-
41 woeful
-
42 bleakly
adv. koud; treurig; ontbloot, blootgesteld -
43 dampy
adj. terneergeslagen; somber; treurig, bedroefd; mijngas bevattend (Mijnen) -
44 drearily
adv. droevig, treurig -
45 dumpish
adj. treurig; melancholisch; saai -
46 low spirited
terneergeslagen, treurig, moedeloos -
47 woefully
adv. kommer-, zorgvol; treurig, ongelukkig, droevig, ellendig -
48 woefulness
n. kommerlijk, zorgvol; pijnlijk, treurig, ongelukkig, droevig, ellendig -
49 woesome
adj. smartelijk, treurig, bedroefd, ongelukkig, beklagenswaardig, zielig; droevig; tragisch -
50 noir
noir1 [nwaar]〈m.〉2 (het) donker ⇒ (het) duister, duisternis♦voorbeelden:3 noir de fumée • roet, zwartselbroyer du noir • somber gestemd zijnvoir tout en noir • alles donker inzienmettre dans le noir • in de roos schietenun (petit) noir • een kopje zwarte koffie————————noir2 [nwaar]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉3 donker ⇒ duister, somber6 boosaardig ⇒ snood, grimmig7 macaber ⇒ griezelig, duivels8 clandestien ⇒ verboden, zwart♦voorbeelden:un(e) Noir(e) • neger(in), zwarte1. m1) (het) zwart2) (het) donker, duister3) zwartsel4) droefheid5) zwarte markt2. Noir/Noirem/fneger/-in, zwarte3. adj1) zwart2) vuil3) donker4) zwartgallig5) grimmig6) griezelig7) verboden, zwart -
51 pitié
pitié [pietjee]〈v.; ook tussenwerpsel〉♦voorbeelden:1 c'est pitié • het is triest, treurigfaire pitié • medelijden wekken(chanter) à faire pitié • erbarmelijk (zingen)prendre qn. en pitié • medelijden krijgen met iemandpar pitié • in 's hemelsnaamsans pitié • meedogenloospitié! • genade!→ enviequelle pitié! • wat pover!fmedelijden, mededogen -
52 tragique
tragique [traazĵiek]1 tragisch ⇒ treurig, noodlottig♦voorbeelden:tourner au tragique • een tragische, noodlottige wending nemenle tragique • de tragiek, het tragischeun tragique • treurspeldichteradj -
53 tristement
-
54 attristant
-
55 c'est pitié
c'est pitiéhet is triest, treurig -
56 c'est tristement vrai
c'est tristement vrai -
57 désolant
désolant [deezollã]1 hinderlijk ⇒ lastig, vervelend -
58 funèbre
-
59 funeste
-
60 marri
См. также в других словарях:
Frauenradsport — Radfahrerin in „Bloomers“ in einer Werbung aus dem Jahre 1897 Als Frauenradsport – genauer: Frauen Radrennsport – wird die Teilnahme von Frauen an Radrennen verstanden, also an Wettbewerben im Straßenradsport, Bahnradsport, Mountainbike,… … Deutsch Wikipedia