-
1 honk
n. het toeteren van een auto--------v. toeterenhonk1[ hongk] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————honk2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 hoot
n. gefluit; getoet; boe geroep--------v. toeteren; fluiten; boe roepenhoot1[ hoe:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 getoet♦voorbeelden:————————hoot2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:hoot at someone, hoot someone off the stage • iemand uitjouwen, iemand wegjouwen -
3 toot
n. getoeter--------v. toeterentoot1[ toe:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 getoeter————————toot2〈 werkwoord〉 -
4 tootle
tootle1[ toe:tl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 getoeter————————tootle2♦voorbeelden:tootle around • rondtoeren/karrentootle down to • afzakken naarII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 beep
n. getoeter, toet--------v. een bieptoon laten horenbeep1[ bie:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————beep2〈 werkwoord〉1 toeteren2 piepen -
6 blow/sound the horn
blow/sound the horn -
7 horn
n. hoorn; toeter--------v. stoten[ ho:n]♦voorbeelden:blow one's own horn • zijn eigen loftrompet steken→ English English/ -
8 tootle one's horn
-
9 whistle
n. fluit, fluitje; toeter; keel (spreektaal)--------v. fluiten; toeterenwhistle1[ wisl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————whistle2〈 werkwoord〉1 fluiten ⇒ gieren, een fluitsignaal geven♦voorbeelden:¶ whistle up • in elkaar flansen, uit het niets te voorschijn roepenhe can whistle for it • hij kan ernaar fluiten
См. также в других словарях:
toeteren — tutu … Woordenlijst Sranan