-
1 taciturn
adj. zwijgzaam -
2 close-lipped
-
3 close
adj. dichtbij; dicht; vlakbij; intiem--------adv. dichtbij--------n. binnenplaats; erf; hof; achtertuin; steeg--------v. sluiten; dicht doen; eindigenclose1[ kloos] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————close2[ klooz] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 einde ⇒ slot, besluit♦voorbeelden:1 bring to a close • tot een eind brengen, afsluitencome/draw to a close • ten einde lopenat the close of the century • aan het eind van de eeuw————————close3[ kloos] 〈bijvoeglijk naamwoord; closeness〉2 bedekt ⇒ verborgen, geheim; zwijgzaam3 gierig5 nabij ⇒ naast 〈 familie〉; intiem, dik 〈 vriend(schap)〉; onmiddellijk, direct 〈 nabijheid〉; getrouw, letterlijk 〈 kopie, vertaling〉; gelijk opgaand 〈 (wed)strijd〉; kort 〈 haar, gras〉♦voorbeelden:too close for comfort • een beetje (al) te dichtbijclose at hand • (vlak) bij de hand, dicht in de buurtat close range • van dichtbija closely knit family • een hechte familiebandclose to something • dicht bij ietskeep a close watch on someone • iemand scherp in de gaten houdenat close quarters • zeer dichtbij————————close4[ klooz]♦voorbeelden:close on • zich sluiten om/over→ close down close down/, close in close in/, close out close out/, close up close up/, close with close with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:→ close down close down/, close up close up/————————close52 dicht(bij) ⇒ vlak, tegen♦voorbeelden:sail close to the wind • hoog/scherp aan de wind zeilengo/run close • op de hielen zittenclose by/to • vlak bij〈 informeel〉 close on • vlak bij, bijnaclose on sixty years • bijna zestig jaar -
4 dumb
adj. stom (spreekt niet), zwijgt; dom--------n. stom (niet kunnen/willen spreken); zwijgzamen--------v. doen verstommem; iemand sprakeloos maken1 stom ⇒ niet kunnen/willen spreken, zwijgzaam2 dom ⇒ stom, suf♦voorbeelden:1 to be struck dumb • met stomheid geslagen zijn, sprakeloos zijnthe dumb • de stommen -
5 incommunicative
adj. niet communicerend, in zichzelf opgesloten zijnd[ ingkəmjoe:nikkətiv] -
6 reticent
adj. terughoudend, gesloten[ rettisnt] -
7 silent
adj. stil; rustig; stom; zonder geluid, geluidloos (film); verlamd; niet spraakzaam--------n. stomme film[ sajlənt]1 stil ⇒ (stil)zwijgend, zwijgzaam; onuitgesproken, stom; rustig♦voorbeelden:a silent film • een stomme filmsilent as the grave • doodstilthe k in ‘know’ is a silent letter • de k in ‘know’ is een stomme letterthe silent majority • de zwijgende meerderheidthe silent screen • de stomme filmkeep silent • rustig/stil blijventhe report is silent (up)on the incident • het rapport zegt niets over het incident -
8 speechless
adj. sprakeloos; zonder woorden; zonder een woord uit te brengen[ spie:tsjləs] 〈 speechlessness〉1 sprakeloos ⇒ stom, verstomd♦voorbeelden:2 speechless admiration • onbeschrijfelijke/woordeloze bewondering -
9 dumbly
adv. zwijgzaam, sprakeloos -
10 taciturnly
adv. zwijgzaam, stil, zwijgend -
11 uncommunicative
adj. zwijgzaam, gereserveerd
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский