-
41 vreten
vreten1〈 het〉1 [voer voor dieren] fodder 〈voor vee e.d.〉; food 〈voor huisdieren/wilde dieren〉; forage 〈voor paarden/koeien e.d.〉; 〈 van afval〉 slops2 [vulgair] [eten] grub, stuff————————vreten21 [vulgair] [met betrekking tot personen/eten] feed2 [informeel] [gulzig eten] stuff/cram/gorge (oneself)♦voorbeelden:1 dat is niet te vreten! • that's not fit for pigs!2 zich te barsten vreten • stuff oneself to the gullet/sickII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:het publiek vréét die schandaalverhaaltjes • the public simply laps up these scandalsdat toestel vréét stroom • this machine eats up electricity1 [knagen] eat (away), gnaw (at), prey (on)♦voorbeelden: -
42 Schiss
〈m.; Schisses, Schisse〉♦voorbeelden: -
43 fressen
fressen2 〈 figuurlijk〉(aan-, in)vreten♦voorbeelden:2 Säure frisst • zuur vreet, bijt indiese Musik frisst an den Nerven • deze muziek vreet aan, sloopt de zenuwendas Feuer fraß weiter um sich • het vuur greep verder om zich heenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 〈informeel; schertsend〉 (keine Angst,) ich will dich nicht fressen! • (wees maar niet bang,) ik zal je niet opeten!〈informeel; figuurlijk〉 etwas, jemanden gefressen haben • iets, iemand niet kunnen verdragenseinen Ärger in sich fressen • zijn ergernis opkroppen〈 figuurlijk〉 zum Fressen aussehen, (süß) sein • om in te bijten zijn, er beeldig uitziender Neid frisst ihn • hij wordt door nijd verteerd〈 spreekwoord〉 was der Bauer nicht kennt, das frisst er nicht • wat een boer niet kent, dat vreet hij niet1 invreten, dringen♦voorbeelden: -
44 вульгарный
adjgener. platvoers, gemeen, laag-bij-de-gronds, ordinair, plat, vulgair -
45 Vulgar Latin
-
46 arse about
-
47 arse
n. reet, gat, kont; klootzak, lul; misdadiger; iem. die zich in elke toestand weet te redden[ a:s] 〈Brits-Engels; vulgair〉1 reet♦voorbeelden: -
48 arse-licking
arse-licking〈Brits-Engels; vulgair〉1 kont/gatlikkerij -
49 arsehole
-
50 asshole
-
51 ball-aching
-
52 ball-breaking
-
53 balls up
n. (Brits-Engelse Slang) rotzooi, troep; puinhoop als gevolg van een foutballs up1 verpesten ⇒ naar de knoppen helpen, verzieken -
54 balls-up
-
55 bang away
v. hard werken, ijverig en intensief werken; doorwerken, ploeteren; erop los knallen, erop losvragen, aanvallen en aggressief vragen stellen (de reporters sloegen er op los)bang away -
56 bleeding
-
57 blow
n. klap, slag; windvlaag--------v. blazen; opblazen; waaien; fluiten; laten knallen; ontspruitenblow1[ bloo] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 wind(vlaag) ⇒ rukwind; storm, stijve/stevige bries2 slag ⇒ klap, mep3 (tegen)slag ⇒ ramp, schok♦voorbeelden:he struck a blow against/for democracy • hij gaf de democratie een fe knauw/hielp de democratie een stap vooruitat/with a (single)/one blow • in één klap/pogingblow by blow account • gedetailleerd verslagwithout (striking) a blow • zonder slag of stoot, zonder geweld————————blow21 (uit)blazen ⇒ fluiten, weerken; (uit)waaien, dwarrelen, wapperen2 hijgen ⇒ blazen, puffen♦voorbeelden:the bugle blows • de hoorn (weer)ktthe whistle blows • het fluitje gaatblow down • neergeblazen worden, omwaaienthe scandal will blow over • het schandaal zal wel overwaaienII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 blazen (op, door) ⇒ aan/af/op/rond/uit/wegblazen; snuiten 〈 neus〉; doen wapperen, doen dwarrelen3 bespelen ⇒ blazen op, spelen op♦voorbeelden:the door was blown open • de deur waaide openit's blowing (up) a gale/storm • het stormt, het gaat stormenblow glass • glasblazenthe wind blew her hair • de wind woei door haar haarthe wind blew the trees down • de wind blies de bomen om(ver)blow off • wegblazen, doen wegwaaien; afblazen, laten ontsnappen 〈 stoom〉blow over • om(ver)blazen, doen omwaaienthe tank was blown to pieces/glory • de tank werd aan stukken gereten3 blow the whistle • op het fluitje blazen, fluiten4 you blew it • je hebt het verknald/verpest6 blow the cost! • wat kunnen mij de kosten schelen!I'll be blowed if I'll do it • ik verdom het, ze kunnen me de pot opblow it • verdoriewell, I'm blowed • wel heb je me nou!, wat zeg je me daar van!¶ blow abroad • ruchtbaar maken, als gerucht verspreiden -
58 blowjob
-
59 bollocks
-
60 booby
n. domoor,sul[ boe:bie] 〈meervoud: boobies〉
См. также в других словарях:
POURRIR — v. n. S altérer, se gâter, se corrompre. Les fruits pourrissent quand on les garde trop longtemps. Il y a eu tant de pluies, que le raisin pourrissait sur le cep au lieu de mûrir. Le bois de chêne ne pourrit pas dans l eau aussi promptement que… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
Napolitain — Carte du groupe italo roman méridional. Le napolitain est noté par « IVb ». Le napolitain est la langue parlée à Naples qui fait partie d un ensemble plus vaste de parlers dits méridionaux … Wikipédia en Français
Amsterdam Gay Pride — Gay Pride Amsterdam 2005 Amsterdam Gay Pride (AGP) ist ein jährlich am ersten Wochenende im August abgehaltenes Festival in der Innenstadt von Amsterdam für Homosexuelle, Bisexuelle, Lesben, Transgender und Transsexuelle (kurz: LGBT), mit einer… … Deutsch Wikipedia
tripudier — (entrée créée par le supplément) (tri pu di é) v. n. Mot forgé du latin. Danser, sauter de joie. • Astres bénins [dindes truffées] dont l apparition fait scintiller, radier et tripudier les gourmands de toutes les catégories, BRILLAT SAVARIN… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
vulgär — Adj std. (17. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. vulgaire, dieses aus l. vulgāris gemein, niedrig, allgemein , zu l. vulgus Volk . Ebenso nndl. vulgair, ne. vulgar, nfrz. vulgaire, nschw. vulgär, nnorw. vulgær. ✎ DF 6 (1983), 280 285.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache