-
1 ziedaar
voici, voilà -
2 ziehier
voici, voilà -
3 ziezo
voici, voilà -
4 hier
2 [bij overhandiging] voici♦voorbeelden:hier ben ik, en hier blijf ik • j'y suis, j'y restehier ben ik weer • me revoiciik blijf hier • je reste làbreng dat boek even hier • apporte ce livreik heb hier iets speciaals • j'ai qc. de spécialhier is hij • le voicikom eens hier! • viens ici!hier komt hij • le voici qui arrivehier rust • ci-gîthier en daar • çà et làhij woont hier ergens • il habite par iciwel hier en ginder! • nom d'un chien!het zit me tot hier • j'en ai jusque-làtot hier • jusqu'icidat doet hier niets ter zake • ça ne change rien à l'affairehier in de buurt • par icihier, pak aan • tiens, attrapehier moet je het mee doen • débrouille-toi avec ça -
5 dit
♦voorbeelden:dit meisje • cette fillettedit papier • ce papierdit werktuig • cet outildit ziekenhuis • cet hôpital1 celui-ci, celle-ci2 [in combinatie met ‘être’]ce3 [in combinatie met andere werkwoord] ceci⇒ cela, ça♦voorbeelden:welk boek kies jij? Ik neem dit • quel livre choisis-tu? Moi, je prends celui-cidit is zij • la voicidit zijn mijn dochters • voici mes filles -
6 ziehier
♦voorbeelden: -
7 hier
-
8 als
1 [overeenkomst] comme⇒ aussi … que2 [verschil] ↑(plus, moins) … que3 [uitzondering] que4 [wijze waarop iemand, iets wordt voorgesteld; hoedanigheid] comme6 [voorwaarde]si7 [verklaring] en tant que⇒ en (ma, ta, sa …) qualité de♦voorbeelden:de brief luidt als volgt • voici le contenu de la lettrehij is even groot als jij • il est aussi grand que toinet als • tout commezo rijk als hij was, voelde hij zich niet gelukkig • tout riche qu'il était, il n'était pas heureuxzowel in de stad als op het land • à la ville comme à la campagneals geen ander • comme aucun autreik heb hem nog als jongen meegemaakt • je l'ai connu enfantals vriend • en amihij stond als versteend • il restait pétrifiérijk als hij was • riche comme il étaitals zodanig • comme tel(le)als je dat doet, timmer ik je in elkaar • si tu fais ça, je te casse la figure -
9 alstublieft
alstublieft1〈 bijwoord〉1 [bij verzoek] s'il vous plaît (< afkorting> s.v.p.)⇒ veuillez 〈+ onbepaalde wijs〉⇒ prière de 〈+ onbepaalde wijs〉2 [versterking bij bevel] bon sang♦voorbeelden:2 schei toch alstublieft uit met dat lawaai! • bon sang, arrête de faire du boucan!————————alstublieft22 [het toestaan van een verzoek]oui, volontiers3 [verwondering]eh bien!⇒ par exemple! -
10 daar heb ik het volgende op gevonden
daar heb ik het volgende op gevondenDeens-Russisch woordenboek > daar heb ik het volgende op gevonden
-
11 dat zijn mijn ouders
dat zijn mijn ouders -
12 dat
dat1♦voorbeelden:dat land • ce paysdat meisje • cette fille1 [bij nadruk op de tegenstelling of bij tegenstelling]celui-là, celle-là2 [in combinatie met être]ce3 [in combinatie met andere werkwoord] 〈 onderwerp〉 cela⇒ ça 〈 lijdend voorwerp〉 le, la ⇒ 〈 met nadruk〉cela, ça4 [gevolgd door een voorzetselbepaling, meestal ingeleid door ‘van’]celui, celle5 [gevolgd door een bijvoeglijke bijzin]ce♦voorbeelden:1 wil je dit boek of dat? • veux-tu ce livre-ci ou celui-là?dat is nog eens een man • ça, c'est un hommewie is dat? • qui est-ce?ziezo, dat is dat • ça y est3 dat doet maar! • ça fait comme chez soi!dat heb ik nooit gezegd • je n'ai jamais dit çadat is te zeggen • cela, ça revient à direnee, dat weet ik niet • ça, je ne (le) sais paszij heeft dat en dat gezegd • elle a dit ça et çajouw voorstel lijkt me beter dan dat van Paul • ta proposition me semble meilleure que celle de Paul¶ ik heb een broek gekocht, maar hij is niet je dat • j'ai acheté un pantalon, mais ce n'est pas tout à fait ça1 〈 als onderwerp in de Franse bijzin〉 qui, < als lijdend voorwerp en naamwoordelijk deel van het gezegde> que, <als meewerkend