-
1 énervé
énervé [eenervee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:adj -
2 nerveux
nerveux [nerveu]1 zenuwachtig ⇒ nerveus, opgewonden2 zenig ⇒ gespierd, taai♦voorbeelden:il n'est pas très nerveux dans son travail • hij werkt niet met erg veel pit= nerveuse; adj1) zenuwachtig2) gespierd, taai, krachtig3) zenuw- -
3 tortiller
tortiller [tortiejee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (ineen)draaien ⇒ wringen, kronkelen♦voorbeelden:tortiller ses doigts • (zenuwachtig) zijn hand samenknijpen1. v3) wringen, kronkelen2. se tortillerv -
4 énerver
énerver [eenervee] -
5 agacer
agacer [aagaasee]1 ergeren ⇒ irriteren, boos maken♦voorbeelden:il m'agaçait un peu • hij hing me een beetje de keel uit1 zich ergeren ⇒ zenuwachtig worden, gek worden van1. vergeren, irriteren2. s'agacerv -
6 nerveusement
-
7 fébrile
fébrile [feebriel]1 koorts(acht)ig ⇒ onrustig, zenuwachtig♦voorbeelden:2 courbe fébrile • koortskromme, -curveêtre fébrile • (licht) koortsig zijn -
8 hypernerveux
-
9 tortiller ses cheveux
tortiller ses cheveux -
10 tortiller ses doigts
tortiller ses doigts
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский