-
1 uitstaan
sufriDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > uitstaan
-
2 => uitstaan
gener. velen -
3 to stand out
uitstaan -
4 digérer
-
5 ausstehen
ausstehen♦voorbeelden:2 ausstehende Forderungen, Gelder • uitstaande vorderingen, geldenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:die Sache ist ausgestanden • het leed is geledenjemanden, etwas nicht ausstehen können • iemand, iets niet kunnen uitstaan -
6 supporter
supporter1 [suuporter]〈m.〉 〈 sport en spel〉————————supporter2 [suuportee]1 dragen ⇒ steunen, stutten2 verdragen ⇒ dulden, door-, weer-, uitstaan♦voorbeelden:v1) dragen, steunen2) verdragen, uitstaan4) aanmoedigen -
7 voir
voir [vwaar]1 zien♦voorbeelden:il voit trouble • het schemert hem, alles danst hem voor de ogenon ne voit pas à dix pas • je kunt geen hand voor ogen zienne voir que par les yeux de qn. • blindelings op iemands oordeel afgaanje n'y vois goutte • ik zie niets2 il va voir à nous loger • hij zal zien, proberen ons ergens onder te brengenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zien ⇒ getuige zijn van, beleven, meemaken2 bezoeken ⇒ opzoeken, bezichtigen3 ontmoeten ⇒ zien, spreken met, omgaan met4 (in)zien ⇒ constateren, ondervinden5 bekijken ⇒ nagaan, zien6 bezien ⇒ beoordelen, beschouwen7 voor zich zien ⇒ zich een voorstelling maken van, begrijpen♦voorbeelden:vous m'en voyez ravi • ik ben er verrukt vanse faire voir • zich vertonen, zich laten zienvoir venir qn. • iemand doorhebbenen voir (de belles, de toutes les couleurs) • heel wat narigheid meemakenen avoir vu bien d'autres • nog wel wat anders meegemaakt hebbenen faire voir à qn. • iemand het leven zuur makenon aura tout vu • dat is het toppuntje voudrais vous y voir • ik zou u wel eens in mijn plaats willen zienregarder qn. sans le voir • door iemand heen kijkenil faut voir venir • we moeten afwachtenaller voir qn. • iemand opzoekenje ne peux pas le voir • ik kan hem niet uitstaanje ne le vois plus • ik heb het contact met hem verbroken3 pourrais-je voir le patron? • zou ik de baas kunnen spreken?allez voir là-bas si j'y suis • hoepel op, laat me met rustvoyons! • kom aan!c'est à voir • dat staat te bezienne voir que l'argent • alleen maar oog voor het geld hebbenvoir les choses en noir • een pessimistische kijk hebbenje ne le vois pas en médecin • ik zie geen dokter in hemvoir qn. en bienfaiteur • iemand als zijn weldoener zien¶ essaie voir • probeer het maar, als je durftje vois • ik begrijp hetn'avoir rien à voir dans, avec une affaire • niets te maken hebben met een zaakcela n'a pas grand-chose à voir avec mes idées • dat heeft niet veel te maken met mijn ideeënessaie un peu pour voir! • probeer maar eens als je durft!cela n'a rien à voir • dat heeft er niets mee te maken♦voorbeelden:elle s'est vu refuser l'entrée • men heeft haar de toegang geweigerd→ nez1. v1) zien2) bezoeken3) ontmoeten4) inzien, constateren5) bekijken6) bezien7) begrijpen2. se voirv2) zich zien3) gebeuren5) elkaar zien -
8 терпеть
verdragen, kunnen uitstaan, lijden ; geduld hebben ; dulden -
9 выдаваться
vgener. uitspringen, uitstaan, uitsteken -
10 выносить
v1) gener. lijden, uitspreken (приговор, решение), vellen (приговор и т.п.), verduwen, wijzen (приговор), doorstaan, dulden, gedogen, het kunnen aanzien (что-л.), mogen, uitstaan, verdragen, verduren2) law. (решение) gelegd -
11 иметь дело
vgener. uitstaan (с кем-л.), een zaak drijven, in aanraking komen met, te doen hebben met (с кем-л.) -
12 набраться страху
vgener. angst doorstaan, angst uitstaan -
13 переносить
vgener. dragen, harden, overbrengen, overdragen, uitstaan, verduren, afbreken (слово на другую строку), doorleven, dulden, kroppen, kunnen velen, ondergaan, overvoeren, uithouden, verdragen, verplaatsen, verschikken (на другой срок), verslepen, verzetten, (терпеливо) zich (iets) laten aanleunen (оскорбление, клевету и т.п.) -
14 приносить проценты
vgener. uitstaan, verinteresten, verintresten, rente opbrengen, rentenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > приносить проценты
-
15 терпеть
vgener. afwachten, gedogen, uithouden, dulden, kunnen velen, lijden, mogen, tolereren, uitstaan, verdragen, verduren, volhouden, zich getroosten -
16 торчать
v1) gener. uitpuilende, steken, uitstaan, uitsteken, vooruitsteken2) colloq. rondhangen (где-л. без цели) -
17 я его не выношу
prongener. ik kan hem niet uitstaan, ik mag hem niet -
18 я его не терплю
prongener. ik kan hem niet uitstaan -
19 bear
n. beer--------v. bevallen--------v. dragen; dulden; verdragen; bijstaan; leidenbear1[ beə] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.1 ook bear〉1 beer→ sore sore/————————bear25 druk uitoefenen ⇒ duwen, leunen♦voorbeelden:bear near • naderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dragen4 hebben/voelen voor ⇒ toedragen, koesteren5 verdragen ⇒ dulden, uitstaan9 drijven ⇒ duwen, drukken♦voorbeelden:be borne away • meegesleept wordenbear away/off a prize • een prijs in de wacht slepenhis letter bore no signature • zijn brief was niet ondertekendbear signs/traces of • tekenen/sporen vertonen vanborne by • geboren uit -
20 brook
n. beek--------v. uitstaan, duldenbrook1[ broek] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————brook2〈werkwoord; voornamelijk met ontkenning〉 〈 formeel〉1 dulden ⇒ verdragen, gedogen♦voorbeelden:
Страницы