-
1 zitting houden
zitting houden -
2 zitting houden
zitting houdenbe in session, meet -
3 zitting houden
сущ.общ. заседать -
4 zitting houden
siéger -
5 zitting
1 [deel van een stoel] seat3 [zittingstijd] session♦voorbeelden:2 zitting houden • be in session, meetde zitting openen/verdagen • open/adjourn the meetingzitting met/achter gesloten deuren • a meeting behind closed doorszitting nemen in de raad • take a place on the board -
6 zitting
♦voorbeelden:zitting nemen in de raad • faire son entrée au conseil -
7 zasjedati
zitting houden -
8 заседать
zitting houden, vergaderen, bijeenkomen -
9 séance
séance [see.ãs]〈v.〉1 zitting ⇒ vergadering, bijeenkomst♦voorbeelden:séance d'un tribunal • rechtszittingclore, lever la séance • de zitting opheffenêtre en séance • zitting houden, in bespreking zijnsuspendre la séance • de zitting verdagen, schorsentenir séance, tenir ses séances • zitting houdenséance récréative • (kinder)voorstelling¶ séance tenante • onmiddellijk, op staande voet, stante pedef1) zitting2) vergadering3) voorstelling, uitvoering4) behandeling [medisch] -
10 session
n. vergadering; bijeenkomst; zitting; semester[ sesjn]2 zitting ⇒ zittingsperiode/tijd5 bijeenkomst ⇒ partij, vergadering♦voorbeelden:in session • in zittingbe in session • zitting houden→ petty petty/ -
11 siéger
-
12 заседать
vgener. zitting houden, zitten, vergaderen -
13 be in session
be in session -
14 assises
assises [aasiez]〈v., meervoud〉♦voorbeelden:2 tenir ses assises • zitting houden, vergaderen, bijeenkomen -
15 tenir ses assises
tenir ses assiseszitting houden, vergaderen, bijeenkomen -
16 tenir séance, tenir ses séances
tenir séance, tenir ses séancesDictionnaire français-néerlandais > tenir séance, tenir ses séances
-
17 être en séance
être en séancezitting houden, in bespreking zijn -
18 заседать
vgener. zitting houden, zitten, vergaderen -
19 tenue
tenue [tənuu]〈v.〉1 (het) houden ⇒ (het) bij-, onderhouden2 houding ⇒ gedrag, manieren4 zitting♦voorbeelden:2 un peu de tenue! • gedraag je!manquer de tenue • geen manieren, geen niveau hebbentenue de cérémonie • gala-uniformtenue de soirée • avondkledingtenue de ville • wandelkostuumen petite tenue, en tenue légère • luchtig gekleedse mettre en tenue • het uniform, de dienstkleding aantrekkenroman d'une haute tenue • moreel hoogstaande romantout d' une tenue, d' une seule tenue • aan één stuk, zonder ophoudenf2) houding, gedrag3) kleding4) zitting5) vastheid [koers] -
20 sit
v. zitten; zich neerzetten; neerzetten; vinden; als voorbeeld dienen (bij modeltekenen); passen (kleren)1 zitten2 zijn ⇒ zich bevinden, liggen, staan7 zitting hebben/houden♦voorbeelden:sit through a meeting • een vergadering uitzittenthat idea doesn't sit well with me • dat idee zit me niet lekkersit about/around • lanterfantensit by • lijdelijk toekijkensit down • gaan zittensit down under • lijdelijk ondergaan, slikkensit in on • als toehoorder bijwonensit with • helpen verplegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉→ sit out sit out/
См. также в других словарях:
Jan Baptist David — Jean Baptiste David Activités chanoine historien homme de lettres philologue … Wikipédia en Français