-
1 clouer
clouer [kloe.ee]〈 werkwoord〉1 (aan elkaar) spijkeren ⇒ vast-, dicht-, opspijkeren, (vast)nagelen ⇒ 〈 met speer, pijl enz.〉 vastpennen♦voorbeelden:être cloué à Paris • in Parijs vastzittenrester cloué (sur place) • als vastgenageld blijven staanv1) vastspijkeren, vastpennen2) aan de grond nagelen, verlammen -
2 engourdir
engourdir [ãgoerdier]1 gevoelloos maken ⇒ verlammen, stijf maken, verkleumen2 traag maken ⇒ verdoven, versuft maken♦voorbeelden:2 traag worden ⇒ verdoofd raken, verslappenv1) gevoelloos maken, verlammen2) verdoven -
3 glacer
glacer [glaasee]1 doen bevriezen ⇒ sterk koelen, ijskoud maken♦voorbeelden:son comportement glace les gens • door zijn manier van doen schrikt hij de mensen afla pluie nous glace les mains • we krijgen ijskoude handen van de regenla peur le glaçait jusqu'aux os • hij was door de schrik volledig verlamd1 bevriezen ⇒ sterk afkoelen, ijskoud worden♦voorbeelden:v2) verlammen3) glanzend maken, glazuren -
4 immobiliser
immobiliser [iemobbieliezee]1 stopzetten ⇒ stilleggen, tot stilstand brengen1 zich niet meer bewegen ⇒ (onbeweeglijk) blijven staan, liggen ⇒ 〈 van verkeer〉 tot stilstand komen1. v1) stopzetten, stilleggen2) verlammen2. s'immobiliserv2) tot stilstand komen [verkeer] -
5 paralyser
-
6 figer
figer [fiezĵee]1 stollenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:se figer dans une attitude • een houding hardnekkig blijven volhouden1. v2) (doen) verstarren, verstijven2. se figerv1) stollen2) verstijven -
7 impuissance
impuissance [ẽpŵiesãs]〈v.〉1 onmacht ⇒ machteloosheid, onvermogen♦voorbeelden:l'impuissance à faire qc. • het niet bij machte zijn iets te doenêtre dans l'impuissance de • niet in staat zijn omf1) onmacht3) impotentie -
8 rouiller
rouiller [roejee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 vastroesten ⇒ stijf worden, zijn behendigheid verliezen1. v2) afstompen2. se rouillerv1) (ver)roesten2) vastroesten [geestelijk] -
9 annihiler
-
10 fasciner
-
11 frapper d'impuissance
frapper d'impuissance -
12 transir
transir [trãzier]2 doen verstijven ⇒ verlammen, doen verstenen
См. также в других словарях:
Verlammen — Verlammen, verb. regul. neutr. mit dem Hülfsworte haben, in der Viehzucht. Ein Schaf verlammet, wenn es verwirft, mißgebiehret, entweder ein todtes oder ein unzeitiges Lamm zur Welt gebiehret, wie verkalben, von den Kühen, verfohlen, von den… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Verlammen — Verlammen, von Schafen ein unzeitiges od. todtes Lamm gebären … Pierer's Universal-Lexikon
Verlammen — Verlammen, s. Fehlgeburt (bei Haustieren) … Meyers Großes Konversations-Lexikon
verlammen — ver|lạm|men 〈V. intr.; hat〉 verwerfen (von Schaf u. Ziege) * * * ver|lạm|men <sw. V.; hat: (von Schaf, Ziege) ↑verwerfen (6): das Schaf hat verlammt … Universal-Lexikon
verlammen — ver|lạm|men; das Schaf hat verlammt … Die deutsche Rechtschreibung
Chlamydienabort — Der Chlamydienabort ist eine durch Chlamydophila abortus hervorgerufene Infektionskrankheit bei Schafen und Ziegen, die mit Verlammen einhergeht. Sie gehört zu den Chlamydiosen und ist in Deutschland bei diesen Tierarten eine meldepflichtige… … Deutsch Wikipedia
Border Disease — Die Border Disease (engl. auch Hairy shaker disease) ist eine weltweit vorkommende, durch Flaviviren hervorgerufene Infektionskrankheit bei Schafen, seltener auch bei Kälbern und Ziegenlämmern. Der Name leitet sich vom ersten Auftreten in der… … Deutsch Wikipedia
Glomycin — Strukturformel Allgemeines Freiname Oxytetracyclin Andere Namen … Deutsch Wikipedia
Hairy shaker disease — Die Border Disease (engl. auch Hairy shaker disease) ist eine weltweit vorkommende, durch Flaviviren hervorgerufene Infektionskrankheit bei Schafen, seltener auch bei Kälbern und Ziegenlämmern. Der Name leitet sich vom ersten Auftreten in der… … Deutsch Wikipedia
Oxytetracyclin — Strukturformel Allgemeines Freiname Oxytetracyclin Andere Na … Deutsch Wikipedia
Oxytetracyclinhydrochlorid — Strukturformel Allgemeines Freiname Oxytetracyclin Andere Namen … Deutsch Wikipedia