-
1 ondernemen
v. undertake, attempt -
2 op zich nemen
v. take on, undertake, saddle oneself with -
3 aannemen
• to accept• to assume• to recruit• to undertake -
4 aannemen
♦voorbeelden:1 kan ik een boodschap aannemen? • can I take a message?een opdracht/voorstel aannemen • accept a commission/proposaleen wetsontwerp aannemen • pass a billmet algemene stemmen aannemen • carry unanimouslyzijn plannen namen vastere vorm aan • his plans began to take shapeernstige vormen aannemen • become seriousu kunt het van mij aannemen • you can take it from meiets voor zoete koek aannemen • swallow somethingalgemeen werd aangenomen dat … • it was generally assumed that …als vaststaand/vanzelfsprekend aannemen • take for grantedlaten we nu eens aannemen dat … • let's assume that … -
5 activiteit
1 [werkzaamheid] activity2 [het in werkelijke dienst zijn] active service3 [radioactiviteit] activity♦voorbeelden: -
6 activiteiten ontplooien
activiteiten ontplooienVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > activiteiten ontplooien
-
7 een zware taak op zich nemen
een zware taak op zich nemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een zware taak op zich nemen
-
8 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
9 iets op zich nemen
iets op zich nemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets op zich nemen
-
10 iets ter hand nemen
iets ter hand nementake something in hand/something up————————iets ter hand nementake something up, take something in hand, undertake somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets ter hand nemen
-
11 incasso
♦voorbeelden:1 incasso's bezorgen, zich met incasso's belasten • make collections 〈 bank〉; undertake the collection of accounts 〈 incassobureau〉 -
12 nemen
1 [beetpakken] take2 [in genoemde toestand brengen/laten verkeren] take3 [het genoemde (gaan) doen] take4 [nuttigen] have6 [aanvaarden] take8 [op zijn weg passeren] take9 [op genoemde wijze opvatten] take♦voorbeelden:een kind op de arm nemen • take a baby/child in one's arms〈 figuurlijk〉 neem mijn vader nou • now, take my fathermen neme … • take …in behandeling nemen • start treatingiets op zich nemen • undertake (to do) something; 〈 verantwoordelijkheid〉 take something (up)on oneselfiets ter hand nemen • take something in hand/something upiets tot zich nemen • take somethingvoor zijn rekening nemen • deal with, account foruit elkaar nemen • take apart3 maatregelen nemen • take steps/measuresde moeite nemen om • take the trouble toontslag nemen • resignplaats nemen tussen/in • sit (down)/take a seat between/inwat neem jij? • what are you having?neem nog een koekje • (do) have another biscuiteen krant nemen • take/subscribe to a newspapereen dag vrij nemen • have/take a day offiemand tot man, vrouw nemen • take someone as one's husband/wifedat neem ik niet! • I'm not standing for that!je moet de Engelsen nemen zoals ze zijn • you must take the English the way they are7 de bus nemen • catch/take the/go by buseen taxi nemen • get/take a/go by taxiiemand tot voorbeeld nemen • take someone as an exampleiets niet zo nauw nemen • not bother oneself much about something, not be overparticulariemand (niet) serieus nemen • (not) take someone seriouslyalles bij elkaar genomen • all things consideredstrikt genomen • strictly (speaking)over het geheel genomen • all in alliets ter harte nemen • take something to heart10 〈 religie〉 de Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen • the Lord gave, the Lord hath taken awayiemand het leven nemen • take someone's lifeeen stad nemen • take/capture a city¶ hij nam haar van achteren/met geweld • he took her from behind/by forcewat dacht je? ik neem het er maar eens van • you bet, I'm doing myself proud/I'm helping myself, ( 〈 slang〉 to the goodies)iemand ertussen nemen • pull someone's leghet er (goed) van nemen • live well -
13 ondernemen
2 [speculeren] (take a) venture♦voorbeelden:gerechtelijke stappen ondernemen • institute proceedingsniets ondernemen tegen • take no action against -
14 taak
1 [functie, opdracht] task ⇒ job, duty, 〈 verantwoordelijkheid〉 responsibility, 〈 opdracht〉 assignment2 [school(wezen)] assignment♦voorbeelden:ik heb de prettige/aangename taak om … • it is my agreeable duty to …een zware taak op zich nemen • undertake an arduous taskzijn taak aanvangen, van zijn taak ontheven zijn • assume one's duties, be relieved of one's dutieshet is niet mijn taak dat te doen • it is not my place to do thathet is uw taak/de taak van de regering • it is up to you/the governmentde officier belast met de taak om … • the officer charged with the duty of …iemand een taak opgeven/opleggen • set someone a taskeen taak verrichten • perform/discharge a task/duty, do a jobeen belangrijke taak vervullen bij (de verkiezingen) • have/play an important part in (the elections)taak volbracht • mission accomplishedhet als zijn taak zien • see it as one's task/briefzich tot taak stellen iets te doen • make it one's business to do somethingtot taak hebben • have as one's dutytot taak krijgen • be given the task (of)zich van zijn taak kwijten • discharge one's dutyniet voor zijn taak berekend zijn • be unequal to one's task -
15 verbinden
1 [samenvoegen] join (together) ⇒ connect (to/with)3 [omzwachtelen] bandage4 [door een overeenkomst/band koppelen aan] connect, attach ⇒ join (up)♦voorbeelden:1 verbinden met • join to, connect to/with, link (up) to/wither zijn geen kosten aan verbonden • there are no expenses involvedeen man met een vrouw in de echt verbinden • join a man to a woman in marriagehet verbindt u tot niets • it does not commit you to anythingkunt u mij met de heer X. verbinden? • could you put me through to Mr X?II 〈wederkerend werkwoord; zich verbinden〉1 [zich verplichten] commit oneself (to)2 [scheikunde] combine (together)♦voorbeelden:1 zich verbinden om werk te doen • undertake/agree to do workzich voor twee jaar aan een baan verbinden • tie oneself to a job for two years -
16 zich verbinden om werk te doen
zich verbinden om werk te doenundertake/agree to do workVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich verbinden om werk te doen
См. также в других словарях:
Undertake — Un der*take , v. t. [imp. {Undertook}; p. p. {Undertaken}; p. pr. & vb. n. {Undertaking}.] [Under + take.] 1. To take upon one s self; to engage in; to enter upon; to take in hand; to begin to perform; to set about; to attempt. [1913 Webster] To… … The Collaborative International Dictionary of English
undertake — un‧der‧take [ˌʌndəˈteɪk ǁ ər ] verb undertook PASTTENSE [ ˈtʊk] undertaken PASTPART [ ˈteɪkən] [transitive] 1. to accept that you are responsible for a piece of work and start to do it: • His first task was to undertake a major reorganization of… … Financial and business terms
Undertake — Un der*take , v. i. 1. To take upon one s self, or assume, any business, duty, or province. [1913 Webster] O Lord, I am oppressed; undertake for me. Isa. xxxviii. 14. [1913 Webster] 2. To venture; to hazard. [Obs.] [1913 Webster] It is the cowish … The Collaborative International Dictionary of English
undertake — (v.) c.1200, to entrap, in the same sense as O.E. underniman (Cf. Du. ondernemen, Ger. unternehmen), of which it is a partial loan translation, from UNDER (Cf. under) + TAKE (Cf. take). Cf. also Fr. entreprendre to undertake, from entre between,… … Etymology dictionary
undertake — I verb accept, address oneself to, agree, answer for, apply oneself to, assume, attempt, be answerable for, begin, carry on, carry out, commence, commit, commit oneself to, contract, covenant, devote oneself to, embark upon, endeavor, engage in,… … Law dictionary
undertake — [v] attempt, engage in address oneself, agree, answer for, bargain, begin, commence, commit, commit oneself, contract, covenant, devote, embark, endeavor, enter upon, fall into, go about, go for, go in for, go into, guarantee, have a hand in*,… … New thesaurus
undertake — ► VERB (past undertook; past part. undertaken) 1) commit oneself to and begin (an enterprise or responsibility); take on. 2) formally guarantee or promise … English terms dictionary
undertake — [un΄dər tāk′] vt. undertook, undertaken, undertaking [ME undertaken: see UNDER & TAKE] 1. to take upon oneself; agree to do; enter into or upon (a task, journey, etc.) 2. to give a promise or pledge that; contract [he undertook to be their guide] … English World dictionary
undertake — 01. The Great Wall of China is the largest construction project ever [undertaken] by man. 02. The Louvre in Paris has [undertaken] to restore some old paintings that were damaged in a fire a couple of hundred years ago. 03. As a soldier in the… … Grammatical examples in English
undertake */*/ — UK [ˌʌndə(r)ˈteɪk] / US [ˌʌndərˈteɪk] verb [transitive] Word forms undertake : present tense I/you/we/they undertake he/she/it undertakes present participle undertaking past tense undertook UK [ˌʌndə(r)ˈtʊk] / US [ˌʌndərˈtʊk] past participle… … English dictionary
undertake — un|der|take [ ,ʌndər teık ] (past tense un|der|took [ ,ʌndər tuk ] ; past participle un|der|tak|en [ ,ʌndər teıkn ] ) verb transitive ** 1. ) to agree to be responsible for a job or project and do it: The court will undertake a serious… … Usage of the words and phrases in modern English