-
1 he has plied this trade for 20 years
English-Dutch dictionary > he has plied this trade for 20 years
-
2 trade in an old car for a new one
trade in an old car for a new oneEnglish-Dutch dictionary > trade in an old car for a new one
-
3 trade
adj. handel-, zaken---------n. handel, zaken; werk--------v. handelen, zaken doen, kopen, inkopen, verkopentrade1[ treed] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 vak ⇒ ambacht, beroep♦voorbeelden:terms of trade • (handels)ruilvoetbad for trade • nadelig voor de handeldo a good trade • goede zaken doenbe in trade • een zaak/winkel hebbena butcher by trade • slager van beroep→ jack jack/————————trade21 handel drijven ⇒ handelen, zaken doen2 〈Amerikaans-Engels; +at/with〉(vaste) klant zijn (van/in)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verhandelen ⇒ uitwisselen, (om)ruilen♦voorbeelden: -
4 bad for trade
-
5 new openings for trade
new openings for tradenieuwe afzetgebieden/afzetmogelijkheden -
6 unfortunate place for trade
-
7 Governmental Company for Foreign-Trade Risks Insurance
de Regerings Maatschappij voor de verzekering van Buitenlandse Handel risico (een publieke oprichting die invoerhandelaars helpt bin geval van risico)English-Dutch dictionary > Governmental Company for Foreign-Trade Risks Insurance
-
8 ply
n. laag (van hout of dubbele stof)--------v. een bep. route regelmatig afleggen; regelmatig beoefenenply1[ plaj] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: plies〉♦voorbeelden:2 what ply is this wool? • hoeveel draads wol is dit?————————ply2〈 plied〉1 〈+between〉 een bepaalde route regelmatig afleggen 〈 van bus, schip e.d.〉 ⇒ pendelen (tussen), geregeld heen en weer rijden/varen (tussen)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 formeel〉ijverig/regelmatig beoefenen ⇒ zich toeleggen op, (hard) werken aan♦voorbeelden:→ ply with ply with/ -
9 once
adv. eens, één keer; eenmaal--------conj. op moment dat, of ooit, eens--------n. een keeronce1[ wuns] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 één keer/maal♦voorbeelden:that/this once • die/deze ene keer————————once2♦voorbeelden:1 Arthur, the once and future king • Arthur, koning voor eens en altijdthe once trade centre of the nation • het voormalige handelscentrum van het land————————once3〈 bijwoord〉1 eenmaal ⇒ eens, één keer♦voorbeelden:1 once again/more • opnieuw, nog eensonce too often • een keer teveelonce or twice • zo nu en dan, van tijd tot tijd(all) at once • tegelijk(ertijd), samen(just) for (this) once • (net) (voor) deze/die ene keeronce and for all • voorgoed, definitief; voor de laatste keeronce in a while • een enkele keer, zeldenonce upon a time there was … • er was eens …¶ at once • onmiddellijk, meteenall at once • plots(eling), ineens, opeens————————once4〈 voegwoord〉1 eens (dat) ⇒ als eenmaal, zodra♦voorbeelden:1 once she had noticed she distrusted them in everything • toen zij het gemerkt had wantrouwde zij hen in allesonce you are ready, we'll leave • zodra je klaar bent, zullen we gaan -
10 free
adj. vrij; ontslagen; in vrijheid; gratis; beschikbaar--------adv. vrij; gratis--------v. bevrijden, vrijlaten; in vrijheid stellen; oplossen; loslatenfree1[ frie:] 〈bijvoeglijk naamwoord; freer〉1 vrij ⇒ onafhankelijk, onbelemmerd2 vrij ⇒ gratis, belastingvrij4 vrij ⇒ niet bezet, niet in gebruik; niet vast, los; leeg; 〈 natuurkunde〉 in vrije toestand, ongebonden6 vrijgevig ⇒ gul, royaal♦voorbeelden:1 a free agent • iemand die vrij/onafhankelijk kan handelenFree Church • non-conformistische Kerkfree fight • algemeen gevechtgive/allow someone a free hand • iemand de vrije hand laten〈 voetbal〉 free kick • vrije schop/trapgive free rein(s) to • de vrije teugel laten aanfree speech • vrijheid van meningsuitingfree thought • vrijdenkerijfree verse • vrij vers〈 techniek, technologie〉 free wheel • freewheel, vrijloopfree will • vrije wilyou are free to do what you like • je mag doen wat je wilfeel free to do something • iets met een gerust hart (kunnen) doenmake someone free of something • iets delen met iemand, iemand de beschikking geven over ietsset free • vrijlaten, in vrijheid stellenfree from care • vrij van zorgen, onbekommerdfree of charge • gratis, kosteloosfree of tax • belastingvrijcarriage free • francoa free pass • een vrij reisbiljet/vrijkaartjefree port • vrije haven, vrijhaven〈Amerikaans-Engels; informeel〉 for free • gratis, voor nietsfree trade • (de) vrije handel, (de) vrijhandel4 is this seat free? • is deze plaats vrij?5 free and easy • ongedwongen, zorgeloosmake free with • te vrij/schaamteloos gebruik maken van, (te) vrij omgaan met————————free2〈 werkwoord〉2 verlossen ⇒ losmaken, vrijstellen♦voorbeelden:the grant freed him from all financial worries • de toelage verloste hem van al zijn financiële zorgen————————free3〈 bijwoord〉1 vrij ⇒ los, ongehinderd2 gratis♦voorbeelden:3 free on board • vrij/franco aan boordfree alongside ship • franco/vrij langs boordfree delivered • franco (t)huisfree on rail/truck • franco spoor/wagon -
11 opening
adj. openend--------n. opening; vrije baan, open baan; mogelijkheidopening1[ oopəning]2 opening ⇒ kans, (gunstige) gelegenheid3 vacature♦voorbeelden:2 new openings for trade • nieuwe afzetgebieden/afzetmogelijkheden1 opening ⇒ het openen/openstellen/opengaan/geopend worden; bres, gat, uitweg♦voorbeelden:————————opening2♦voorbeelden: -
12 retail
adj. detailhandelaar, kleinhandelaar--------n. kleinhandel, detailhandel--------v. in het klein verkopen, slijten; omstandig verhalen; rondvertellenretail1[ rie:teel] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————retail2♦voorbeelden:retail sale • detailverkoopretail trade • de kleinhandel————————retail3[ rie:teel]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉————————retail4♦voorbeelden:————————retail5〈 bijwoord〉 -
13 unfortunate
adj. ongelukkig--------n. ongelukkig, niet gelukkig; zonder succes[ unfo:tsjnət] 〈 unfortunateness〉♦voorbeelden:unfortunate term • ongelukkige term
См. также в других словарях:
History of trade for the People's Republic of China — Trade has been a very significant factor of the People s Republic of China s economy. In the twenty five years that followed the founding of the People s Republic of China in 1949, China s trade institutions were built into a partially modern but … Wikipedia
TRADE AND COMMERCE — In the Bible The geopolitical location of Palestine, set as it is in the heart of the Fertile Crescent, made it a pivotal link in the commercial activities carried on by land and sea between, on the one hand, Egypt and the Arabian Peninsula in… … Encyclopedia of Judaism
Trade — A verbal (or electronic) transaction involving one party buying a security from another party. Once a trade is consummated, it is considered done or final. Settlement occurs 1 5 business days later. The New York Times Financial Glossary * * * ▪ I … Financial and business terms
trade — An oral (or electronic) transaction involving one party buying a security from another party. Once a trade is consummated, it is considered done or final. settlement occurs 1 5 business days later. Bloomberg Financial Dictionary A trade is a deal … Financial and business terms
trade — [[t]tre͟ɪd[/t]] ♦ trades, trading, traded 1) N UNCOUNT: usu with supp Trade is the activity of buying, selling, or exchanging goods or services between people, firms, or countries. The ministry had direct control over every aspect of foreign… … English dictionary
Trade — Though centrally placed in Europe, Austria was historically a side road in European and worldwide trading patterns. Vienna and Linz, both on the Danube River, had lively mercantile communities in the Middle Ages, but their turnover did not… … Historical dictionary of Austria
trade — I n. commerce, business 1) to carry on, conduct, engage in trade 2) to build up, develop, drum up, promote; lose trade 3) to restrain, restrict trade 4) (a) brisk, lively trade (they built up a lively trade) 5) fair trade 6) domestic; export;… … Combinatory dictionary
trade in — verb turn in as payment or part payment for a purchase (Freq. 1) trade in an old car for a new one • Syn: ↑trade • Derivationally related forms: ↑trade in, ↑trade (for: ↑trade) … Useful english dictionary
Trade — Egypt was largely self sufficient in agriculture and raw materials; nevertheless, trade developed in the Levant beginning in the Predynastic Period for such luxury imports as wine, olive oil, lapis lazuli, and later for such necessities as… … Ancient Egypt
trade — /treɪd/ noun 1. the business of buying and selling ♦ adverse balance of trade situation when a country imports more than it exports ● The country had an adverse balance of trade for the second month running. ♦ to do a good trade in a range of… … Dictionary of banking and finance
trade-last — noun a compliment that I heard about you that I offer to trade for a compliment you have heard about me • Hypernyms: ↑compliment * * * ˈ ̷ ̷ˌ ̷ ̷ noun ( s) : a complimentary remark by a third person that a hearer offers to repeat to the person… … Useful english dictionary