-
1 dodge
n. excuus, smoes--------v. omheen gaan, omzeilen; inhalen; slippen, wegslippendodge1[ dodzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————dodge21 (opzij) springen ⇒ snel bewegen, rennen♦voorbeelden:the thief dodged round the corner and got away • de dief rende de hoek om en ontkwamII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontwijken ⇒ vermijden, ontduiken♦voorbeelden:he kept dodging the question • hij bleef de vraag ontwijkenhe dodged the regulations • hij ontdook de voorschriften -
2 prevaricate
v. liegen; halve waarheid zeggen; draaien -
3 quibble
n. spitsvondigheid, haarkloverij--------v. bekvechten; harrewarren; kritiek uitenquibble1[ kwibl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————quibble2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 stall
n. stal; kraam, stalletje; afdeling (in restaurant), box; koorbank; stallesplaat; diefjesmaat; verlies van besturing over vliegtuig--------v. blijven steken; afslaan (v. motor); draaien, tijd rekken; stallen; ophouden, blokkerenstall1[ sto:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 box ⇒ hok, stal————————stall23 draaien ⇒ uitvluchten zoeken, tijd rekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stallen♦voorbeelden: -
5 ambages
n. omhaal, zaken die via uitvluchten worden geleid -
6 giving reasons
beweegreden geven,uitvluchten -
7 whiffler
n. iem. die voortdurend van mening verandert; iem. die uitvluchten zoekt (tijdens ruzie) -
8 dérober
dérober [deerobbee]♦voorbeelden:dérober la vue à qn. • iemand het uitzicht benemen4 niet reageren ⇒ niets doen, iemands vraag ontwijken♦voorbeelden:se dérober à la justice • verstek laten gaanse dérober au travail • uitvluchten zoeken om niet te werkense dérober aux regards de qn. • iemands blik ontwijken1. v1) ontvreemden, stelen3) onttrekken2. se déroberv1) wegzinken2) weigeren voor hindernis [paard] -
9 atermoiement
atermoiement [aatermwaamã]〈m.〉 -
10 atermoyer
-
11 se dérober au travail
se dérober au travail -
12 tergiverser
tergiverser [terzĵieversee]1 tijd rekken ⇒ uitvluchten verzinnen, talmen♦voorbeelden:1 sans tergiverser • zonder dralen, zonder aarzelen -
13 Ausflucht
Ausflucht〈v.; meervoud Ausflüchte〉♦voorbeelden: -
14 Ausflüchte machen
-
15 Fisimatenten
-
16 Sortiment
Sortiment〈o.; Sortiment(e)s, Sortimente〉2 algemene, gewone boekhandel ⇒ assortimentsboekhandel♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 ein ganzes Sortiment von Ausflüchten • een hele set, voorraad uitvluchten -
17 ein ganzes Sortiment von Ausflüchten
ein ganzes Sortiment von Ausflüchteneen hele set, voorraad uitvluchtenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > ein ganzes Sortiment von Ausflüchten
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский