-
21 klein wild
klein wild -
22 laaiend/wild enthousiast zijn over iets
laaiend/wild enthousiast zijn over ietsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > laaiend/wild enthousiast zijn over iets
-
23 op groot wild jagen
op groot wild jagenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op groot wild jagen
-
24 zich dood/wild ergeren
zich dood/wild ergerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich dood/wild ergeren
-
25 zich wild lachen
zich wild lachenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich wild lachen
-
26 zich wild schrikken
zich wild schrikkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich wild schrikken
-
27 jacht
I 〈 het〉1 [zeilboot; motorjacht] yachtII 〈de〉3 [jachttijd] (open) season♦voorbeelden:lange jacht • coursingjacht maken op • hunt 〈 wild〉; shoot 〈 klein wild〉; hunt (for) 〈 persoon〉; pursue 〈 eer, rijkdom〉; 〈 van roofdier〉 hunt, prey onop jacht gaan • go (out) hunting; go (out) shooting 〈 klein wild〉; 〈 van roofdier〉 go hunting, prowl4 jacht maken op een man/een vrouw • be after a man/a womanjacht maken op oorlogsmisdadigers • hunt down war criminalsde jacht met de camera • the great picture huntop jacht zijn naar iets • be on the hunt for something -
28 verwilderd
-
29 verwilderen
-
30 halfezel
n. wild ass, wild donkey, donkey that lives in the wild -
31 dol
3 [dwaas] foolish, silly, daft♦voorbeelden:dol van woede • hopping madeen dolle vlucht • a wild chasedoor het dolle heen zijn • be beside oneself with excitement/joydoor het dolle heen raken • go bonkersdol van vreugde • wild/drunk with joy4 dol op iets/iemand zijn • be mad/crazy about something/someoneII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 die schroef is dol • the screw is worn/slipping -
32 lukraak
♦voorbeelden:1 een lukrake poging doen • take a wild shot, make a wild attemptlukraak antwoorden • give a hit-or-miss answer -
33 verwildering
1 [het verwilderen/verwilderd zijn] 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden: -
34 woest
2 [ruw] rude, rough3 → link=woedend 0.1woedend 0.1♦voorbeelden:1 een woest voorkomen hebben • have a savage/fierce countenance -
35 dol van vreugde
dol van vreugdewild/delirious/mad with joy, on top of the world————————dol van vreugdewild/drunk with joyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dol van vreugde
-
36 een lukrake poging doen
een lukrake poging doentake a wild shot, make a wild attemptVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een lukrake poging doen
-
37 jacht maken op
jacht maken ophunt 〈 wild〉; shoot 〈 klein wild〉; hunt (for) 〈 persoon〉; pursue 〈 eer, rijkdom〉; 〈 van roofdier〉 hunt, prey on -
38 jachtgebied
-
39 jagen
3 [nalopen] chase♦voorbeelden:prijzen omhoog/omlaag jagen • drive prices up/downuiteen jagen • scatterzich een kogel door het hoofd jagen • put a bullet through one's headdie wet werd door de Tweede Kamer gejaagd • the law was rushed through parliamentiemand op kosten jagen • put someone to (great) expensevan school jagen • expel from schoolvoor zich uit jagen • drive before one2 [rusteloos streven] pursue3 [snel gaan] race♦voorbeelden:1 op patrijs jagen • hunt partridge, go (out) partridge-shootingop effect jagen • be after effectsde wolken joegen voorbij • the clouds scudded past -
40 kapot
♦voorbeelden:dat kopje is kapot • that cup is broken/crackedhet raam was kapot • the window was broken/smashedde sigarettenautomaat is kapot • the cigarette machine is out of orderzich kapot vervelen • be bored stiff/to tearszich kapot werken • work one's fingers to the bonekapot zitten • be dead tiredkapot van vermoeidheid • worn out, exhaustedkapot van verdriet • broken(-hearted) with griefhij is niet kapot te krijgen • he's a tough one/cookieergens kapot van zijn • be (all) cut up about something5 ik ben er niet kapot van • I'm not mad/wild about it
См. также в других словарях:
Wild — Wild, a. [Compar. {Wilder}; superl. {Wildest}.] [OE. wilde, AS. wilde; akin to OFries. wilde, D. wild, OS. & OHG. wildi, G. wild, Sw. & Dan. vild, Icel. villr wild, bewildered, astray, Goth. wilpeis wild, and G. & OHG. wild game, deer; of… … The Collaborative International Dictionary of English
wild — [wīld] adj. [ME wilde < OE, akin to Ger wild, prob. < IE base * wel , shaggy hair, unkempt > WOOL, VOLE1] 1. living or growing in its original, natural state and not normally domesticated or cultivated [wild flowers, wild animals] 2. not … English World dictionary
Wild! — Álbum de Erasure Publicación 16 de octubre de 1989 en Inglaterra 24 de octubre en los Estados Unidos Género(s) Synthpop Duración 38:28 … Wikipedia Español
Wild On! — was a travel show that was produced from 1997 until 2003 by E!. The series transported its viewers to the scariest fun destinations in the world, from Miami to Milan. It had three primary hosts over the years: Jules Asner (1997 1999), Brooke… … Wikipedia
wild — wild; wild·bore; wild·cat·ter; wild·ish; wild·ling; wild·ness; wild·ean; wild·ing; wild·ly; wild·ish·ness; … English syllables
Wild ! — Wild ! Album par Erasure Sortie 16 octobre 1989 Enregistrement 1989 Durée 38:13 Genre Pop Pro … Wikipédia en Français
Wild — Sn std. (9. Jh.), mhd. wilt, ahd. wild, mndd. wilt Stammwort. Aus wg. * welþaz n. Wild , auch in ae. wild(e), wildor. Gleicher Herkunft wie wild, aber mit einfacherer Stammbildung. Verb: wildern. Wildbret, Wilderer. westgermanisch s. wild … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Wild — Wild, er, este, adj. & adv. ein Wort, welches überhaupt der durch Cultur und Kunst veredelten und erhöheten Beschaffenheit entgegen gesetzet ist. 1. Der physischen Cultur entgegen gesetzt und ihrer beraubt, wo es in den meisten Fällen dem zahm… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Wild TV — Création septembre 2004 Propriétaire Wild TV Inc. (Dieter Kohler) Langue anglais Pays … Wikipédia en Français
wild — s.n. Regiune de la periferia zăpezilor veşnice, străbătută de cercul polar nordic. (din engl. wild) Trimis de tavi, 14.05.2004. Sursa: MDN wild s. n. Trimis de siveco, 10.08.2004. Sursa: Dicţionar ortografic WILD s.n. (geol.; … Dicționar Român
wild — Adj std. (8. Jh.), mhd. wilt, wilde, ahd. wildi , as. wildi Stammwort. Aus g. * welþija Adj. wild , auch in gt. wilþeis, anord. villr, ae. wilde, afr. wild(e). Außergermanisch entspricht kymr. gwyllt. Weitere Herkunft unklar. Vielleicht zu (ig.)… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache