya Fläche: 229,1 km² Einwohner: 73.630 (2000) Bev.dichte: 321 E./km² PLZ: 13160 … Deutsch Wikipedia
Bang — steht für: Brucellose, eine Infektionskrankheit eine in Kamerun übliche Bezeichnung für Lophira alata (auch: Bongossi) Bang!, ein 2002 erschienenes Kartenspiel von Emiliano Sciarra Bang ist der Familienname folgender Personen: Andreas Bang Haas… … Deutsch Wikipedia
Bang Bo — บางบ่อ Provinz: Samut Prakan Fläche: 245,0 km² Einwohner: 85.208 (2000) Bev.dichte: 348 E./km² PLZ: 10560 … Deutsch Wikipedia
Bang Na — บางนา Daten Provinz: Bangkok Fläche: 18,789 km² Einwohner: 101.590 (2005) Bev.dichte: 5406,8 E./km² PLZ: 10260 … Deutsch Wikipedia
bang — bang·al·ay; bang; bang·i·a·ce·ae; bang·i·a·les; bang·ing; bang·i·oi·de·ae; bang·kal; bang·os; bang·ster; ge·bang; jing·bang; lum·bang; pa·lem·bang; pro·bang; she·bang; bang·er; gang·bang·er; head·bang·er; in·ter·ro·bang; bang·kok; bang·i·a·ceous; … English syllables
bang — ► NOUN 1) a sudden loud sharp noise. 2) a sudden painful blow. 3) (bangs) chiefly N. Amer. a fringe of hair cut straight across the forehead. ► VERB 1) strike or put down forcefully and noisily. 2) make or cause to make a bang … English terms dictionary
Bang Pa In — … Deutsch Wikipedia
!Bang! — Founded 2001 Style American professional wrestling Headquarters Ocala, Florida Founder(s) Dory Funk, Jr. Owner(s) … Wikipedia