-
1 discussion
discussion [dieskuusjõ]〈v.〉1 discussie ⇒ bespreking, beraadslaging3 gesprek♦voorbeelden:pas de discussion • geen tegenspraakdonner matière à discussion, être sujet à discussion • omstreden zijnmettre en discussion • ter discussie stellenf1) bespreking, discussie2) twist3) gesprek -
2 dispute
dispute [diespuut]〈v.〉1 onenigheid ⇒ twist, woordenstrijd♦voorbeelden:avoir une dispute avec qn. • een woordenwisseling met iemand hebbenchercher la dispute • ruzie zoekenfonenigheid, twist -
3 empoigner
empoigner [ãpwaanjee]1 grijpen ⇒ vastpakken, (beet)pakken2 aangrijpen ⇒ hevig interesseren, boeien♦voorbeelden:1 elkaar in de haren vliegen ⇒ vechten, op de vuist gaan, slaags raken2 ruzie hebben ⇒ een heftige woordenwisseling hebben, elkaar uitscheldenv2) boeien, hevig interesseren -
4 mot
mot [moo]〈m.〉1 woord2 briefje♦voorbeelden:mot d'esprit • geestige opmerkingavoir le mot de la fin • het laatste woord hebbenmot d'ordre de grève • stakingsoproepmot de ralliement • wachtwoordmot vedette • trefwoordbon mot • geestig gezegdemot célèbre • beroemd gezegdeà mots couverts • in bedekte termenmots croisés • kruiswoordraadselje vais lui dire deux mots • ik ga eens een hartig woordje met hem sprekengros mot • vloekavoir des mots avec qn. • een woordenwisseling hebben met iemandavoir son mot à dire • recht van spreken hebbenavoir toujours le mot pour rire • van een grapje houdencompter ses mots • zorgvuldig sprekendire un (petit) mot • ook een woordje zeggendire, placer son mot • zijn zegje doen〈 spreekwoord〉 qui ne dit mot consent • wie zwijgt, stemt toeenlever à qn. les mots de la bouche • iemand de woorden uit de mond halenjouer sur les mots • woordspelingen makenne pas mâcher ses mots • er geen doekjes om winden, iets recht voor z'n raap zeggenmanger ses mots • zijn woorden inslikken, onduidelijk sprekense payer de mots • met holle frasen tevreden zijnpeser ses mots • zijn woorden wikken en wegenprendre qn. au mot • iemand aan zijn woord houdenne pas souffler mot de qc. • met geen woord over iets sprekenje lui en toucherai un mot • ik zal het er even met hem over hebbenà ces mots • bij die woordentraduction mot à mot • letterlijke vertalingen d'autres mots • met andere woordenen un mot • kortomen un mot comme en cent (en mille, en dix, en …) • om een lang verhaal kort te makenrapporter mot pour mot • letterlijk weergevensans mot dire • zonder iets te zeggenne pas savoir un traître mot • absoluut niets wetense donner le mot (de passe) • met elkaar afsprekentenir le mot de l'énigme • de oplossing van het raadsel gevonden hebbenau bas mot • op zijn minstm1) woord2) briefje -
5 prise
prise [priez]〈v.〉6 (het) stollen ⇒ (het) dik worden, (het) dicht vriezen♦voorbeelden:1 prise de bec • gekijf, woordenwisseling〈 juridisch〉 prise de corps • inhechtenisneming, gijzelingêtre aux prises avec • worstelen, het aan de stok hebben met 〈 ook figuurlijk〉en venir aux prises • slaags rakendonner prise à • aanleiding geven totprise d'otage(s) • gijzelingprise de position • stellingnameprise de possession • inbezitnemingprise de sang • (het) bloed afnemenprise de son • geluidsopnameprise de terre • aardleidingprise femelle • contrastekkerprise mâle • stekker¶ prise d'air • luchtkoker, ventilatieopeningprise d'armes • wapenschouwprise de conscience • bewustwordingprise d'eau • kraan, tappuntprise de tabac • snuifje tabakprise de voile • intrede in het kloosterêtre en prise directe sur, avec • nauw samenhangen met————————prise (de courant)f1) greep2) houvast3) inneming4) stopcontact5) vangst, buit6) stolling, bevriezing -
6 accrochage
accrochage [aakrosĵaazĵ]〈m.〉 -
7 algarade
-
8 altercation
-
9 avoir des mots avec qn.
avoir des mots avec qn. -
10 avoir une dispute avec qn.
avoir une dispute avec qn.Dictionnaire français-néerlandais > avoir une dispute avec qn.
-
11 empoignade
-
12 prise de bec
prise de becgekijf, woordenwisseling
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский