-
61 temp
-
62 turn on
enthousiast raken; aanzetten, aandoen (radio e.d.); opendraaien, openzetten (water, gas)turn on1 enthousiast/opgewonden rakenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:3 does leather turn you on? • geeft leer je een kick?————————turn ondraaien om, afhangen van; gaan over 〈 van gesprek〉 -
63 tutor
n. privé leraar; goeverneur--------v. als privéleraar werkentutor1[ tjoe:tə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————tutor2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
64 willies
-
65 Lawrentian
adj. van of met betrekking tot D.H. Lawrence of zijn werken; karakteristiek voor D.H. Lawrence of voor zijn werken of zijn ideeën -
66 analects
n. uittreksels van literaire werken of van een collectie van literaire werken -
67 collected writings of
de gebundelde werken van, verzameling van werken van bepaalde dichter -
68 earn a living
geld verdienen met werken, voor de kost werken -
69 freelance
n. freelancer, onafhankelijk journalist/medewerker--------v. werken als "freelance" (professioneel werken zonder contract voor vaste werkplek) -
70 freelancing
n. het freelance werken, het onafhankelijk werken, freelancing -
71 fulfilled a precept
volbracht goede werken (volbracht een van de goede werken) -
72 interoperable
adj. bekwaam om samen te werken; in staat samen te werken tussen twee verschillende systemen (Computers) -
73 agir
agir [aazĵier]1 handelen ⇒ te werk gaan, zich gedragen2 invloed hebben ⇒ zijn invloed aanwenden, beïnvloeden♦voorbeelden:1 gaan om ⇒ betreffen, sprake zijn van♦voorbeelden:il s'agit de savoir si • het is de vraag ofil s'agit dans ce livre de • het boek gaat overde quoi s'agit-il? • waar gaat het over?1. v1) handelen, optreden, zich gedragen2) beïnvloeden, druk uitoefenen3) (in)werken2. s'agir (de)v1) gaan om, sprake zijn (van)2) het is nodig -
74 boîte
boîte [bwaat]〈v.〉1 doos ⇒ blik, trommel, kistje5 nachtclub ⇒ dancing, discotheek, (dans)tent♦voorbeelden:1 boîte en fer • ijzeren trommel, kistboîte à gants • handschoenen-, dashboardkastjeboîte à idées • ideeënbus〈 informeel〉 boîte à images • kijkbuis, -doosboîte aux lettres • brievenbus〈 figuurlijk〉 boîte à malice • trukendoos, toverdoosboîte à musique • speeldoosboîte à ordures • vuilnisbakboîte à rythme(s) • ritmeboxboîte à savon • zeepdoosboîte de secours • verbandtrommelboîte à suggestions • ideeënbusboîte à surprise(s) • fopdoos, toverdoosboîte postale • postbusmettre en boîte(s) • inblikken〈 figuurlijk〉 mettre qn. en boîte • iemand voor de gek houden, op de kast jagenboîte crânienne • hersenpan〈 vliegtuig〉 boîte noire • zwarte doos, black boxf1) doos, trommel2) blikje3) kast, bak, lege ruimte [techniek]4) zaak, hok [om te werken]5) school6) gevangenis7) nachtclub -
75 brouter
brouter [broetee]2 grazenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 afgrazen ⇒ begrazen, afweidenv1) afgrazen, afweiden2) grazen3) met horten en stoten werken, stokken [machine] -
76 équipe
équipe [eekiep]〈v.〉1 team ⇒ sportploeg, elftal♦voorbeelden:travail d'équipe • teamwerktravailler en équipe • in ploegverband werkentravailler par équipes • in ploegendienst werkenf1) team, groep2) werkploeg -
77 fonctionner
-
78 main
main [mẽ]〈v.〉1 hand ⇒ handbreedte, voorhand3 haak ⇒ handvat, ring♦voorbeelden:1 la main sur la conscience • met de hand op het hart, eerlijkde main de maître • met meesterhandà main armée • gewapenderhandmettre la dernière main à qc. • de laatste hand aan iets leggen(à) main droite, gauche • (naar) rechts, linksavoir la main ferme • gezag hebbenavoir la haute main sur qc. • ergens de lakens uitdelenavoir la main heureuse • geluk hebbenil a la main leste • hij heeft zijn handen los zittendessin à main levée • tekening uit de losse handavoir les mains liées • met handen en voeten gebonden zijnde longue main • sedert lang, lang van tevorenun article préparé de longue main • een artikel waar lang aan gewerkt isne pas y aller de main morte • er flink op los slaan; overdrijvenà pleines mains • overvloedigavoir la main prompte • losse handen hebben, er gauw op los slaanpolitique de la main tendue • verzoeningspolitiekavoir les mains vides • met lege handen staanbattre des mains • klappen, applaudisserenchanger de main • van eigenaar verwisselendemander la main d'une jeune fille • de hand van een meisje vragendonner la main à qn. • iemand helpense faire la main • zich oefenenun tricot fait main • een handgebreid vestflanquer la main sur la figure à, de qn. • iemand een klap in zijn gezicht gevenforcer la main à qn. • iemand voor het blok zettenjoindre les mains • de handen vouwenlever, porter la main sur qn. • iemand (gaan) slaanmettre, prêter la main à qc. • iets ondernemen, aan iets werkenmettre la main dessus • in beslag nemen, aanhoudenmettre la main sur qc. • de hand op iets leggen, iets terugvindenmettre la main sur qn. • iemand arresteren; iemand terugvindenen mettre sa main au feu • zijn hand ervoor in het vuur stekenpasser la main dans le dos de qn. • voor iemand kruipenperdre la main • z'n vaardigheid kwijtrakenl'affaire va vous péter dans la main • de zaak zal als een zeepbel uit elkaar spatten, zal volledig de mist in gaanporter la main sur qn. • iemand een klap gevenprendre qn. la main dans le sac • iemand op heterdaad betrappenserrer la main à qn. • iemand de hand drukkentendre la main • bedelenen venir aux mains • handgemeen worden〈 sport en spel〉 il y a main! • hands!haut les mains! • handen omhoog!〈 figuurlijk〉 haut la main • zonder enige moeite, met glansfrein à main • handremtomber aux, entre, dans les mains de qn. • in iemands handen vallend' une main • met één handmanger dans la main de qn. • uit iemands hand eten, tam zijnmarcher la main dans la main • hand in hand lopen; 〈 figuurlijk〉 in volledige overeenstemming handelende la main à la main • onderhands, ‘in 't handje’de première main • uit de eerste handtravailler de ses mains • met zijn handen werkenêtre en bonnes mains • in goede handen zijnmener un cheval en main • een paard bij de toom leidence livre est en main • dit boek is uitgeleend, in gebruikprendre en main qc. • iets ter hand nementenir en main la situation • de toestand in de hand hebbenentre les mains de qn. • in iemands handen, onder iemands hoedemener par la main • met de hand leidense prendre par la main • zich vermannensous main • onder(s)hands, heimelijkje n'ai pas mon dictionnaire sous la main • ik heb mijn woordenboek niet bij de handmain courante • trapleuning, zeerelingmain de toilette • washandjefaire main basse sur qc. • iets achteroverdrukkenjouer à (la) main chaude • blindemannetje spelen〈 informeel〉 c'est du cousu main • dat is te gek, dat is puik, áfpremière main • eerste naaisterf1) hand2) handbreedte3) poot, klauw4) handvat5) boek papier [25 vel]6) handschrift -
79 marcher
marcher [maarsĵee]〈 werkwoord〉1 lopen ⇒ te voet gaan, wandelen2 functioneren ⇒ werken, lopen3 zich voortbewegen ⇒ voortgaan, rijden4 oprukken ⇒ optrekken, marcheren6 erin lopen ⇒ erin trappen, slikken♦voorbeelden:marcher avec qn. • met iemand in zee gaanmarcher sans but, à l'aventure • doelloos rondlopenmarcher sur qn. • over iemand heen walsen, over lijken gaancela fait marcher le commerce • dat is goed voor de handelmarcher au combat • ten strijde trekkenmarcher sur une ville • optrekken naar een stad5 faire marcher qn. • iemand commanderen, laten doen wat men wilje ne marche pas dans cette combine • ik doe niet mee met dat zaakjeje ne marche pas • ik vertik het6 faire marcher qn. • iemand voor de gek houden, erin laten lopenil ne marche pas, il court! • hij trapt er helemaal inv1) lopen, wandelen2) functioneren, werken3) voortgaan, rijden4) oprukken5) meedoen6) erin trappen -
80 opérer
opérer [oppeeree]♦voorbeelden:opérer sur qc. • inwerken op ietsII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:opérer la jonction • de verbinding tot stand brengen1 tot stand komen ⇒ plaats vinden, uitgevoerd wordenv1) werken, uitwerking hebben (op)2) opereren, te werk gaan3) verrichten5) bedienen [machine]
См. также в других словарях:
Werken — Werken … Wikipédia en Français
Werkén — is a traditional tribal leader but not a chief in the Mapuche Culture of Southern South America. Thine is to be subordinate to the Lonco or head and may be considered to be the body … Wikipedia
Werken — Wêrken, adj. & adv. von Werk oder Werrig, daraus bestehend. Werkenes Garn. Werkene Leinwand, Werkleinwand. S. 1. Werk … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
werken — V. (Aufbaustufe) mit den Händen arbeiten Beispiele: Der Bauer werkt auf seinem Acker. Sie hat den ganzen Tag im Garten gewerkt … Extremes Deutsch
Werken — This article is about the town in Belgium for the Mapuche title see: Werkén Werken is a town in Kortemark, a part of Belgium. See also: West FlandersExternal links* [http://www.cityreview.be/west vlaanderen/werken/ Werken @ City Review] … Wikipedia
Werken — Das Wort Werken hat verschiedene Bedeutungen: das Schulfach Werkunterricht eine spezielle Technik bei der Textilherstellung, siehe Werken (Textiltechnik) eine Stadt in den Niederlanden, siehe Werken (Stadt) Diese Seite ist eine … Deutsch Wikipedia
Werkén — Un werkén o werke (del mapudungun werken, mensajero ), también escrito huerquén o huerque, es una autoridad tradicional del pueblo mapuche. Cumple funciones de consejero del lonco y suele ser el portavoz de su comunidad. En otros tiempos, debían… … Wikipedia Español
werken — arbeiten, Arbeit leisten/verrichten, hantieren, tätig sein, wirken; (ugs.): roboten; (österr. ugs.): tschinageln; (salopp): malochen; (bayr., österr. ugs.): barabern; (landsch.): werkeln; (landsch., bes. südd.): schaffen. * * *… … Das Wörterbuch der Synonyme
werken — Werk: Das altgerm. Substantiv mhd. werc, ahd. werc‹h›, niederl. werk, engl. work, schwed. verk ist – wie das unter ↑ wirken behandelte Verb – verwandt mit griech. érgon »Arbeit, Werk« (↑ Energie) und armen. gorc »Arbeit«, weiterhin wahrscheinlich … Das Herkunftswörterbuch
werken — ranklotzen (umgangssprachlich); ackern (umgangssprachlich); malochen (umgangssprachlich); (hart) arbeiten; werkeln (umgangssprachlich); schuften (umgangssprachlich) * * … Universal-Lexikon
werken — wẹr·ken; werkte, hat gewerkt; [Vi] oft iron; handwerklich, körperlich arbeiten … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache