-
101 hewer
-
102 imitate
-
103 inlay
n. inlegging; versiering; vulling--------v. inleggen; versiereninlay1[ inlee] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 inlegsel ⇒ inlegwerk, mozaïek————————inlay2[ inlee] 〈 werkwoord〉1 inleggen♦voorbeelden: -
104 laminate
adj. geplet, gelamineerd--------v. pletten; laminerenlaminate1[ læminneet,læminnət] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 laminaat ⇒ gelaagd/plaatvormig product————————laminate2[ læminneet] 〈 werkwoord〉1 in dunne lagen/platen splijten2 lamineren ⇒ tot dunne platen pletten/walsen 〈 metaal〉; bedekken met (metalen) platen, beplaten; laagsgewijs vervaardigen♦voorbeelden:2 laminated wood • tri/multiplex -
105 mimic
adj. mimisch, nabootsend; nagebootst; geveinsd, schijn, onecht--------n. na-aper--------v. nabootsen, nadoen; na-apenmimic1[ mimmik] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————mimic2〈bijvoeglijk naamwoord; mimically〉1 mimisch♦voorbeelden:————————mimic3〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
106 pile
n. hoop; veel; verzameling gebouwen bij elkaar; batterij; stapel; aambei--------v. opstapelen; ophopenpile1[ pajl]1 (hei)paal ⇒ staak, pijler4 hoog/groot gebouw(encomplex) ⇒ blok gebouwen♦voorbeelden:1 dons ⇒ wol, vacht————————pile21 zich ophopen/opstapelen ⇒ samentroepen/stromen♦voorbeelden:1 pile in • binnenstromen/drommenpile up • zich opstapelenthey piled into the car • ze persten zich in de autoII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stapelen ⇒ opstapelen, beladen, vullen♦voorbeelden:pile the pressure on • de druk verhogenpile wood on(to) the fire • hout op het vuur gooienpile on/up something • iets opstapelenpile up a car • een auto in de vernieling rijden -
107 ply
n. laag (van hout of dubbele stof)--------v. een bep. route regelmatig afleggen; regelmatig beoefenenply1[ plaj] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: plies〉♦voorbeelden:2 what ply is this wool? • hoeveel draads wol is dit?————————ply2〈 plied〉1 〈+between〉 een bepaalde route regelmatig afleggen 〈 van bus, schip e.d.〉 ⇒ pendelen (tussen), geregeld heen en weer rijden/varen (tussen)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 formeel〉ijverig/regelmatig beoefenen ⇒ zich toeleggen op, (hard) werken aan♦voorbeelden:→ ply with ply with/ -
108 quality
adj. kwaliteit(s)--------n. kwaliteit; aard, eigenschap, goede eigenschap, karakteristiek; karakter, natuur; goede kwaliteit[ kwollətie] 〈meervoud: qualities〉1 kwaliteit ⇒ deugd, capaciteit2 eigenschap ⇒ kenmerk, karakteristiek♦voorbeelden:quality of life • leefbaarheid, kwaliteit van het bestaanhave the quality of gaining people's confidence • het vermogen bezitten het vertrouwen van de mensen te winnenin the quality of President • in de hoedanigheid van PresidentII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; ook attributief〉1 kwaliteit ⇒ waarde, gehalte♦voorbeelden:quality newspaper • kwaliteitskranthigh/low quality wood • hout van goede/slechte kwaliteitof poor/good quality • van slechte/goede kwaliteitpeople of quality • mensen van standing -
109 saw
n. zaag; spreuk, gezegde--------v. zagen, afzagen, doorzagensaw1[ so:] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————saw2〈voltooid deelwoord ook sawn [so:n]〉1 zagen ⇒ gezaagd worden, zich laten zagen♦voorbeelden:1 heen en weer/op en neer bewegen ⇒ zagen, zaagbewegingen maken (met)♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 saw down a tree • een boom om/afzagensaw off • afzagensaw up • in stukken zagen, opzagen————————saw3→ see see/ -
110 woad
См. также в других словарях:
Wood — /wood/, n. 1. Grant, 1892 1942, U.S. painter. 2. Leonard, 1860 1927, U.S. military doctor and political administrator. * * * I Hard, fibrous material formed by the accumulation of secondary xylem produced by the vascular cambium. It is the… … Universalium
Wood — Wood, n. [OE. wode, wude, AS. wudu, wiodu; akin to OHG. witu, Icel. vi?r, Dan. & Sw. ved wood, and probably to Ir. & Gael. fiodh, W. gwydd trees, shrubs.] [1913 Webster] 1. A large and thick collection of trees; a forest or grove; frequently used … The Collaborative International Dictionary of English
Wood — puede referirse a: Contenido 1 Personas 2 Lugares 3 Música 4 Otros Personas Alphonso W. Wood, botánico esta … Wikipedia Español
WOOD — Wood has always been used most commonly in the construction of domestic structures that do not require the same level of durability as temples and funerary monuments, which are more typically constructed from brick or stone. Timber became more … Historical Dictionary of Architecture
wood — W2S2 [wud] n ↑goggles, ↑saw, ↑wood [: Old English; Origin: wudu] 1.) [U and C] the material that trees are made of →↑wooden, woody ↑woody ▪ Put some more wood on the fire. ▪ … Dictionary of contemporary English
wood — wood1 [wood] n. [ME wode < OE wudu, earlier widu, akin to OHG wito < IE base * widhu , tree > OIr fid, Welsh gwŷdd, tree, forest] 1. [usually pl., with sing. or pl. v.] a thick growth of trees; forest or grove 2. the hard, fibrous… … English World dictionary
Wood — Wood, Grant Wood, Natalie Wood, Robert Williams * * * (as used in expressions) Annie Wood Halifax, Edward Frederick Lindley Wood, 1 conde de Johnson, Robert Wood Wood Buffalo, parque nacional Wood, Grant Wood, Leonard … Enciclopedia Universal
wood — [ wud ] noun *** 1. ) uncount the substance that forms the main part of a tree and is used for making things such as furniture: a piece of wood the polished dark wood of an antique table cut/chop wood: They stopped encouraging people to cut wood… … Usage of the words and phrases in modern English
wood|y — wood|y1 «WUD ee», adjective, wood|i|er, wood|i|est. 1. having many trees; covered with trees: »a woody hillside. 2. a) of the nature of or consistin … Useful english dictionary
Wood — Ridge, NJ U.S. borough in New Jersey Population (2000): 7644 Housing Units (2000): 3087 Land area (2000): 1.098509 sq. miles (2.845126 sq. km) Water area (2000): 0.000000 sq. miles (0.000000 sq. km) Total area (2000): 1.098509 sq. miles (2.845126 … StarDict's U.S. Gazetteer Places
wood — ► NOUN 1) the hard fibrous material forming the main substance of the trunk or branches of a tree or shrub, used for fuel or timber. 2) (also woods) a small forest. 3) (the wood) wooden barrels used for storing alcoholic drinks. 4) a golf club… … English terms dictionary