-
1 épuisement
épuisement [eepŵiezmã]〈m.〉2 (het) bemalen ⇒ (het) leegmalen, drooghouden♦voorbeelden:épuisement des provisions • (het) op raken van de levensmiddelentomber dans l'épuisement • uitgeput rakenjusqu'à l'épuisement des stocks • zolang de voorraad strektm1) uitputting2) (het) leegmalen, leegpompen -
2 frazzle
n. tot moes geslagen--------v. vermoeien, afmatten, verslijten, afdragen♦voorbeelden:¶ burnt to a frazzle • helemaal uit/opgebrand, totaal verkoold -
3 worn to a frazzle
worn to a frazzle -
4 dans un état d'épuisement complet
dans un état d'épuisement completDictionnaire français-néerlandais > dans un état d'épuisement complet
-
5 fix
♦voorbeelden:1 fixe Kosten, Preise • vaste kosten, prijzen -
6 fix und fertig
-
7 auflösen
auflösen♦voorbeelden:das Geschäft auflösen • de zaak opheffen, liquiderendas Parlament auflösen • het parlement ontbinden¶ in völlig aufgelöstem Zustand • geheel van streek, totaal ontredderdvor Hitze aufgelöst sein • van de warmte uitgeput zijn♦voorbeelden:1 der Verein hat sich aufgelöst • de vereniging is uiteengevallen, ontbondendie Hoffnung löst sich in Luft, Rauch auf • de hoop vervliegt in rook
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский