-
1 zich verdikken
gòrdaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > zich verdikken
-
2 épaissir
épaissir [eepessier]1 dikker, zwaarder worden ⇒ verdikkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dikker, zwaarder maken ⇒ verdikken♦voorbeelden:1 dikker, zwaarder worden♦voorbeelden:l'ombre s'épaissit • het wordt steeds donkerder1. vdikker maken/worden2. s'épaissirv2) dichter worden [mist] -
3 verdicken
-
4 сгущать
-
5 сгущаться
vgener. verdichten, schiften, stollen, verdikken -
6 толстеть
-
7 уплотнять
vgener. condenseren, verdikken -
8 уплотняться
vgener. verdikken -
9 утолщать
vgener. aandikken, aanvetten, verdikken -
10 condense
-
11 congeal
-
12 stiffen
v. stijven; doen verstijven, stijf maken; moed inspreken; strenger maken (wetten); stijf worden, verstijven[ stifn]3 verstijven ⇒ koeler/stuurser worden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
13 thickening
n. indikken, verdikken, vermeerderen[ θikkəning]♦voorbeelden: -
14 gòrda
dik worden [v], zich verdikken [v] -
15 to thicken
indikkenverdikken -
16 avreda
1) verdikken2) aandikken -
17 einkochen
-
18 legieren
-
19 gòrda
dik worden [v], zich verdikken [v]
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Турецкий
- Французский
- Шведский