-
1 torch
tòch -
2 yet
adv. nog; reeds; ondanks--------conj. nog; al; tochyet11 nog ⇒ tot nu toe, nog altijd2 〈 in vragende zinnen〉al5 toch♦voorbeelden:she has yet to ring up • ze heeft nog steeds niet opgebeldas yet • tot nu toe————————yet2〈 voegwoord〉♦voorbeelden:she seems shy, yet she is not • ze lijkt verlegen maar is het toch niet -
3 but
adv. alleen als; met moeite--------conj. maar; doch--------n. voorwaarde; weerstand; beperking--------prep. behalve--------v. "maar"but1[ but] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 maar ⇒ tegenwerping, bedenking♦voorbeelden:but me no buts • geen gemaar, niks te maren〈 informeel〉 no buts about it • zeker weten, reken maar————————but21 die/dat niet♦voorbeelden:————————but31 slechts ⇒ enkel, alleen, maar, pas2 (en) toch ⇒ echter, anderzijds♦voorbeelden:I could but feel sorry for her • ik kon enkel medelijden hebben met haarI know but one • ik ken er maar één————————but41 behalve ⇒ buiten, uitgezonderd, anders dan♦voorbeelden:all but John • allen behalve Johnwho but John? • wie anders dan John?he wanted nothing but peace • hij wilde slechts rustthe last but one • op één na de laatstethe next summer but one • de zomer na de volgende————————but5♦voorbeelden:what could I do but surrender? • wat kon ik doen behalve me overgeven?¶ 〈 informeel〉 no sooner had she spoken but it appeared again • ze was nog niet uitgesproken of het verscheen opnieuwII 〈 nevenschikkend voegwoord〉♦voorbeelden:young but clever • jong maar sluwbut then (again) • (maar) anderzijds/jabut yet • niettemin2 he ran but ran! • hij liep, en hoe!he ran but fast! • hij liep, en snel ook!but no! • nee maar!, nee toch!but yes! • maar ja toch! -
4 wherever
-
5 still
adj. stil; stilte; distilleerketel--------adv. nog; toch; ondanks ; hoewel--------n. distilleerketel; stilte; stilstaand beeld (v. film), foto--------v. stillen, (doen) bedaren; tot bedaren brengen, kalmerenstill1[ stil] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 stilte ⇒ rust, kalmte♦voorbeelden:————————still2〈bijvoeglijk naamwoord; stillness〉2 stil ⇒ geluidloos, gedempt3 stil ⇒ rustig, kalm♦voorbeelden:1 a still evening • een stille/windloze avondstill water • stilstaand water¶ still picture • filmfoto, stilstaand (film)beeldthe still small voice • de stem van het geweten————————still3————————still4〈 bijwoord〉1 stil4 toch ⇒ nochtans, niettemin♦voorbeelden:2 is he still here? • is hij hier nog?4 … but he still agreed • … maar hij stemde er toch mee in -
6 though
adv. hoewel--------conj. ondanksthough11 niettemin ⇒ desondanks, toch wel♦voorbeelden:————————1 (al)hoewel ⇒ niettegenstaande dat, ondanks (het feit) dat, ofschoon♦voorbeelden:〈 elliptisch〉 though only six, he is a bright lad • hoewel hij nog maar zes jaar is, is hij een slim jongetjebad though it may be, it's not a catastrophe • hoe erg het ook mag zijn, het is geen catastrofe -
7 whatever
adj. wat dan ook; wat toch; welk dan ook; hoeveel dan ook--------pron. wat voor; welk; waar; niet belangrijk welke; niet belangrijk wat--------v. (Slang) veronachtzamen, negerenwhatever1♦voorbeelden:I'll stay whatever happens • ik blijf, wat er ook gebeurt♦voorbeelden:whatever for? • waarom toch?————————whatever2♦voorbeelden: -
8 after all
per slot van rekening, alles wel beschouwdafter allper slot van rekening, toch, tenslotte————————toch, per slot (van rekening) -
9 all
adj. al; alle--------adv. alles--------n. allemaal, allen; alles--------pron. alles; allemaal, allen, iedereenall1[ o:l] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉♦voorbeelden:————————all21 alle(n) ⇒ allemaal, iedereen2 alles ⇒ al, allemaal♦voorbeelden:one and all, all and sundry • alles en iedereen, jan en allemanthey all have left, they have all left, all of them have left • ze zijn allemaal wegall of the soldiers • al de/alle soldatenwhat's it all about? • waar gaat het nou eigenlijk over?it's all one/the same to me • het kan me (allemaal) niet schelenall that I could see • het enige wat ik kon zienabove all • bovenal, voor allesif you can't, I'll have to do it, that's all • als jij het niet kunt, dan zal ik het moeten doen, zo simpel is/ligt datonce and for all • voorgoedafter all • per slot van rekening, toch, tenslottehe can't walk at all • hij kan helemaal niet lopenif I could do it at all • als ik het maar enigszins kon doendid you do it at all? • heb je het überhaupt/eigenlijk wel gedaan?she spoke very little if (she spoke) at all • ze zei heel weinig, als ze dan al wat zei〈 na bedanking〉 not at all • niets te danken, graag gedaanfor all I care he can get stuffed • wat mij betreft kan hij de pot opfor all I know • voor zover ik weetfor all I know, he might nog come at all • misschien komt hij helemaal niet, weet ik veelin all • in 't geheel, in totaalall in all • al met alit costs all of \\td100 • het kost niet minder dan 100 dollarand all • enzovoort〈 informeel〉 how could you do it, with your handicap and all? • hoe heb je het kunnen doen, en dan nog wel met jouw handicap?→ well well/————————all3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:all right • in orde, okayall worn out • helemaal versletenif it's all the same to you • als het jou niets uitmaaktI've known it all along • ik heb het altijd al gewetenall at once • plotselingpaint it blue all over • schilder het helemaal blauwthere was satisfaction all round • iedereen was tevredenall too soon • (maar) al te gauwI'm all for it • ik ben er helemaal voor¶ all the same • toch, desondanksgo all out • alles geven, alles op alles zettenthe dog was all over me • de hond sprong van alle kanten tegen me opthe family were all over me • de familie verwelkomde me uitbundigall the better/sooner • des te beter/sneller→ all right all right/————————all42 enig(e)♦voorbeelden:today of all days • uitgerekend vandaagof all the nerve/ 〈 Brits-Engels〉 cheek! • wat een brutaliteit!they called on uncle Jim, of all people! • ze gingen nota bene bij oom Jim op bezoek!〈 Amerikaans-Engels〉 it's all wool • het is zuivere/100% wol1 al(le) ⇒ geheel, gans2 al(le) ⇒ ieder, elk♦voorbeelden:1 all (the) angles (taken together) are 180° • alle hoeken van een driehoek (samen) zijn 180°with all my heart • van ganser harte〈 voornamelijk Brits-Engels〉 all the morning, 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉all morning • de hele morgen2 all (the) angles are 60° • elke hoek is/alle hoeken zijn 60°→ that that/ -
10 anyhow
adv. hoe dan ook; in ieder geval2 〈 bijwoord〉 hoe dan ook 〈 aan het begin van de zin, als de spreker een discussie kort wil sluiten of met een verhaal verder wil gaan〉4 〈 voegwoord〉zoals … maar …♦voorbeelden:1 it's probably not worth it but let me see it anyhow • het heeft waarschijnlijk geen zin maar laat me het toch maar zien2 anyhow, when I got there he had already left • nou ja, hoe dan ook, toen ik dus aankwam, was hij al vertrokkenanyhow, I have to go now, sorry • hoe dan ook, ik moet nu gaan, het spijt me -
11 come on
kom maar, vooruit; verdraaid nog aan toecome on1 naderbij komen ⇒ oprukken, (blijven) komen2 opschieten ⇒ vorderen, vooruitkomen3 〈 benaming voor〉 beginnen ⇒ opkomen 〈 van onweer〉, vallen 〈 van nacht〉, aangaan 〈 van licht〉, beginnen (te ontstaan) 〈van ziekte e.d.〉♦voorbeelden:the rain came on • het begon te regenen¶ come on in! • kom toch binnen!come on up! • kom toch boven!come on! • kom op! 〈om iemand tot haast aan te sporen of aan te moedigen iets te doen/zeggen〉oh come on (not again)! • oh alsjeblieft niet nog eens!II 〈werkwoord + voorzetsel〉♦voorbeelden: -
12 however
adv. hoe dan ook, echter--------conj. hoe?1 〈 bijwoord〉hoe … ook ⇒ hoe dan ook, op welke wijze ook3 〈bijwoord; informeel〉hoe (in 's hemelsnaam/toch)4 〈 voegwoord〉hoe … maar ⇒ zoals … maar♦voorbeelden:1 however you travel, you will be tired • hoe je ook reist, je zult moe zijn2 I wanted to buy it; however, I decided not to • ik wilde het kopen, toch besloot ik het niet te doenthis time, however, he meant what he said • deze keer echter meende hij het3 however did you manage to come? • hoe ben je erin geslaagd te komen?however he tried, it wouldn't go in • hoe hij het ook probeerde, het wilde er niet in -
13 irrespective
adv. toch, sowieso; ongeacht[ irrispektiv]♦voorbeelden:irrespective of whether it was necessary or not • of het nu noodzakelijk was of nietI'll come irrespective • ik kom sowieso -
14 just
adj. eerlijk; fatsoenlijk; juist; passend; geschikt; behoorlijk; wenselijk; waar(dig); rechtvaardig; echt--------adv. nu; op dit moment; precies; ongeveer; bijna niet; alleen; nauwelijks; echt--------n. dueljust1[ dzjust] 〈bijvoeglijk naamwoord; justness〉1 billijk ⇒ rechtvaardig, fair♦voorbeelden:————————just2〈 bijwoord〉1 precies ⇒ juist, net2 amper ⇒ ternauwernood, (maar) net3 net ⇒ zoëven, daarnet♦voorbeelden:just about • zowat, wel zo'n beetje, zo ongeveerjust like him • net iets voor hemjust a minute, please • (een) ogenblikje a.u.b.that's just one of those things • dat gaat nu eenmaal zoit just doesn't make sense • het slaat gewoon nergens opjust listen to that cheering • moet je ze eens horen juichenjust wait and see • wacht maar, dan zul je eens zienjust like that • zo maar¶ just the same • toch, niettemin -
15 keep
n. inkomen, inkomsten; donjon (gevangenis in fort of kasteel)--------v. houden; bewaren; krijgen; onderhouden; volhouden; leiden; voeren; groot laten worden; eigenaar zijn vankeep1[ kie:p]1 donjon ⇒ (hoofd)toren, burchttoren♦voorbeelden:play for keep • menens/voor het ‘echte’ spelen1 (levens)onderhoud ⇒ kost, voedsel♦voorbeelden:————————keep2♦voorbeelden:1 keep cool! • houd je kalm!keep left • s houdenwill you please keep still! • blijf nou toch eens stil zitten!keep going • door (blijven) gaankeep talking! • blijf praten!how is John keeping? • hoe gaat het met John?keep ahead of • (een stapje) voor blijvenkeep away (from) • uit de buurt blijven (van), wegblijven (van)keep back • op een afstand blijvenkeep down • verstopt/verborgen blijven, beneden/onder blijvenkeep down, you fool! • bukken/kop omlaag, idioot!keep indoors • in huis blijvenif the rain keeps off • als het droog blijftkeep off/out! • verboden toegang!keep together • bij elkaar blijvenkeep under • onder (de oppervlakte) blijvenkeep from smoking • niet rokenkeep off alcohol for a while • de drank een tijdje laten staankeep off the grass • verboden op het gras te lopen→ keep at keep at/, keep in keep in/, keep in with keep in with/, keep on keep on/, keep to keep to/, keep up keep up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 houden ⇒ zich houden aan, bewaren2 houden ⇒ onderhouden, eropna houden; (in dienst) hebben3 (in bezit) hebben/houden ⇒ bewaren; 〈 bij uitbreiding ook〉 in voorraad hebben, verkopen4 hoeden ⇒ beschermen, bewaren7 houden ⇒ aanhouden, blijven in/op♦voorbeelden:keep a promise • een belofte nakomenkeep the Sabbath • de sabbat in acht nemenkeep a secret • een geheim bewarenkeep a hotel • een hotel hebbenkeep a mistress • een maîtresse hebbenkeep one's wife • z'n vrouw onderhoudenthis shop doesn't keep pencils • deze winkel verkoopt geen potlodenwill you keep this record for me? • wil je deze plaat voor me bewaren?〈 informeel〉 you can keep it • je mag het houden, ik hoef het niet4 may God keep you • God behoede/beware uillness kept him in bed for a week • vanwege ziekte moest hij een week in bed blijvenkeep it clean • houd het netjesthe sick child had to be kept warm • het zieke kind moest warm gehouden wordenkeep something going • iets aan de gang houdenkeep someone waiting • iemand laten wachtenwhat kept you (so long)? • wat heeft je zo (lang) opgehouden?the police tried to keep the fans away • de politie probeerde de fans uit de buurt te houdenkeep back • tegenhouden, op een afstand houden; achterhouden, geheimhoudenwe will keep back 10% of the cost till July as agreed • zoals overeengekomen betalen we de laatste 10% pas in julikeep down • binnenhouden 〈 voedsel〉; omlaaghouden, laag houden; onder de duim houden 〈 insecten(plaag), mensen〉; onderdrukken, inhouden 〈 woede〉keep one's weight down • z'n gewicht binnen de perken houdenthe army kept the people down • het leger onderdrukte het volkkeep your head down! • bukken!keep your voices down! • niet zo hard (praten)!keep someone indoors • iemand binnenhoudenkeep off • op een afstand houdenkeep someone out • iemand buitensluitenkeep together • bij elkaar houdenthey kept him under with morphine • ze hielden hem bewusteloos met morfinekeep that kid away from those wheels! • hou dat jong bij die wielen vandaan!he tried to keep the bad news from his father • hij probeerde het slechte nieuws voor z'n vader verborgen te houdenkeep the girls from scratching each other • zorg dat de meisjes elkaar niet krabbenkeep someone in something • zorgen dat iemand geen gebrek heeft aan ietshe wanted to keep his wife in luxury • hij wilde zijn vrouw in luxe laten levenhe couldn't keep his eyes off the girl • hij kon z'n ogen niet van het meisje afhoudenkeep your hands off me! • blijf met je fikken van me af!keep them out of harm's way • zorg dat ze geen gevaar lopenhe tried to keep the story out of the papers • hij probeerde het verhaal uit de pers te houdenhe kept it to himself • hij hield het voor zichkeep someone abreast of • iemand op de hoogte houden vankeep the middle of the road • op het midden van de weg blijven rijdenkeep your seat! • blijf (toch) zitten! -
16 then
adj. dan--------adv. toen; vervolgens, dan--------n. wanneer, op dat tijdstipthen1♦voorbeelden:————————then2〈 bijwoord〉1 toen ⇒ op dat ogenblik/moment, destijds2 dan ⇒ (onmiddellijk) daarna, verder♦voorbeelden:1 then this, then that • nu dit, dan weer datbefore then • voor die tijdby then • dan, toen, ondertussentill then • tot dan, voor het zover isnot till then • eerst dan, pas van dan afhe was still king then • hij was in die tijd nog steeds koningthen there are the children to look after • (en) dan zijn er nog de kinderen voor wie gezorgd moet worden3 why did you go then? • waarom ben je dan gegaan?¶ then and there • onmiddellijk, dadelijk(but) then (again) • maar aan de andere kant, (maar) per slot van rekeningbut then, why did you do it? • maar waarom heb je het dan toch gedaan?→ now now/ -
17 whoever
pron. wie...ook; al wie?whoever1 om het even wie ⇒ wie (dan) ook, al wie♦voorbeelden:1 whoever you meet, don't speak to them • wie je ook tegenkomt, spreek hen niet aan♦voorbeelden:1 whoever can that be? • wie kan dat toch zijn?give it to whoever you like • geef het aan wie je ook wil -
18 autochthon
[au·toch·thon || ɔː'tɒkθən]◙ n. יליד, מקומי; (באקולוגיה) צמח או בעל-חיים מקומיים* * *◙ םיימוקמ םייח-לעב וא חמצ (היגולוקאב) ;ימוקמ,דילי◄ -
19 autochthonous
[au'toch·tho·nous || -θənəs]◙ adj. מקומי* * *◙ ימוקמ◄ -
20 autochthon
au.toch.thon[ɔ:t'ɔkθən] n (pl autochthons, autochthones) autóctone, aborígine, indígena.
См. также в других словарях:
Toch — ist der Familienname folgender Personen: Hans Toch (* 1930), US amerikanischer Sozialpsychologe und Kriminologe österreichischer Herkunft Ernst Toch (1887–1964), deutsch österreichischer Komponist Michael Toch (* 1946), israelischer Historiker… … Deutsch Wikipedia
Toch — may refer to: * Ernst Toch (1887 1964), Austrian composer * Toc H, a charitable Christian service club … Wikipedia
toch|er — «tokh uhr», noun, verb. Scottish. –n. a dowry. –v.t. to furnish with a tocher; dower. ╂[< early Scottish Gaelic and Middle Irish tochar dowry, portion < Old Irish to chuirim I assign] … Useful english dictionary
toch — au·toch·thon; au·toch·tho·nism; au·toch·tho·nous; au·toch·tho·nous·ly; au·toch·tho·ny; toch·er; au·toch·tho·nal; au·toch·thone; au·toch·thon·ic; … English syllables
Toch k'dei dibur — (תוך כדי דיבור, within the span as though to say ) is a principle in Jewish law that governs the immediacy with which one must speak words for them to be considered a continuation of what had been stated just immediately prior.The time span is… … Wikipedia
TOCH, ERNST — (1887–1967), composer. Born in Vienna, Toch studied medicine and philosophy and was self taught in music. After studying piano with Rehberg, he became a teacher of composition at the Mannheim Hochschule fuer Musik (1913). In 1921 he received his… … Encyclopedia of Judaism
TOCH, MAXIMILIAN — (1864–1946), U.S. paint chemist. Born in New York, Toch graduated in chemistry and law before entering his father s paint business. He became an expert on the authenticity of paintings. He was professor of industrial chemistry at Cooper Union,… … Encyclopedia of Judaism
Toch, Ernst — ▪ Austrian composer born Dec. 7, 1887, Vienna, Austria died Oct. 1, 1964, Los Angeles, Calif., U.S. composer whose works, noted for their perfection of form, fused elements from the classical tradition with modern musical ideas. Although he… … Universalium
Toch — /tawkh/, n. Ernst /erddnst/, 1887 1964, Austrian composer. * * * … Universalium
Toch — Tọch, Ernst, amerikanischer Komponist österreichischer Herkunft, * Wien 7. 12. 1887, ✝ Los Angeles (Calif.) 1. 10. 1964; war 1913 29 Klavier und Kompositionslehrer am Mannheimer Konservatorium, lebte 1929 32 in Berlin, emigrierte 1933 in die… … Universal-Lexikon
tóch — see tóh … Old to modern English dictionary