-
21 nerveux
nerveux [nerveu]1 zenuwachtig ⇒ nerveus, opgewonden2 zenig ⇒ gespierd, taai♦voorbeelden:il n'est pas très nerveux dans son travail • hij werkt niet met erg veel pit= nerveuse; adj1) zenuwachtig2) gespierd, taai, krachtig3) zenuw- -
22 tortiller
tortiller [tortiejee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (ineen)draaien ⇒ wringen, kronkelen♦voorbeelden:tortiller ses doigts • (zenuwachtig) zijn hand samenknijpen1. v3) wringen, kronkelen2. se tortillerv -
23 énerver
énerver [eenervee] -
24 zappelig
-
25 нервировать
vgener. enerveren, zenuwachtig maken -
26 нервный
adjgener. geagiteerd, nerveus, zenuwachtig -
27 очень волноваться
advgener. zenuwachtig zijnRussisch-Nederlands Universal Dictionary > очень волноваться
-
28 очень нервничать
advgener. zenuwachtig zijn -
29 расстраивать нервы
vgener. zenuwachtig makenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > расстраивать нервы
-
30 all of a dither
all of a ditherzenuwachtig, opgewonden -
31 fidget with one's pen
fidget with one's pen -
32 fidgety
adj. nerveus, de kriebels hebben, het niet stil kunnen zitten[ fidzjətie]1 onrustig ⇒ druk, zenuwachtig -
33 fuss about
fuss about -
34 fussy
adj. (overdreven) druk; pietluttig, moeilijk[ fussie] 〈 fussiness〉1 (overdreven) druk ⇒ zenuwachtig, bemoeiziek2 pietluttig ⇒ overdreven precies, moeilijk♦voorbeelden:she's very fussy about … • zij doet altijd erg moeilijk over … -
35 overstrung
-
36 snappish
-
37 string
n. veter, lont, snaar; rij (ook in computers); serie; kolom; vezel; (in computers) een rij tekens die als een enkele informatie wordt gezien--------v. rijgen, snoeren; besnaren; bespannen; spannen; afristen, afhalen (bonen)string1[ string] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 koord ⇒ touw(tje), garen3 snaar5 aaneenschakeling ⇒ snoer, ris(t); reeks, sliert; streng♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 have someone on a string • iemand in zijn macht hebben/houden; iemand aan het lijntje houden5 string of cars • rij/file auto's¶ have two strings/a second string to one's bow • op twee paarden wedden, meer pijlen op zijn boog hebbenplay second string • de tweede viool spelenwith no strings attached • zonder kleine lettertjes/beperkende bepalingen————————string2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 (aan elkaar) rijgen ⇒ ritsen, aaneenschakelen♦voorbeelden:¶ strung up • zenuwachtig, gespannen, opgewonden→ string along string along/, string out string out/ -
38 strung up
strung upzenuwachtig, gespannen, opgewonden -
39 twitch
n. rukje, zenuwtrekking--------v. rukken, trekken (aan, met); zenuwachtig trekkentwitch1[ twitsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 ruk————————twitch22 steken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
40 twittery
Страницы