-
41 attardé
attardé [aataardee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉2 ouderwets ⇒ verouderd, antiek♦voorbeelden:1. m (f - attardée) 2. = attardée; attardéadj1) verlaat2) verouderd3) achterlijk -
42 démodé
-
43 dépassé
dépassé [deepaasee]1 achterhaald ⇒ verouderd, ouderwets, oudbakkenadj1) achterhaald, verouderd2) verslagen3) overrompeld -
44 périmé
périmé [peeriemee]1 verouderd ⇒ uit de tijd, achterhaaldadj1) verouderd, achterhaald2) verlopen, ongeldig -
45 antiguo
gedateerd, ouderwets, uit de mode, uit de tijd, verouderd; ouderwets, verouderdDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > antiguo
-
46 antikuado
gedateerd, ouderwets, uit de mode, uit de tijd, verouderd; ouderwets, verouderdDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > antikuado
-
47 antikuá
gedateerd, ouderwets, uit de mode, uit de tijd, verouderd; ouderwets, verouderdDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > antikuá
-
48 antiwa
gedateerd, ouderwets, uit de mode, uit de tijd, verouderd; ouderwets, verouderd -
49 oud
oud1〈 het〉♦voorbeelden:oud en nieuw vieren • see in the New Year————————oud21 [genoemde leeftijd hebbend] old4 [vergevorderd] old7 [figuurlijk] [ouderwets] old(-fashioned)8 [met betrekking tot de klassieke Oudheid] ancient9 [met betrekking tot vroegere relaties] old, long-standing♦voorbeelden:vijftien jaar oud, oud vijftien jaar • fifteen years old/of age, aged fifteenhij werd honderd jaar oud • he lived to (be) a hundredhaar oudere zusje • her elder/big sisterhoe oud ben je? • how old are you?er zo oud uitzien als men is • look one's agetoen zij zo oud was als jij • when she was your ageouder worden • age, be getting on (in years)hier moet je twaalf jaar of ouder voor zijn • you have to be twelve or more for thiszij zijn even oud • they are the same agehoe ouder hoe gekker • there's no fool like an old fooloud van jaren • getting on (in years)ik ben twee keer zo oud als hij • I am twice as old as himhij is vier jaar ouder dan ik • he is four years older than mekinderen van zes jaar en ouder • children from six upwardsmijn oude heer • my old mandie jurk maakt je oud • that dress is too old for yououd worden • grow old, agehij wordt oud • he is getting oldnogal oud • oldishmen is nooit te oud om te leren • you are never too old to learn〈 spreekwoord〉 zoals de ouden zongen, piepen de jongen • as the old cock crows, so crows the youngeen oude bekende/vriend • an old pal/chumeen oude firma • an old established firmeen oude getrouwe • a stalwart, an old faithfuleen oude mop • a corny jokeoud papier • waste paperoude rechten • ancient rightsoude rommel • junkouder in dienstjaren • seniorzo oud als de weg naar Rome • as old as the hillshij is weer helemaal de oude • he's back to normal againouwe lul/zak • old fog(e)y/geezer8 de oude talen • the ancient/classical languages -
50 Bruder
Bruder〈m.; Bruders, Brüder〉2 broeder, kameraad, medemens♦voorbeelden:mein leiblicher Bruder • mijn eigen broer3 gleiche Brüder, gleiche Kappen • gelijke monniken, gelijke kappen〈 verouderd〉 Bruder Lustig • vrolijke klant, Fransein übler Bruder • een valse broeder〈informeel; pejoratief〉 ein warmer Bruder • een flikker, homo -
51 Büttel
-
52 Geck
〈m.; Gecken, Gecken〉2 〈verouderd; nog regionaal〉gek, zot -
53 Geliebte
Geliebte〈bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord; v.〉————————Geliebte(r)〈bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord; m.〉 -
54 Gevatter
-
55 Grille
-
56 Grube
Grube〈v.; Grube, Gruben〉2 mijn, groeve5 〈verouderd; formeel〉graf, groeve♦voorbeelden:1 〈 spreekwoord〉 wer andern eine Grube gräbt, fällt selbst hinein • wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in -
57 Lichtbild
-
58 Schwalbenschwanz
-
59 Weg
〈m.; Weg(e)s, Wege〉♦voorbeelden:1 〈 formeel〉 den Weg alles, allen Fleisches, Irdischen gehen • sterfelijk, vergankelijk zijn, stervenes sind noch zwei Kilometer Weg • het is nog twee kilometerden letzten Weg gehen • sterven〈 figuurlijk〉 seinen Weg machen • er komen, zijn weg wel vindenden (rechten) Weg verfehlen • verdwalen〈verouderd; nog schertsend〉 woher des Weges? • waar kom je, komt u vandaan?es liegt mir am Wege • ik kom erlangsauf dem schnellsten Wege • via de kortste wegjemanden auf seinem letzten Weg begleiten • iemand de laatste eer bewijzenjemanden auf den Weg bringen • (a) iemand de weg wijzen; 〈 (b) figuurlijk〉iemand stimuleren, aanzetten, aansporenein Paket auf den Weg bringen, schicken • een pakje verzendensich auf den Weg machen • op weg gaan〈 figuurlijk〉 auf dem besten Weg(e) sein • goed, hard op weg zijnjemandem aus dem Weg(e) gehen • (a) iemand voorbij laten; 〈 (b) figuurlijk〉iemand uit de weg gaan, ontwijken〈 figuurlijk〉 jemanden, etwas aus dem Weg räumen, schaffen • iemand, iets uit de weg ruimenetwas in die Wege leiten • aan iets beginnen, iets aanzwengelenjemandem in den Weg treten, sich jemandem in den Weg stellen • (a) iemand de weg versperren; 〈 (b) figuurlijk〉iemand hinderen, de voet dwars zettenvom Wege abkommen • verdwalengut, schlecht zu Wege, zuwege • goed, slecht ter been zijn〈verouderd; formeel〉 Weg und Steg • het hele land, de hele omgeving2 krumme Wege • slinkse wegen, methodesauf diesem Wege • op deze manier, langs deze wegauf dem Wege der Güte, auf gütlichem Wege • in der minneauf kaltem Wege • zonder scrupules, in koelen bloedeauf kürzestem, auf dem schnellsten Wege • zo snel mogelijkauf schriftlichem Wege • schriftelijketwas im Wege von Verhandlungen regeln • iets door middel van onderhandelingen regelenmit einer Sache zu Wege, zuwege kommen • met iets overweg kunnen -
60 brav
2 braaf, behoorlijk
Страницы