-
1 tegen
tegen1〈 het〉1 con(tra), disadvantage♦voorbeelden:de voors en tegens op een rij zetten/tegen elkaar afwegen • weigh the pros and consde argumenten voor en tegen • the arguments for and against————————tegen2〈 bijwoord〉1 [als uitdrukking van een vijandige verhouding of competitie] against2 [als uitdrukking van afkeer] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:1 zijn stem tegen uitbrengen • vote against/noergens iets (op) tegen hebben • mind something, have something against something; 〈 sterker〉 be opposed/object to somethingiemand tegen krijgen/hebben • get/have someone against oneiedereen was tegen • everybody was against itergens tegen zijn • be against/opposed to somethinghij was fel tegen • he was dead set against itik kan daar niets tegen in brengen • I can't say anything against that————————tegen3〈 voorzetsel〉1 [in omgekeerde richting] against2 [gekeerd naar] (up) to, against4 [als aanduiding van een vijandige verhouding of competitie] against6 [met betrekking tot het einde van een beweging] (up) against7 [kort vóór] towards, by ⇒ come8 [in aanraking met] (up) against9 [in ruil voor] against, for, at, on10 [vergeleken met] to, (as) against♦voorbeelden:3 vriendelijk/lomp tegen iemand zijn • be friendly with/rude to someone4 daar heb ik niets op tegen • I don't mind that (at all), I have no objections (whatsoever)de schijn tegen zich hebben • have appearances against onedaar kun je niets op tegen hebben • you cannot object to thathebt u er iets (op) tegen? • do you have any objections?zij heeft iets tegen hem • she has a grudge against himheeft hij iets tegen jou? • has he got anything against you?daar is toch niets op tegen? • nothing wrong with that, is there?hij kan nergens tegen • he can't stand/take much (of anything)hij kan niet tegen vliegen • flying doesn't agree with himzo kan ik er weer even tegen • that'll keep me going for a whilehij kan wel tegen een stootje • he can take a bit of a jolteen wrok tegen iemand koesteren • bear someone a grudgeergens niet tegen kunnen • not be able to stand/take somethinger is niets tegen te doen • it can't be helpedzich tegen brand verzekeren • take out fire insurancezich tegen iets verzetten • oppose/resist something5 dat is tegen de wet • that is illegal/against the lawtegen Pasen • towards Eastertegen elf uur/tegen elven • towards/by eleven (o'clock)een man van tegen de zestig • a man of about sixty/going on for sixtytegen een muur opklimmen • climb a walleen lening tegen 7,5 % rente • a loan at 7.5 % interesthij is daar wekenlang geweest tegen ik maar een paar dagen • he was there for weeks, as opposed to the couple of days I was there -
2 afwegen
1 [nauwkeurig wegen] weigh♦voorbeelden: -
3 drukken
♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 [omlaag brengen] push down4 [drukwezen] print♦voorbeelden:1 iemand de hand drukken • shake someone's hand, shake hands with someoneiemand geld in de hand drukken • press money into someone's handin elkaar drukken • press/crush togetheriemand tegen de muur drukken • pin someone against the walliemand tegen zich aan drukken • hold someone close (to oneself)3 de lonen/prijzen/kosten/onkosten drukken • keep down wages/prices/costs/expenses4 10.000 exemplaren drukken • print/run off 10,000 copies(niet) geschikt om gedrukt te worden • (un)printableliegen of het gedrukt staat • lie through one's teeth♦voorbeelden:1 iemand die zich drukt • dodger, shirker -
4 nadeel
♦voorbeelden:1 de voor- en nadelen afwegen • weigh the advantages and disadvantages/the pros and conszo zijn voor- en nadelen hebben • have its pros and consnadeel van iets ondervinden • be the worse for somethingal het bewijsmateriaal spreekt in hun nadeel • all the evidence is against themer zijn ook nadelen aan verbonden • there are also snags attached to itin het nadeel zijn • be at a disadvantagede beslissing viel in hun nadeel uit • the decision went against themik zal niets ten nadele van hem zeggen • I won't say anything against himten nadele van • to the detriment of -
5 de voor- en nadelen (tegen elkaar) afwegen
de voor- en nadelen (tegen elkaar) afwegenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de voor- en nadelen (tegen elkaar) afwegen
-
6 kiezen
2 [stemmen] vote♦voorbeelden:je kunt/moet kiezen (uit/of … of …) • you will have to choose/decide (between/whether … or …)er valt weinig (aan) te kiezen • there's little to choose (between them)een baan die ze niet zelf gekozen had • a job not of her own choosingik had goed gekozen • I had made the right choice/decisionzorgvuldig kiezen • pick and choosekiezen tussen • choose betweenje kunt uit drie kandidaten kiezen • you can choose from three candidateszij kozen voor de vrijheid • they chose freedomje hebt het voor het kiezen • the choice is yoursvoor een vrouwelijke kandidaat kiezen • vote for a woman candidateII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 [verkiezen] choose, elect♦voorbeelden:partij kiezen • take sidesgeen partij kiezen • not take sidespartij kiezen voor/tegen • side with/againsteen richting kiezen • take a coursezijn woorden goed kiezen • choose/weigh one's words with careslecht/ongelukkig gekozen ogenblik • inopportune momentiemand tot vriend kiezen • choose someone for a friendiemand in het bestuur kiezen • elect someone to the boardgekozen leden • elected membersde nieuw gekozen president • the president-electiemand tot president/afgevaardigde kiezen • elect someone president/as a representative
См. также в других словарях:
weigh against — index countervail Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
weigh against — influence a decision or action. → weigh … English new terms dictionary
weigh against — verb To be disadvantageous to someone … Wiktionary
weigh — S3 [weı] v ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(be a particular weight)¦ 2¦(measure weight)¦ 3¦(consider/compare)¦ 4¦(influence)¦ 5 weigh your words 6 weigh anchor Phrasal verbs weigh somebody<=>down weigh in weigh on somebody … Dictionary of contemporary English
weigh — [ weı ] verb ** 1. ) linking verb to have a particular weight: Tell me Clare, how much do you weigh? The baby weighed 7 pounds when she was born. weigh a ton (=be very heavy): Your suitcase weighs a ton. a ) transitive to measure how heavy… … Usage of the words and phrases in modern English
weigh — ► VERB 1) find out how heavy (someone or something) is. 2) have a specified weight. 3) (weigh out) measure and take out (a portion of a particular weight). 4) (weigh down) be heavy and cumbersome or oppressive to. 5) (weigh on) be depre … English terms dictionary
weigh — v. 1) to weigh heavily 2) (d; intr.) ( to count ) to weigh against (his testimony will weigh heavily against you) 3) (d; tr.) ( to balance ) to weigh against (to weigh one argument against another) 4) (d; intr.) ( to press ) to weigh on (legal… … Combinatory dictionary
weigh */*/ — UK [weɪ] / US verb Word forms weigh : present tense I/you/we/they weigh he/she/it weighs present participle weighing past tense weighed past participle weighed 1) a) [linking verb] to have a particular weight Tell me Clare, how much do you weigh? … English dictionary
weigh — Synonyms and related words: amount to something, analogize, appraise, appreciate, assay, assess, assimilate, balance, be abstracted, be featured, be heavy, be influential, be persuasive, be prominent, be somebody, be something, bring into analogy … Moby Thesaurus
weigh — weigh1 verb 1》 find out how heavy (someone or something) is. ↘have a specified weight. ↘balance (something) in the hands to assess its weight. ↘(weigh something out) measure and take out a portion of a particular weight. ↘(weigh… … English new terms dictionary
weigh — UK US /weɪ/ verb [T] ► to have a particular weight: »The portable calculator weighs 2 ounces. ► to measure the weight of something: »Your luggage must be weighed before it is put onto the aircraft. ► to carefully consider something, especially by … Financial and business terms