-
61 afzoenen
1 [door zoenen goedmaken] apaiser par un baiser2 [door zoenen wegnemen] essuyer par des baisers3 [veelvuldig zoenen] couvrir de baisers♦voorbeelden:een ruzie afzoenen • se réconcilier par des baisers après une dispute2 de tranen van iemands wangen afzoenen • essuyer les larmes de qn. en l'embrassant -
62 bedwingen
1 [onderdrukken] soumettre2 [in bedwang houden] maîtriser♦voorbeelden:onlusten bedwingen • réprimer des troubleshet bedwingen • la soumissionzijn ongerustheid bedwingen • calmer son inquiétudezijn tranen bedwingen • refouler ses larmeszijn woede bedwingen • réprimer sa colèrezichzelf bedwingen • se maîtriserhet bedwingen • la répression -
63 biggelen
♦voorbeelden: -
64 bitter
bitter1————————bitter2♦voorbeelden:bittere spot • sarcasme grinçanteen bittere toon • un ton amerbittere tranen • larmes amèresdat smaakt bitter • c'est amerbitter zei hij … • il déclara avec amertume …II 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:het bitter koud hebben • avoir très froidbitter weinig • ridiculement peu -
65 blik
I 〈de〉♦voorbeelden:gretige blikken op iets werpen • dévorer qc. du regardeen door tranen omfloerste blik • un regard voilé de larmeseen ruime blik hebben • avoir les idées largesvernietigende blikken • regards foudroyantsiemand een welwillende blik gunnen • accorder à qn. l'aumône d'un regardiemand geen blik waardig gunnen • ne pas daigner regarder qn.hij heeft me geen blik waardig gekeurd • il ne m'a pas jugé digne d'un regardeen blik laten vallen op • poser son regard surzijn blik verruimen • élargir son horizoneen blik op iemand werpen • jeter un regard sur qn.iemand met geen blik verwaardigen • ne pas daigner regarder qn.II 〈 het〉♦voorbeelden:in blik • en boîte -
66 brengen
3 [doen toekomen] apporter4 [in een toestand doen komen] mettre♦voorbeelden:twee mensen dichter bij elkaar brengen • rapprocher deux personnesiets dichterbij brengen • approcher qc.jawel! morgen brengen • des prunes!het glas aan de lippen brengen • porter le verre à ses lèvresiets in veiligheid brengen • mettre qc. en sûretéiemand naar bed brengen • mettre qn. au litiemand naar de tram brengen • conduire qn. jusqu'au tramwayin dit nummer brengen wij drie reportages • dans ce numéro nous proposons trois reportageseen toneelstuk brengen • donner une pièce de théâtremet zich mee brengen • avoir pour conséquencedaar valt niets tegenin te brengen • il n'y a rien à en direiets naar voren brengen • avancer qc.niets kunnen brengen tegen … • ne rien trouver à redire à …een zaak voor het gerecht brengen • porter une affaire devant le tribunal4 iemand ertoe brengen dat hij …, iemand tot een daad brengen • amener qn. à faire qc.water aan de kook brengen • faire bouillir de l'eauiemand aan het twijfelen brengen • faire hésiter qn.iets aan de man brengen • placer qc.iets in rekening brengen • porter qc. en compteiemand in tranen brengen • faire pleurer qn.het gesprek op iets brengen • amener la conversation sur qc.dit bracht mij op de gedachte • cela m'a donné l'idée (de)een kind ter wereld brengen • mettre un enfant au monde→ link=verstand verstand -
67 dat is niet met droge ogen aan te zien
dat is niet met droge ogen aan te zienDeens-Russisch woordenboek > dat is niet met droge ogen aan te zien
-
68 drogen
1 [droog worden] sécher♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [droog maken; ook conserveren] sécher♦voorbeelden:gedroogde kabeljauw • du cabillaud séché〈 figuurlijk〉 iemands tranen drogen • sécher les larmes de qn.'t is goed drogend weer • le linge sèche bien par ce temps -
69 grif
♦voorbeelden:zij is heel grif met haar tranen • les larmes lui viennent facilement -
70 inhouden
1 [algemeen] contenir3 [ingetrokken houden] rentrer♦voorbeelden:hij kon zijn lachen niet inhouden • il ne pouvait s'empêcher de rirezijn tranen inhouden • refouler ses larmesII 〈wederkerend werkwoord; zich inhouden〉♦voorbeelden: -
71 laten
1 [algemeen] laisser2 [ergens in bergen] mettre♦voorbeelden:hij kan het roken niet laten • il ne peut pas s'empêcher de fumerdat laat mij koud • ça me laisse froidde deur open laten • laisser la porte ouverteiemand laten begaan • laisser faire qn.dat laat zich denken • cela se conçoitik heb het op tafel laten liggen • je l'ai oublié sur la tableik heb mij laten wijsmaken (dat) • je me suis laissé dire (que)wil je dat wel eens laten! • as-tu bientôt fini!een meisje laten zitten • laisser tomber une fillelaat dat! • ça suffit!het erbij laten (zitten) • en rester làhij kan het niet laten • il ne peut pas s'en empêcherik kan het niet laten te … • je ne peux m'empêcher de …laat maar! • laisse!laat maar zitten! • 〈m.b.t. wisselgeld〉 gardez la monnaie!daar zullen we het bij laten! • nous en resterons là!laat de kat maar in de tuin • laisse le chat aller au jardinhij werd in de kamer gelaten • on le fit entreriemand met rust laten • laisser qn. tranquille2 waar moet ik het boek laten? • où est-ce que je dois mettre le livre?waar laat die jongen al dat eten? • où est-ce que ce garçon fourre toute cette nourriture?zijn gedachten laten gaan • laisser libre cours à ses idéesiemand laten halen • envoyer chercher qn.de dokter laten komen • faire venir le médecinlaat me niet lachen! • laissez-moi rire!zich laten leiden • se laisser conduireiemand iets laten weten • faire savoir qc. à qn.¶ waar heb ik mijn potlood gelaten? • qu'ai-je fait de mon crayon?en laat hij het nu nog doen ook! • et le plus beau c'est qu'il le fait!laten wij elkaar helpen • aidons-nous les uns les autreslaten we nu maar opschieten! • allons, dépêchons-nous!laat staan • moins encorelaat ze mooi zijn, erg verstandig is ze niet • si elle est belle, elle n'est pas très maligne!laat het nu net beginnen te gieten • et voilà qu'il commence à pleuvoirde lamp naar beneden laten • descendre la lampe→ link=blauwblauw blauwblauw -
72 losbarsten
1 [plotseling te voorschijn komen] se déclencher2 [m.b.t. emoties] éclater3 [losgaan] craquer♦voorbeelden:een hevig geweervuur barstte los • un feu nourri se déclenchahij kon zich niet langer bedwingen en barstte los • il n'arrivait plus à se dominer et il éclata -
73 oog
♦voorbeelden:het oog van de naald • le chas de l'aiguillemet andere ogen bekijken • voir (qc.) d'un autre oeileen blauw oog • un oeil au beurre noiriemand een blauw oog slaan • pocher un oeil à qn.(niet zichtbaar) met het blote, ongewapend oog • (imperceptible) à l'oeil nuhet boze oog • le mauvais oeilbruine ogen hebben • avoir les yeux marrondat is niet met droge ogen aan te zien • 〈 zonder tranen〉 on ne peut s'empêcher de pleurer; 〈 ongeroerd〉 c'est à faire pleurer les pierreseen glazen oog • un oeil de verregrote ogen opzetten • ouvrir de grands yeuxzijn ogen zijn groter dan zijn buik, maag • il a les yeux plus grands que le ventreiets met lede ogen aanzien • voir qc. d'un mauvais oeileen lui oog • un oeil paresseuxeen open oog voor iets hebben • être sensible à qc.geen oog dichtdoen • ne pas fermer l'oeilzijn ogen gebruiken • ouvrir l'oeilzijn ogen niet geloven, vertrouwen • ne pas en croire ses yeuxogen hebben van voren en van achteren • avoir des yeux derrière la têteoog hebben voor • avoir l'oeil pourzijn ogen in zijn zak hebben • avoir les yeux dans sa pochealleen oog hebben voor • n'avoir d'yeux que pourzij maakt haar ogen op • elle se fait les yeuxiemand de ogen openen • ouvrir les yeux à qn.de ogen openhouden • garder les yeux ouvertszich de ogen uit het hoofd schamen • mourir de hontehaar ogen schieten vuur • ses yeux lancent des éclairsde ogen ten hemel slaan • lever les yeux au ciel〈 figuurlijk〉 de ogen sluiten voor iets • fermer les yeux sur qc.zijn ogen uitkijken (aan iets) • ne pas détacher les yeux (de qc.)iemand de ogen uitkrabben • arracher les yeux à qn.iemand de ogen uitsteken • faire mourir qn. d'envieiemand de ogen uitsteken met zijn luxe • écraser qn. de son luxe〈 figuurlijk〉 iemand de ogen verblinden • éblouir qn.door iemands ogen zien • voir par les yeux de qn.door het oog van de naald kruipen • l'échapper belleoog in oog staan met • se trouver nez à nez avecheb je geen ogen in je hoofd? • tu n'as pas les yeux en face des trous?iemand recht in de ogen zien, kijken • regarder qn. en facemet de ogen spreken • avoir des yeux expressifsmet de ogen knipperen • cligner des yeuxiemand iets onder vier ogen zeggen • dire qc. à qn. entre quatre yeuxeen gesprek onder vier ogen • un tête-à-têteuit zijn ogen zien • 〈 opletten〉 ouvrir l'oeil (et le bon); 〈 op zijn hoede zijn〉 être sur le qui-vivevoor iemands ogen • sous les yeux (de qn.)groen en geel voor de ogen worden • être pris de vertigehet schemert mij voor de ogen • j'ai la vue troublezijn ogen aan iets te goed doen • repaître ses yeux de qc.zijn ogen uit zijn hoofd kijken • se repaître de, à la vue de (qc.)zijn ogen goed de kost geven • 〈 ironisch〉 ne pas avoir les yeux dans sa poche; 〈vooral m.b.t. mooie vrouwen〉 se rincer l'oeil〈 spreekwoord〉 oog om oog, tand om tand • oeil pour oeil, dent pour dent2 met een half oog iets zien • entrevoir qc.schele, scheve ogen maken, geven • faire des jalouxiemand met schele ogen aankijken • être jaloux de qn.het oog over iets laten gaan • promener son regard sur qc.〈 figuurlijk〉 het oog op iets laten vallen • avoir des desseins sur qc.zover het oog reikt • à perte de vue〈 figuurlijk〉 het oog slaan, laten vallen op iemand • jeter son dévolu sur qn.het oog treffen • frapper les yeuxaan het oog ontsnappen • se dérober à la vueiets aan het oog onttrekken • masquer qc. à la vuein het oog lopen • se faire remarquerin het oog lopend, vallend • manifestein het oog springen, vallen • sauter aux yeuxmet de ogen verslinden • dévorer (qn., qc.) des yeuxiets (de werkelijkheid) onder ogen zien • regarder qc. (les choses) en facede dood onder ogen zien • envisager la mortonder iemands ogen komen • se présenter devant qn.iets niet onder ogen willen zien • se mentir à soi-mêmeiets onder ogen hebben • avoir qc. sous les yeuxiemand iets onder het oog brengen • 〈 op iets wijzen〉 faire observer qc. à qn.; 〈 aan het verstand brengen〉 essayer de faire comprendre qc. à qn.op het oog • à première vuezo op het oog • à vue d'oeiliemand, iets op het oog hebben • avoir qn., qc. en vueuit het oog raken • disparaître (aux yeux)iets, iemand uit het oog verliezen • perdre qc., qn. de vue(ga) uit mijn ogen! • hors de ma vue!iets voor ogen stellen • 〈 doen zien〉 représenter qc.; 〈 een voorstelling hebben〉 se représenter qc.〈 figuurlijk〉 iets voor ogen houden • garder qc. à l'esprit〈 figuurlijk〉 iemand voor ogen staan • être présent à l'esprit de qn.〈 spreekwoord〉 uit het oog, uit het hart • loin des yeux, loin du coeurhij wierp, gooide zes ogen • il a jeté un six¶ in hun ogen betekent hij niet veel • à leurs yeux, il a peu de valeurmet het oog op • en vue demet het oog hierop • à cet effetiemand naar de ogen zien • ramper devant qn. -
74 opkroppen
1 contenir♦voorbeelden:zijn woede opkroppen • contenir sa colèrealles in zichzelf opkroppen • garder tout en soi-même -
75 roeren
1 [+ in][zo handelen, dat iets omgeroerd wordt] remuer (qc.)♦voorbeelden:in de modder roeren • remuer la boueII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [omroeren; in beweging brengen] remuer♦voorbeelden:de sla door elkaar roeren • remuer la saladede soep roeren • mélanger la soupe2 iemand tot tranen toe roeren • toucher qn. jusqu'aux larmesIII 〈wederkerend werkwoord; zich roeren〉1 [zich bewegen] bouger♦voorbeelden: -
76 schreien
-
77 smelten
1 [algemeen] fondre2 [oplossen] se dissoudre3 [in elkaar overgaan] se fondre♦voorbeelden:een gesmolten zekering • un fusible qui a sautédie perziken smelten op de tong • ces pêches fondent dans la bouche¶ iemands hart doen smelten • faire fondre qn.zijn ogen smolten (weg) in tranen • ses yeux s'emplirent de larmeseen hart dat smelt van medelijden • un coeur rempli de pitiéII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [vloeibaar maken] (faire) fondre♦voorbeelden:ijzer smelten • fondre du fer -
78 staan
1 [m.b.t. personen, dieren] être debout2 [op steunpunten rusten] se trouver3 [in een toestand, hoedanigheid zijn] être4 [passen, kleden] aller (à qn.)5 [opgetekend, gedrukt zijn] figurer6 [+ op; + onbepaalde wijs][weldra zullen] être sur le point (de)7 [gericht zijn] être dirigé (vers)8 [bij voortduring met iets bezig zijn] être en train (de)10 [stilstaan] rester immobile11 [onaangeroerd zijn] rester intact12 [niet wijken] résister (à)♦voorbeelden:ga er maar aan staan! • essaie un peu!gaan staan • se leverergens aan gaan staan • attaquer qc.ergens onverwacht voor komen te staan • se trouver subitement confronté à qc.iemand laten staan • laisser qn. deboutik kan niet lezen wat daar staat • je ne peux pas lire ce qui est écritovereind staan • se tenir deboutrechtop staan • se tenir droit〈 figuurlijk〉 achter iets staan • soutenir qc.die gebeurtenis staat geheel op zichzelf • cet événement est totalement isoléje staat op mijn tenen • tu me marches sur le piedop zijn tenen staan • être sur la pointe des pieds〈 figuurlijk〉 voor iemand staan • défendre la cause de qn.voor zijn mening staan • défendre son opinion〈 figuurlijk〉 ergens alleen voor staan • être seul face à qc.de kerk staat midden in het dorp • l'église se trouve au milieu du villagedeze stoel staat op drie poten • cette chaise repose sur trois piedshet eten staat op tafel • le repas est sur la tablealleen staan • être seulde kansen staan goed • les chances sont bonneshet water staat hoog • la marée est hauteleeg staan • être inoccupéde bloemen staan er mooi bij • les fleurs sont belleshaar gezicht staat vrolijk • elle a un visage réjouihet staat geschreven • c'est écriter goed bij staan • prospérerzoals de zaken ervoor staan • au point où en sont les chosesergens middenin staan • participer activement à qc.〈 figuurlijk〉 iemand na staan • être proche de qn.buiten iets staan • être en dehors de qc.in zijn twee staan • être en secondezij staat derde in het klassement • elle est troisième au classementde tranen staan hem in de ogen • il a les larmes aux yeuxonder iemand staan • être sous les ordres de qn.de verwarming staat op 18° • le chauffage est à 18°ergens sceptisch tegenover staan • être sceptique à l'égard de qc.7 staat tot 14 als 8 staat tot 16 • 7 est à 14 ce que 8 est à 16dat stáát niet • ça ne va pasdat kapsel staat u goed • cette coiffure vous va bienhet staat niet in van Dale • (le) Van Dale ne le mentionne paswat staat er in de krant? • qu'y a-t-il dans le journal?het staat op haar naam • c'est à son nom7 de zon staat 's middags op deze kamer • l'après-midi, le soleil donne dans cette pièceergens van staan kijken • être très étonné par qc.staan luisteren • être en train d'écouterzich staan te vervelen • s'ennuyerze staat al een uur te wachten • ça fait une heure qu'elle attend(iets) tot staan brengen • arrêter (qc.)sta of ik schiet! • halte ou je tire!laat staan dat … • sans parler de …zijn eten laten staan • ne pas toucher à son repasde alcohol laten staan • ne plus boire (d'alcool)zijn baard laten staan • se laisser pousser la barbeer staat nog wat van gisteren • il en reste encore un peu d'hier12 ervoor staan • être prêt à affronter qc.zij staat voor niets • elle ne recule devant rienhij staat op goede manieren • il exige de bonnes manièreser staat heel wat te doen • il y a encore beaucoup à fairezij ziet hem niet staan • il n'existe pas pour elle -
79 storten
1 [met geweld vallen] tomber♦voorbeelden:de regen stort naar beneden • il pleut à verseII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [met geweld laten vallen] (dé)verser♦voorbeelden:beton storten • couler du bétongeld storten • verser de l'argenttranen storten • répandre des larmesIII 〈wederkerend werkwoord; zich storten〉1 [zich begeven naar] se jeter♦voorbeelden: -
80 stortvloed
♦voorbeelden:een stortvloed van tranen • un torrent de larmeseen stortvloed van cijfers • une cascade de chiffreseen stortvloed van protesten • une vague de protestations
См. также в других словарях:
tränen — V. (Aufbaustufe) einen Tropfen vom Auge absondern Beispiel: Mir tränen die Augen vom Zwiebelschneiden … Extremes Deutsch
Tränen — (Lacrimae), die wässerige und klare Flüssigkeit, die von den Tränendrüsen der Menschen und mancher Tiere abgesondert wird und auf 99 Proz. Wasser kleine Mengen von Eiweiß sowie ca. 0,8 Proz. Salze (meist Kochsalz) enthält. Die T. werden beständig … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Tränen — Tränen, von den Tränendrüsen (s. Auge) abgesonderte Flüssigkeit, die zur Befeuchtung der vordern Augenfläche dient, enthält neben Wasser (99 Proz.) Kochsalz, phosphorsaures Alkali, etwas Eiweiß. Die Tränenflüssigkeit sammelt sich in den innern… … Kleines Konversations-Lexikon
Tränen — Die Träne ist eine salzige Körperflüssigkeit, die die Tränendrüsen von Menschen und Säugetieren ständig absondern. Das Tränensekret besteht aus einer wässrigen Phase und einer Lipidphase. Störungen in der Zusammensetzung führen zum trockenen Auge … Deutsch Wikipedia
tränen — trä|nen 〈V. intr.; hat〉 Tränen absondern (Augen) * * * trä|nen <sw. V.; hat [mhd. trahenen, trēnen]: Tränen hervor , heraustreten lassen, absondern: ihre Augen begannen zu t. * * * Tränen, Physiologie: Tränendrüsen. * * * trä|nen <sw.… … Universal-Lexikon
tränen — trä̲·nen; tränte, hat getränt; [Vi] ein Auge tränt; jemandem tränen die Augen jemand hat Tränen in einem oder beiden Augen (nicht weil er traurig ist, sondern weil Wind, Rauch o.Ä. die Augen reizt) … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
tränen — Träne: Mhd. trēne, worauf die heutige Form beruht, ist eigentlich eine starke Pluralform von »tran«, die im 15. Jh. nicht mehr als solche verstanden und als Singular aufgefasst wurde. Zu dieser Form wurde dann ein neuer schwacher Plural »trenen« … Das Herkunftswörterbuch
tranen — Tränenfluss, Tränenflüssigkeit, Wasser; (schweiz., sonst dichter.): Augenwasser; (landsch., sonst dichter. veraltet): Zähren; (Med.): Epiphora. * * * tranen:⇨unaufmerksam(2) … Das Wörterbuch der Synonyme
Tränen — Frühe Tränen machen hart. «Sigmund Graff» … Zitate - Herkunft und Themen
Tränen-Kiefer — (Pinus wallichiana) Systematik Klasse: Coniferopsida Ordnung … Deutsch Wikipedia
Tränen-Zypresse — (Cupressus funebris) Systematik Klasse: Coniferopsida Ordnung … Deutsch Wikipedia