-
1 cape
cape [kaap]〈v.〉♦voorbeelden:1 sous cape • heimelijk, stiekemrire sous cape • in zijn vuistje lachen→ romanf1) cape2) dekblad [sigaar] -
2 couverture
couverture [koevertuur]〈v.〉1 deken♦voorbeelden:amener, tirer la couverture à soi • zich het grootste, beste deel van iets toe-eigenencette assurance présente une couverture à 80% • deze verzekering dekt 80% van de schadef1) bedekking2) deken3) omslag, kaft4) dakbedekking5) dekking6) dekmantel, schijn7) (het) verslaan [nieuws]8) dekblad, deklaag [geologie] -
3 caché
-
4 robe
robe [rob]〈v.〉2 toga ⇒ toog, soutane♦voorbeelden:1 robe de chambre • ochtendjas, kamerjasrobe chemisier • overhemdjurkrobe de grossesse • positiejurk→ hommef1) jurk, japon2) toga3) schil4) huid [dier] -
5 enrobage
enrobage [ãrobbaazĵ],enrobement [ãrobmã]〈m.〉1 (het) omhullen ⇒ (het) bekleden, (het) dekken2 omhulsel ⇒ bekleding, omhulling, dekblad -
6 rober
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский