-
41 what's fidgeting her?
what's fidgeting her?waarom is ze zo zenuwachtig? -
42 wrought up
adj. opgewonden; geïrriteerd; in nerveuze toestand, nerveus, zenuwachtigwrought up1 gespannen ⇒ nerveus, opgewonden -
43 became nervous
werd zenuwachtig -
44 being tensed
Gespannen zijn (zenuwachtig zijn, stijf zijn (van spier)) -
45 fidgetiness
n. onrustig, druk, zenuwachtig -
46 irritable male syndrome
n. toestand waarin mannen lijden aan stress slecht gehumeurd zenuwachtig boos of geirriteerd raken als gevolg van onverwachte daling van het mannelijke sexuele hormoon testosteron -
47 jumps
n. onrustig, spanning, zenuwachtig -
48 kittle
adj. lastig, onberekenbaar; zenuwachtig; vakmanschap vereisend -
49 neurotic person
neurotisch persoon (zenuwachtig persoon, gespannen, opgewonden) -
50 waspishly
adv. opvliegend, bits; zenuwachtig -
51 waspy
adj. wesp-achtig; zenuwachtig -
52 agacer
agacer [aagaasee]1 ergeren ⇒ irriteren, boos maken♦voorbeelden:il m'agaçait un peu • hij hing me een beetje de keel uit1 zich ergeren ⇒ zenuwachtig worden, gek worden van1. vergeren, irriteren2. s'agacerv -
53 nerveusement
-
54 fébrile
fébrile [feebriel]1 koorts(acht)ig ⇒ onrustig, zenuwachtig♦voorbeelden:2 courbe fébrile • koortskromme, -curveêtre fébrile • (licht) koortsig zijn -
55 hypernerveux
-
56 tortiller ses cheveux
tortiller ses cheveux -
57 tortiller ses doigts
tortiller ses doigts -
58 nervioso
nerveus, zenuwachtigDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > nervioso
-
59 nervös
1) nerveus2) zenuw-3) zenuwachtig -
60 Flattermann
Страницы