-
1 nuclear reactor
-
2 meltdown
n. het afsmelten (bij kernreactor); in (een) storting, ineenzakking (op internet) van netwerkmeltdown -
3 reactor
-
4 atomic pile
-
5 fuel
n. benzine--------v. benzine pompen, met benzine vullen, opvullenfuel1[ fjoeəl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————fuel2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
6 pile
n. hoop; veel; verzameling gebouwen bij elkaar; batterij; stapel; aambei--------v. opstapelen; ophopenpile1[ pajl]1 (hei)paal ⇒ staak, pijler4 hoog/groot gebouw(encomplex) ⇒ blok gebouwen♦voorbeelden:1 dons ⇒ wol, vacht————————pile21 zich ophopen/opstapelen ⇒ samentroepen/stromen♦voorbeelden:1 pile in • binnenstromen/drommenpile up • zich opstapelenthey piled into the car • ze persten zich in de autoII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stapelen ⇒ opstapelen, beladen, vullen♦voorbeelden:pile the pressure on • de druk verhogenpile wood on(to) the fire • hout op het vuur gooienpile on/up something • iets opstapelenpile up a car • een auto in de vernieling rijden -
7 converter reactor
n. kernreactor die minder splijtbaar materiaal produceert dan dat het een ander soort splijtbaar materiaal gebruikt of produceert
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский