-
81 hackles
[ hæklz]♦voorbeelden:get someone's hackles up, raise someone's hackles • iemand razend/woest makenwith one's hackles up • vechtlustig, woedend -
82 hand
adj. handig, v.d. hand--------n. hand; handschrift; wijzer; 4 inch; kaarten i.d. hand van kaartspeler; arbeider; matroos--------v. aanreiken, doorgeven, geven; helpenhand1[ hænd]1 hand2 voorpoot3 arbeider ⇒ werkman; bemanningslid9 kant ⇒ zijde, richting♦voorbeelden:with bare hands • met de blote handchange hands • van hand verwisselenhold/join hands • (elkaar) de hand gevenread a person's hand • iemand de hand lezenshake someone's hand, shake hands with someone • iemand de hand drukken/geven/schuddenwring one's hands • ten einde raad zijnhands off! • bemoei je er niet mee!hands up! • handen omhoog!close/near at hand • heel dichtbijgo from hand to hand • van hand tot hand gaanAjax has a game in hand • Ajax heeft een wedstrijd minder gespeeldhand in hand • hand in handmake/earn money hand over fist • geld als water verdienenall hands on deck! • alle hens aan dek!be a poor hand at something • geen slag van iets hebbenhave a good/bad/poor hand • goeie/slechte kaarten hebbenoverplay one's hand • te veel wagen, te ver gaanplay into someone's hands • iemand in de kaart spelenshow/reveal one's hand • zijn kaarten op tafel leggenunderplay one's hand • niet het achterste van zijn tong laten zienon the one/other hand • aan de ene/andere kantwait on/serve someone hand and foot • iemand op zijn wenken bedienenbe hand in/and glove with someone • dikke vrienden zijn met iemandthey are hand in glove • ze zijn twee handen op één buikput one's hand in one's pocket • dokkenhave one's hand in the till • de kas lichter makennever do a hand's turn • nooit een vinger uitstekenbe/go hand in hand • samengaanhe has bitten the hand that fed him • hij bevuilde het eigen nestnot do a hand's turn, not lift a hand • geen hand uitstekenforce someone's hand • iemand tot handelen dwingengrease/oil someone's hand • iemand omkopenkeep your hands off! • hou je handen thuis!lay/put one's hand on • de hand weten te leggen oplift/raise a/one's hand to/against someone • iemand bedreigensit on one's hands • niets doenstrengthen one's hand • zijn positie verbeterentake/carry one's life in one's hands • zijn leven riskerenthrow in one's hand • zich gewonnen geventhrow up one's hands, throw one's hands up in the air • het opgevenmy hands are tied • ik ben machteloostip one's hand • zich in de kaart laten kijkenturn/set/put one's hand to something • iets ondernemen〈 eufemistisch〉 where can I wash my hands? • waar is het toilet?wash one's hands of something • zijn handen van iets aftrekkenwin hands down • op één been winnenat the hands of someone, at someone's hands • van(wege)/door iemandsuffer at someone's hands • onder iemands handen lijdenbring up a kitten by hand • een katje met de fles grootbrengenlive from hand to mouth • van de hand in de tand levenhave money in hand • geld ter beschikking hebbencash in hand • contanten in kasthe work is well in hand • het werk schiet goed opwe have plenty of time in hand • we hebben nog tijd genoegthe matter in hand • de lopende zaakhold oneself in hand • zich beheersenbe on hand • beschikbaar zijnrefuse something out of hand • iets botweg weigerenhave someone eating out of one's hand • iemand volledig in zijn macht hebbento hand • bij de hand, dichtbijready to hand • kant-en-klaarcome to hand • in het bezit komenyour letter is to hand • uw brief is aangekomena hand-to-mouth existence • een leven van dag tot dag; 〈 ongeveer〉te veel om dood te gaan, te weinig om van te levenwith one hand (tied) behind one's back • zonder enige moeite(at) first/second hand • uit de eerste/tweede hand2 hulp ⇒ steun, bijstand3 controle ⇒ beheersing, bedwang♦voorbeelden:write a legible hand • een leesbaar handschrift hebbengiven under his hand and seal • door hem eigenhandig geschreven en bezegeld3 have/take the situation well in hand • de toestand goed in handen hebben/nementake in hand • onder handen nemenget out of hand • uit de hand lopenhere's my hand (up)on it! • mijn hand erop!win a woman's hand • de liefde van een vrouw winnentake a hand (in) • een rol spelen (in)he died by his own hand • hij sloeg de hand aan zichzelfget one's hand in at something • iets onder de knie krijgenhave/keep one's hand in • in oefening blijven, bijhouden→ upper upper/1 macht ⇒ beschikking, gezag♦voorbeelden:change hands • in andere handen overgaan/van eigenaar veranderenput/lay (one's) hands on something • de hand leggen op ietsthe matter is completely in your hands now • u hebt de zaak nu volledig in eigen handthe matter is in the hands of the police • de zaak is in handen van de politiethe children are off my hands • de kinderen zijn de deur uittake something off/out of someone's hands • iemand iets uit handen nemenhave something on one's hands • verantwoordelijkheid dragen voor ietshave time on one's hands • tijd zat hebben————————hand2〈 werkwoord〉1 overhandigen ⇒ aanreiken, (aan)geven2 helpen ⇒ een handje helpen, (ge)leiden♦voorbeelden:hand back • teruggevenhand round • ronddelen2 hand someone into/out of a bus • iemand een bus in/uithelpen -
83 hell
interj. verdomd!--------n. hel[ hel]♦voorbeelden:hot as hell • verduiveld warm¶ hell's bells! • verdorie!be hell (on) • erg onaangenaam/pijnlijk zijn (voor)beat/knock the hell out of someone • iemand halfdood slaancome hell and/or high water • wat er zich ook voordoetget hell • op zijn donder krijgengo to hell • loop naar de hel/duivellike all hell let loose • alsof de hel was losgebrokenthere will be hell to pay • dan heb je de poppen aan het dansenraise hell • de boel op stelten zettenwhat the hell, I'll just do it • ach wat, ik doe het gewoonwho the hell said that? • wie zei dat, verdomme?where in hell have you been? • waar heb je in godsnaam gezeten?for the hell of it • voor de gein, zomaarlike hell (you will) • om de donder nietwork like hell • als een gek werkenthe/to hell with it • barst maar!one hell of a dirty trick/a helluva dirty trick • een smerige streekhell! • verdorie!, verdomme! -
84 hemline
-
85 hope
n. hoop, hoopvolle verwachting--------v. hopenhope1[ hoop] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:lay/set/pin/put one's hopes on • zijn hoop vestigen oplive in hope(s) • (blijven) hopenraise someone's hope(s) • iemand moed inspreken/nieuwe moed gevennot a hope! • weinig kans!beyond/past hope • hopeloosin the hope of/ to have hopes of doing something • in de hoop iets te kunnen doen————————hope2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
86 hue
n. kleur(schakering)[ hjoe:]♦voorbeelden:¶ raise a hue and cry • tekeergaan, (luid) protesteren -
87 living standard
levensstandaard, levenspeilliving standard♦voorbeelden: -
88 money
n. alom bekend financieel dagblad "Money"[ munnie]1 geld2 welstand ⇒ rijkdom, weelde♦voorbeelden:1 〈Brits-Engels; informeel〉 money for jam/for old rope • iets voor niets, gauw/gemakkelijk verdiend geldone's money's worth • waar voor je geldput money on • wedden/inzetten opraise money on something • iets te gelde makenthere is money in it • er valt geld aan te verdienenmarry money • rijk trouwenput one's money where one's mouth is • de daad bij het woord voegenfor my money • wat mij betreft -
89 objection
-
90 peerage
-
91 query
n. vraag; probleem, voorbehoud; vraagteken; (in computers) zoekopdracht, vraagstuk, het sorteren van een gegevensbestand voor het verkrijgen van bepaalde informatie--------v. vragen, in twijfel trekken; een vraagteken zetten achterquery1[ kwiərie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: queries〉♦voorbeelden:————————query2〈werkwoord; queried〉♦voorbeelden: -
92 roof
n. dak--------v. van een dak voorzienroof1[ roe:f] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:roof of the mouth • gehemelte, verhemelte〈 informeel〉 go through/hit the roof • ontploffen, woedend worden; uit zijn slof schieten; de pan uit rijzen, omhoogschieten 〈 van prijzen〉→ hot hot/————————roof2〈 werkwoord〉 -
93 siege
n. belegering, beleg--------v. belegeren[ sie:dzj]♦voorbeelden:raise the siege • het beleg opbreken -
94 sight
n. gezicht; blik; bezienswaardigheid; vizier; zicht; gezichtsveld; gezichtspunt--------v. in zicht/in het vizier krijgen; waarnemen, ziensight1[ sajt]1 (aan)blik ⇒ (uit)zicht, schouwspel, bezienswaardigheid5 mening♦voorbeelden:I cannot stand/bear the sight of him • ik kan hem niet luchten of zienkeep sight of • in het oog houden〈informeel; ironisch〉 what a sight you look/are! • wat zie je eruit!see the sights • de bezienswaardigheden bezoeken¶ raise/lower one's sights • meer/minder verwachtenyou are a sight for the gods/for sore eyes • je bent door de hemel gezonden2 gezicht ⇒ het zien, het gezien worden♦voorbeelden:2 〈 geldwezen〉 ten days after sight • (betaalbaar) tien dagen na zicht 〈 met betrekking tot wissels〉at the sight of • bij het zien vanat first sight • op het eerste gezichtplay music at sight • van het blad spelenat/on sight • op zichtknow someone by sight • iemand van gezicht kennenshoot on sight • schieten zonder waarschuwinggo out of sight • uit het gezicht verdwijnenkeep someone in sight • iemand in het oog houdenkeep in sight of • binnen het gezichtsveld blijven van〈 spreekwoord〉 out of sight, out of mind • uit het oog, uit het hartwe are (with)in sight of the end • het einde is in zichtout of my sight! • uit mijn ogen!stay/keep out of sight • blijf uit het gezicht¶ 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 out of sight! • fantastisch!, te gek!second sight • helderziendheid————————sight2〈 werkwoord〉 -
95 spirit
n. geest; fut; spook; bedoeling; dapperheid, moed; alcohol--------v. opwekken, inspirerenspirit1[ spirrit]♦voorbeelden:¶ when the spirit moves him • als hij geïnspireerd wordt, als hij zich geneigd voelt1 geest ⇒ ziel, karakter, wezen♦voorbeelden:the Holy Spirit • de Heilige Geestkindred spirits • verwante zielenbe with someone in (the) spirit • in gedachten bij iemand zijn〈 spreekwoord〉 the spirit is willing but the flesh is weak • de geest is gewillig maar het vlees is zwak1 levenskracht ⇒ vitaliteit, energie3 moed ⇒ durf, lef♦voorbeelden:→ white white/IV 〈 meervoud〉1 gemoedsgesteldheid ⇒ geestesgesteldheid, stemming♦voorbeelden:be in low/poor spirits • neerslachtig/down zijnmy spirits fell • ik raakte terneergeslagenraise someone's spirits • iemand opmonteren→ animal animal/————————spirit2〈 werkwoord〉 -
96 standard
adj. normaal, gewoon; te doen gebruikelijk--------n. norm, standaard; maatstaf; peil; vlag; basis; stand, rangstandard1[ stændəd] 〈 zelfstandig naamwoord〉5 houder7 staander ⇒ steun, paal8 hoogstammige plant/struik♦voorbeelden:set a high/low standard • hoge/lage eisen stellenbelow standard • beneden peilup to standard • op peil————————standard21 normaal ⇒ gebruikelijk, standaard-; doorsnee-2 staand♦voorbeelden:Standard English • Standaardengelsstandard time • zonnetijd -
97 stink
n. stank--------v. stinkend maken; misselijk makenstink1[ stingk]1 stank♦voorbeelden:————————stink21 stinken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:stink out a fox • een vos uitroken -
98 voice
n. stem; uitdrukking; taal--------v. uiten, uitdrukking geven aanvoice1[ vojs] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stem ⇒ (stem)geluid; uiting; mening♦voorbeelden:give voice to • uitdrukking geven aanI have no voice in this matter • ik heb niets te zeggen/geen stem in deze aangelegenheidhe has lost his voice • hij is zijn stem kwijtin (good) voice • goed bij stem〈 formeel〉 with one voice • eenstemmig, unaniem2 active/passive voice • bedrijvende/lijdende vorm————————voice2〈 werkwoord〉1 uiten ⇒ uitdrukking geven aan, verwoorden
См. также в других словарях:
Raise — (r[=a]z), v. t. [imp. & p. p. {Raised} (r[=a]zd); p. pr. & vb. n. {Raising}.] [OE. reisen, Icel. reisa, causative of r[=i]sa to rise. See {Rise}, and cf. {Rear} to raise.] [1913 Webster] 1. To cause to rise; to bring from a lower to a higher… … The Collaborative International Dictionary of English
Raise the Red Lantern — Front of DVD release Directed by Zhang Yimou Produced by … Wikipedia
Raise Your Glass — «Raise Your Glass» Сингл … Википедия
Raise Your Fist and Yell — Raise Your Fist and Yell … Википедия
raise — [rāz] vt. raised, raising [ME raisen < ON reisa, caus. of risa, to RISE] 1. a) to cause to rise; move to a higher level; lift; elevate b) to bring to or place in an upright position 2. to construct or erect (a building, etc.) … English World dictionary
Raise Your Glass — Pink Veröffentlichung 5. November 2010 Länge 3:23 Genre(s) Pop Rock Autor(en) Pink, Max Martin, Shellback … Deutsch Wikipedia
RAISE — ( Rigorous Approach to Industrial Software Engineering ) was developed as part of the European ESPRIT II LaCoS project in the 1990s, led by Dines Bjørner. It consists of a set of tools based around a specification language (RSL) for software… … Wikipedia
raise — ► VERB 1) lift or move to a higher position or level. 2) set upright. 3) increase the amount, level, or strength of. 4) promote to a higher rank. 5) cause to be heard, felt, or considered: doubts have been raised. 6) build (a structure). 7) … English terms dictionary
raise Cain — To make a determined or angry fuss • • • Main Entry: ↑Cain raise Cain or raise the roof (informal) 1. To make a lot of noise 2. To be extremely angry • • • Main Entry: ↑raise * * * … Useful english dictionary
Raise the Roof — can refer to:*Raise the Roof (card game), the card game *Raise the Roof (game show), the British television game show * Raise the Roof (Luke song) , a 1998 rap single by Luke which also helped to popularized the arm gesture of the same name *… … Wikipedia
Raise Your Fist and Yell — Album par Alice Cooper Sortie 5 septembre 1987 Enregistrement 1987 Durée 36:55 Genre Hard rock … Wikipédia en Français