-
1 variëren
♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
2 afwisselen
2 [variëren] vary♦voorbeelden:elkaar afwisselen • take turns1 [beurtelings voorkomen] alternate2 [telkens anders worden] vary♦voorbeelden: -
3 uiteenlopen
-
4 afwisselen
v. alternate, take turns, rotate, substitute; diversify, vary, fluctuate -
5 fluctueren
v. fluctuate, vacillate, waver, vary, change -
6 variëren
v. vary, fluctuate, change -
7 veranderen
v. change, modify, alter; diversify, vary -
8 verscheiden
adj. variegated, variform, several, divers, multifarious, omnifarious, hybrid--------v. vary, variegate, exit -
9 afwisselen
• to alternate• to vary -
10 schommelen
• to fluctuate• to oscillate• to rock• to swing• to vary• to wobble -
11 variëren
• to vary -
12 variëren tussen
• to range between• to vary between -
13 verlopen
• to be reduced• to be tapered• to blend• to decay• to decline• to drift• to elapse• to expire• to fluctuate• to merge• to progress• to vary• to wander -
14 afwijken
1 [een andere richting nemen] deviate (from) 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ depart (from) 〈 onderwerp〉, diverge (from) 〈lijn e.d.〉♦voorbeelden:1 doen afwijken • divert, turn (away)van de regel afwijken • deviate from the rule -
15 de schooltijden variëren soms van school tot school
de schooltijden variëren soms van school tot schoolschool time/hours often vary from school to schoolVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de schooltijden variëren soms van school tot school
-
16 de stemmen zijn verdeeld
de stemmen zijn verdeeldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de stemmen zijn verdeeld
-
17 schooltijd
1 [lestijd] school time/hours2 [schooljaren] school time/years3 [tijd om naar school te gaan] time for school♦voorbeelden:1 de schooltijden variëren soms van school tot school • school time/hours often vary from school to schoolbuiten/na schooltijd • outside/after schoolgedurende de/onder schooltijd • during school (time) -
18 stem
1 [vermogen geluid voort te brengen] voice2 [voortgebracht geluid] voice3 [zangpartij] part, voice4 [kiesstem] vote♦voorbeelden:goed bij stem zijn • be in good voiceniet bij stem zijn • be out of voice〈 figuurlijk〉 de stem van de natuur/het hart • the voice of nature/of one's hearthij sprak met gebroken stem • his voice broke as he spokemet gedempte stem spreken • speak in an undertoneeen hoog stemmetje • a high voicemet luide stem • out louder gaan stemmen op dat … • more and more people are saying that …, there is a growing body of (public) opinion that …zijn stem doen/laten horen • make one's voice heardhaar stem sloeg over van woede • her voice broke with angerzijn stem verdraaien • disguise one's voicezijn stem verheffen tegen • raise one's voice (in protest) against, speak out againsteen stem als een klok • a voice as clear as a bellmet algemene stemmen • by common consentde meeste stemmen gelden • the majority rulesschriftelijke stem • absentee ballotzwevende stemmen • the floating votezijn partij heeft stemmen gewonnen • his party has gained voteshij kreeg maar 100 stemmen • he got only 100 votesde stemmen staken • there is a tiede stemmen tellen • count the voteszijn stem uitbrengen • cast one's vote, votezijn stem uitbrengen op iemand • vote for someonestemmen werven • canvassde stemmen zijn verdeeld • opinions varyhij heeft de meeste stemmen • he heads the pollhij heeft de minste stemmen • he's at the bottom of the pollstem hebben in een vergadering • 〈 een stem mogen uitbrengen〉 have a vote in a meeting; 〈 mogen spreken〉 have a voice in the meetingeen stem in het kapittel hebben • have a say in the matter -
19 sterk uiteenlopen
sterk uiteenlopenvary/differ widelyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > sterk uiteenlopen
-
20 verschillen
♦voorbeelden:hun reacties verschilden • their reactions variedhemelsbreed verschillen • be poles apartdat verschilt nogal met/van de vorige uitkomst • that is rather different from the previous resultvan mening verschillen (met iemand) • disagree (with someone)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
vary — var‧y [ˈveəri ǁ ˈveri] verb varied PTandPP 1. [intransitive, transitive] if rates, costs, prices etc vary, or something varies them, they change when economic conditions change: • Many professional investors vary the proportions of their… … Financial and business terms
Vary — Va ry, v. i. 1. To alter, or be altered, in any manner; to suffer a partial change; to become different; to be modified; as, colors vary in different lights. [1913 Webster] That each from other differs, first confess; Next, that he varies from… … The Collaborative International Dictionary of English
Vary — Va ry, v. t. [imp. & p. p. {Varied}; p. pr. & vb. n. {Varying}.] [OE. varien, F. varier, L. variare, fr. varius various. See {Various}, and cf. {Variate}.] [1913 Webster] 1. To change the aspect of; to alter in form, appearance, substance,… … The Collaborative International Dictionary of English
Vary — is a given name, and may refer to:* Judyth Vary Baker (born 1943), woman who claimed to have an affair with Lee Harvey Oswald * Ralph Vary Chamberlin (1879 1967), American zoologistee also* Variation … Wikipedia
vary — I verb alter, alternate, assort, be inconstant, be unlike, change, contrast, depart, deviate, differ, diverge, diversify, exchange, fluctuate, give variety, innovate, interchange, make a change, make different, modify, mutare, mutate, reorganize … Law dictionary
vary — [ver′ē, var′ē] vt. varied, varying [ME varien < OFr varier < L variare, to vary, change < varius, various, prob. < IE base * wa , to bend, turn > VACILLATE] 1. to change in form, appearance, nature, substance, etc.; alter; modify 2 … English World dictionary
vary — ver ē, var ē vi, var·ied; vary·ing to exhibit divergence in structural or physiological characters from the typical form … Medical dictionary
Vary — Va ry, n. Alteration; change. [Obs.] Shak. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
vary — (v.) mid 14c. (transitive); late 14c. (intransitive), from O.Fr. varier, from L. variare change, alter, make different, from varius varied, different, spotted; perhaps related to varus bent, crooked, knock kneed, and varix varicose vein, from a… … Etymology dictionary
vary — 1 * change, alter, modify Analogous words: deviate, diverge, digress, depart (see SWERVE): *transform, metamorphose, convert 2 *differ, disagree, dissent Analogous words: deviate, diverge, digress, depart (see SWERVE): *separate … New Dictionary of Synonyms
vary — [v] change alter, alternate, assort, be unlike, blow hot and cold*, convert, depart, deviate, differ, digress, disagree, displace, dissent, divaricate, diverge, diversify, divide, fluctuate, hem and haw*, inflect, interchange, modify, mutate,… … New thesaurus