-
1 euphony
-
2 tune
n. melodie, wijs--------v. harmoniëren, stemmen, afstemmentune1[ tjoe:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:to the tune of • op de wijs vanthat violin is out of tune • die viool is ontstemdsing out of tune • vals zingenchange one's tune, sing another/dance to another tune • een andere toon aanslaan; 〈 in het bijzonder〉 een toontje lager gaan zingenout of tune • niet in goede conditieto the tune of £1000 • voor het bedrag van £1000→ good good/————————tune22 zingenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stemmen♦voorbeelden:tuned to • afgestemd op -
3 melodiousness
n. welluidendheid -
4 musicality
n. welluidendheid, muzikale kwaliteit; aanleg of talent in muziek; muzikaliteit, muzikaal gevoel -
5 tunefulness
n. welluidendheid, harmonieus -
6 euphonie
-
7 sonorité
-
8 Schmelz
〈m.; Schmelzes, Schmelze〉2 zachte glans, (liefelijk, bekoorlijk) waas
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский