-
1 dilapidation
-
2 neglect
n. verwaarlozing; nalatigheid; vergeetachtigheid--------v. verwaarlozen; nalaten; vergetenneglect1[ niglekt] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 verzuim♦voorbeelden:————————neglect2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 dereliction
-
4 neglectful
-
5 negligence
n. nalatigheid; verwaarlozing; onvoorzichtigheid[ neglidzjəns]1 achteloosheid ⇒ onachtzaamheid, slordigheid→ contributory contributory/ -
6 gross negligence
ernstige verwaarlozing -
7 lankness
n. laksheid; nalatigheid, verwaarlozing; gebrek aan striktheid; vaagheid; zwakheid (van spieren of vlees); slungelachtigheid; slankheid, rankheid -
8 neglectfully
adv. verwaarlozing; nalatigheid; onvoorzichtigheid -
9 neglectfulness
n. slordigheid; verwaarlozing; het onzorgvuldig zijn -
10 seediness
n. slonzigheid, verwaarlozing; met veel zaden -
11 slipshoddiness
n. slordigheid, verwaarlozing -
12 tackiness
n. verwaarlozing; kleverigheid -
13 unkemptness
n. ongeordendheid, verwaarlozing
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский