-
1 training
-
2 entraînement
entraînement [ãtrenmã]〈m.〉1 training ⇒ oefening, africhting♦voorbeelden:m1) training, oefening2) drang, opwelling3) geestdrift4) aandrijving -
3 école
école [eekol]〈v.〉1 school 〈 ook schoolgebouw, de gezamenlijke scholieren al dan niet met inbegrip van de leerkrachten〉 ⇒ onderwijs, leerschool♦voorbeelden:Ecole des Arts et Métiers •〈 tertiaire opleiding voor ingenieurs〉jeunesse des écoles • schooljeugdécole de secrétariat • secretaressenopleidingêtre à bonne école • in goede handen zijnfaire l'école buissonnière • spijbelengrandes écoles •〈 instellingen op universitair niveau en opleidend voor een beroep〉école libre • katholieke schoolécole maternelle • kleuterschoolécole nationale professionnelle • lagere technische schoolécole nationale d'administration •〈 hogeschool voor topambtenaren〉école normale supérieure •〈 hoogste universitaire lerarenopleiding in Frankrijk〉école normale primaire • pedagogische academieécole primaire, primaire élémentaire • basisschoolavoir été à rude école • een harde leerschool achter de rug hebbenécole secondaire • middelbare schoolécole supérieure • hogeschoolenfant en âge d'aller à l'école • kind dat leerplichtig, schoolrijp isfaire l'école • voor de klas staanfréquenter une école • ergens op school zittenrenvoyer qn. à l'école, conseiller à qn. de retourner à l'école • iemand zijn schoolgeld terug laten halen 〈 figuurlijk〉sentir l'école • iets schoolmeesterachtigs hebbentenir école • les geven, school houdenécole du soldat • rekrutenopleidingà l'école de • onder leiding van→ rentrée3 haute école • hogeschool, hogere dressuurf -
4 éducation
éducation [eeduukaasjõ]〈v.〉2 opleiding ⇒ scholing, vorming3 wellevendheid ⇒ beschaving, welopgevoedheid♦voorbeelden:éducation sexuelle • (seksuele) voorlichting→ maison¶ (Ministère de) l'éducation nationale • (ministerie van) Onderwijs; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 (ministerie van) Nationale Opvoedingf1) opvoeding2) opleiding, scholing3) beschaving -
5 formation
formation [formaasjõ]〈v.〉1 vorming2 formatie ⇒ groep, partij, organisatie3 opleiding ⇒ training, scholing♦voorbeelden:formation aérienne • formatie vliegtuigenen formation • in opleidingf1) vorming2) formatie, organisatie3) opleiding -
6 instruction
instruction [ẽstruuksjõ]〈v.〉1 onderwijs ⇒ opleiding, vorming2 ontwikkeling ⇒ scholing, kennis♦voorbeelden:instruction militaire • militaire traininginstruction obligatoire • leerplichtinstruction religieuse • catechese2 avoir de l'instruction • ontwikkeld zijn; onderwijs genoten hebbensans instruction • onontwikkeld1. f1) onderwijs, opleiding2) scholing, kennis3) opdracht [computer]4) vooronderzoek [juridisch]2. instructionsf plinstructies, richtlijnen -
7 instruction militaire
instruction militaire
См. также в других словарях:
training — train‧ing [ˈtreɪnɪŋ] noun HUMAN RESOURCES [singular, uncountable] the process of training someone or of being trained: • 30 workers are being sent to Japan for training. • 90% of the graduates were offered on the job training (= training while… … Financial and business terms
training — [ treniŋ ] n. m. • 1854; mot angl. « éducation, entraînement » ♦ Anglic. 1 ♦ Entraînement (sportif). 2 ♦ (1958) Psychol. Méthode de relaxation par autosuggestion. Training autogène. 3 ♦ (1956) Survêtement. ⇒ jogging. ● training nom masculin … Encyclopédie Universelle
Training — Train ing, n. The act of one who trains; the act or process of exercising, disciplining, etc.; education. [1913 Webster] {Fan training} (Hort.), the operation of training fruit trees, grapevines, etc., so that the branches shall radiate from the… … The Collaborative International Dictionary of English
training — TRÁINING s. n. (sport; rar) antrenament. (< engl. training) Trimis de raduborza, 08.07.2008. Sursa: MDN … Dicționar Român
training — /ˈtreinin(g), ingl. ˈtreɪŋɪŋ/ [vc. ingl., da to train «trascinare, trainare»] s. m. inv. allenamento, addestramento, tirocinio FRASEOLOGIA training autogeno, autodistensione … Sinonimi e Contrari. Terza edizione
Training — [Aufbauwortschatz (Rating 1500 3200)] Auch: • Übung • Praxis Bsp.: • Übung macht den Meister. • Er gewann das Rennen nach Wochen harten Trainings. • Es ist ein gutes Training … Deutsch Wörterbuch
Training — (engl., spr. Trehuing), die Abrichtung u. Schulung der Pferde, bes. zu Wettrennen … Pierer's Universal-Lexikon
training — index competence (ability), direction (guidance), disciplinary (educational), edification, education … Law dictionary
training — / treiniŋ/, it. / trɛining/ s. ingl. [der. di (to ) train allenare ], usato in ital. al masch. 1. [periodo di addestramento professionale o tecnico in un organizzazione aziendale] ▶◀ addestramento, stage, tirocinio 2. (sport.) [periodo di… … Enciclopedia Italiana
training — training, sociology of … Dictionary of sociology
training — Voz inglesa que se usa ocasionalmente en español con el sentido de ‘preparación encaminada a la consecución o mantenimiento de una destreza o una aptitud’. Es anglicismo innecesario, ya que puede sustituirse por términos españoles de sentido… … Diccionario panhispánico de dudas