voorwerp, voorafgegaan door het voorzetsel ‘à’> qui♦voorbeelden:het kind dat ik een gulden gegeven had • l'enfant à qui j'avais donné un florinhet voorwerp dat in de vitrine lag • l'objet qui se trouvait dans la vitrinehet voorwerp dat Jan gevonden had • l'objet que Jean avait trouvé————————dat2〈 voegwoord〉1 [een bijzin afhangend van een werkwoord inleidend] que♦voorbeelden:ik denk dat hij komt • je pense qu'il viendra2 hij is kwaad dat hij niet mee mag • il est furieux, parce qu'il ne peut pas nous accompagnerde reden dat hij niet komt • la raison pour laquelle il ne vient pashet is tijd dat we een beslissing nemen • il est temps que nous prenions une décisiongelopen dat hij heeft! • comme il a couru!dat hij leve! • qu'il vive!smerig dat het er was! • ce que c'était sale!doe het zo dat ik tevreden kan zijn • fais-le de façon que je sois contentbehalve dat • à part quezonder dat • sans quedat mij nu juist zo iets moest overkomen! • dire qu'il faut que ça m'arrive à moi! -
13 de avond is als volgt geprogrammeerd
de avond is als volgt geprogrammeerdDeens-Russisch woordenboek > de avond is als volgt geprogrammeerd
-
14 de brief luidt als volgt
de brief luidt als volgt -
15 deze hand is mijn linker
deze hand is mijn linker -
16 dit is de voorzitter en dat de secretaris
dit is de voorzitter en dat de secretarisDeens-Russisch woordenboek > dit is de voorzitter en dat de secretaris
-
17 dit is zij
dit is zij -
18 dit zijn mijn dochters
dit zijn mijn dochters -
19 dit zijn mijn voornaamste grieven tegen het voorstel
dit zijn mijn voornaamste grieven tegen het voorstelDeens-Russisch woordenboek > dit zijn mijn voornaamste grieven tegen het voorstel
-
20 grief
♦voorbeelden:dit zijn mijn voornaamste grieven tegen het voorstel • voici mes principaux griefs contre le projet
- 1
- 2
См. также в других словарях:
voici — [ vwasi ] prép. • 1485; vois ci fin XIIe; a supplanté la forme veci (vez ci,XIIe); de vois, impér. de voir (ou « thème verbal » issu de l indic.) et ci REM. Voici, classé parmi les prép., a, en fait, une valeur de verbe. Voici est beaucoup moins… … Encyclopédie Universelle
Voici — Pays France Langue Français Périodicité Hebdomadaire … Wikipédia en Français
voici — Voici, Voila, cerchez Voi … Thresor de la langue françoyse
voici — (voi si. Veci dit par quelques uns au XVIIe siècle et condamné par Chifflet, Gramm. p. 201) loc. prépos. qui n est autre que l impératif du verbe voir avec l adverbe ci : vois ci. 1° Il sert à désigner une personne ou un objet proche de la… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
VOICI — préposition Ce mot sert à montrer, à désigner Une personne ou une chose qui est proche de celui qui parle. Voici le livre dont on a parlé. Voici la maison en question. Nous voici quatre. L homme que voici. L ordre que voici. Me voici ; que voulez … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
Voici — Infobox Magazine title = Voici image size = 200px image caption = Voici magazine cover, from the week of 1 May, 2007. editor = Hedi Dahmani [http://www.guj.de/index en.php4?/en/produkte/zeitschrift/zeitschriftentitel/voici f.php4 VOICI (FRA) ] ,… … Wikipedia
voici — revoici voici … Dictionnaire des rimes
Voici (magazine) — Voici {{{nomorigine}}} Pays … Wikipédia en Français
Voici le temps des assassins — Lieu du tournage extérieur dans le quartier des Halles … Wikipédia en Français
Voici Eddy... c'etait le soldat Mitchell — Voici Eddy... c était le soldat Mitchell Voici Eddy... c était le soldat Mitchell Album par Eddy Mitchell Sortie 1963 Label Barclay Albums de Eddy Mitchell … Wikipédia en Français
Voici eddy... c'était le soldat mitchell — Album par Eddy Mitchell Sortie 1963 Label Barclay Albums de Eddy Mitchell … Wikipédia en Français