-
1 ontploffen
♦voorbeelden:1 laten/doen ontploffen • blow up, explodesnel ontploffende explosieven • high explosives -
2 ontploffen
-
3 ontploffen
взрываться; взорваться, разорваться* * *(t) (z)láten ontplóffen — взрывать
* * *гл.общ. взрываться -
4 ontploffen
I.explodierenII.platzen -
5 ontploffen
v. explode, detonate, fulminate -
6 ontploffen
1) explodera2) krevera -
7 ontploffen
patlamak [-ar] v -
8 ontploffen
exploser -
9 ik dacht dat hij zou ontploffen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik dacht dat hij zou ontploffen
-
10 laten/doen ontploffen
laten/doen ontploffenblow up, explodeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > laten/doen ontploffen
-
11 laten ontploffen
гл.общ. подоврать -
12 rasprsnuti se
ontploffen -
13 go bang
ontploffen———————— -
14 blow up
opblazenblow up1 ontploffen ⇒ exploderen, springen♦voorbeelden:the crisis blew up • de crisis brak uitII 〈 overgankelijk werkwoord〉5 doen opwaaien ⇒ opjagen, opdwarrelen -
15 detonate
v. ontploffen, tot ontploffing brengen[ dettəneet] 〈zelfstandig naamwoord: detonation〉1 ontploffen ⇒ detoneren, exploderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tot ontploffing brengen ⇒ laten exploderen/ontbranden -
16 explode
v. ontploffen, opblazen, kapot slaan[ iksplood]1 exploderen ⇒ ontploffen, (uiteen)barsten3 snel/plots stijgen♦voorbeelden:explode with laughter • in lachen uitbarstenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
17 éclater
éclater [eeklaatee]2 losbarsten ⇒ uitbarsten, uitbreken3 uiteenvallen ⇒ opgedeeld worden, zich splitsen4 duidelijk zichtbaar worden, zijn♦voorbeelden:2 sa colère éclata • hij, zij ontstak in woedela Marseillaise éclata • plotseling weerklonk de Marseillaisela salle éclata (en applaudissements) • het applaus barstte los in de zaal4 la joie éclata sur son visage • de vreugde straalde van zijn, haar gezicht afII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v1) (uit elkaar) barsten, ontploffen2) klappen [band]3) losbarsten4) uiteenvallen, zich splitsen -
18 взрываться
-
19 подоврать
v1) gener. de lucht in laten vliegen, laten ontploffen, opblazen(met springstof), een knauw geven(gezondheid, positie), ondermijnen(gezondheid, autoriteit), slopen(krachten)2) econ. ontwrichten -
20 blow a gasket
ontploffen, uit zijn vel springen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Турецкий
- Французский
- Шведский
ontploffen
Страницы