-
1 make a mental note of something
-
2 mental
adj. geestelijk; verstandelijk; niet goed van zinnen; dom; mentaal[ mentl]1 geestelijk ⇒ mentaal, psychisch♦voorbeelden:mental breakdown • geestelijke inzinkingmental deficiency • zwakzinnigheidmental illness • zenuwziektementally defective/deficient/handicapped • geestelijk gehandicaptmentally retarded • achterlijkII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 hoofd- ⇒ met het hoofd/de geest♦voorbeelden:mental gymnastics • hersengymnastiekmake a mental note of something • iets in zijn oren knopen1 geestelijk gehandicapt ⇒ zenuwziek, zwakzinnig -
3 run
n. hardlopen; afstand; rit; gedeelte; serie; "trein ", aanval--------v. rennen, weglopen; laten lopen; een programma starten (in computers); overgaan, laten lopen, beheren; voorbereiden; oprichten; voldoen; waarmaken; doorgaan; lekken; uitkleden; moeite doenrun1[ run] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 benaming voor〉 tocht ⇒ afstand; eindje hollen; tocht, vlucht, rit; traject, route, lijn; tochtje, uitstapje 〈 van trein, boot〉; 〈 skiën〉 baan, helling; 〈 cricket, honkbal〉 run 〈 score van 1 punt〉♦voorbeelden:at a/the run • in looppasthe play had a five months' run in London • het stuk heeft vijf maanden in Londen gespeeldget/have a (good) run for one's money • waar voor zijn geld krijgengive someone the run of • iemand de (vrije) beschikking geven over〈 slang〉 the runs • buikloop, diarree————————run21 rennen ⇒ hollen, hardlopen2 〈 benaming voor〉 gaan ⇒ (voort)bewegen; lopen; (hard) rijden; pendelen, heen en weer rijden/varen 〈 van bus, pont e.d.〉; voorbijgaan, aflopen 〈 van tijd〉; lopen, werken 〈 van machines〉; (uit)lopen, (weg)stromen, druipen 〈van vloeistoffen e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 (voort)duren, lopen, gaan, zich uitstrekken, gelden3 rennen ⇒ vliegen, zich haasten♦voorbeelden:run at someone • iemand aanvallenrun at something • toestormen op iets2 the play will run for ten performances • er zullen tien voorstellingen van het stuk gegeven wordenrun afoul/foul of • 〈 figuurlijk〉stuiten op, in botsing komen metfeelings ran high • de gemoederen raakten verhit/liepen hoog oprun on electricity • elektrisch zijnrun to crabbiness • geneigd zijn tot vittenrun to extremes • in uitersten vervallenhe ran fifth • hij kwam als vijfde binnenrun across someone/something • iemand tegen het lijf lopen/ergens tegen aan lopenrun for it • op de vlucht slaan, het op een lopen zettenRoman noses run in our family • de adelaarsneus zit bij ons in de familierun through the minutes • de notulen doornemenhis inheritance was run through within a year • hij had binnen een jaar zijn erfenis erdoor gejaagdmy allowance doesn't run to/I can't run to a car • mijn toelage is niet toereikend/ik heb geen geld genoeg voor een auto→ run around run around/, run away run away/, run back run back/, run down run down/, run in run in/, run into run into/, run off run off/, run on run on/, run out run out/, run over run over/, run up run up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 benaming voor〉 doen bewegen ⇒ laten gaan; varen, rijden; doen stromen, gieten; in werking stellen, laten lopen 〈machines e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 doen voortgaan, leiden, runnen♦voorbeelden:run someone over • iemand overrijdenrun a business • een zaak hebbenrun a car • autorijden, een auto hebbenrun someone close/hard • iemand (dicht) op de hielen zitten; 〈 figuurlijk〉 weinig voor iemand onderdoenrun a comb through one's hair • (even) een kam door zijn haar halen6 we won't run him • we zullen hem niet inschrijven/laten deelnemen
См. также в других словарях:
make — make1 [ meık ] (past tense and past participle made [ meıd ] ) verb *** ▸ 1 create/produce something ▸ 2 do/say something ▸ 3 cause something to happen ▸ 4 force someone to do something ▸ 5 arrange something ▸ 6 earn/get money ▸ 7 give a total ▸… … Usage of the words and phrases in modern English
make — I UK [meɪk] / US verb Word forms make : present tense I/you/we/they make he/she/it makes present participle making past tense made UK [meɪd] / US past participle made *** Get it right: make: When make means to cause or force someone to do… … English dictionary
note — note1 [ nout ] noun count *** ▸ 1 short bit of writing ▸ 2 detailed information ▸ 3 sound/sign in music ▸ 4 feeling/thought ▸ 5 piece of paper money ▸ + PHRASES 1. ) a short letter to someone: I sent a note to Jane thanking her for the meal.… … Usage of the words and phrases in modern English
note */*/*/ — I UK [nəʊt] / US [noʊt] noun [countable] Word forms note : singular note plural notes 1) a short letter to someone I sent a note to Jane thanking her for the meal. There s a note from Dad on the table. write someone a note: I ve written him a… … English dictionary
make — I [[t]me͟ɪk[/t]] CARRYING OUT AN ACTION ♦ makes, making, made (Make is used in a large number of expressions which are explained under other words in this dictionary. For example, the expression to make sense is explained at sense .) 1) VERB You… … English dictionary
note — note1 W1S1 [nəut US nout] n ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(to remind you)¦ 2¦(for studying)¦ 3¦(short letter)¦ 4¦(official letter)¦ 5¦(additional information)¦ 6¦(music)¦ 7¦(money)¦ 8¦(feeling or quality)¦ 9 hit/strike the right/wrong note … Dictionary of contemporary English
note — [[t]no͟ʊt[/t]] ♦♦ notes, noting, noted 1) N COUNT A note is a short letter. Stevens wrote him a note asking him to come to his apartment... I ll have to leave a note for Karen. Syn: message 2) N COUNT A note is something that you write down to… … English dictionary
note — 1 noun 1 TO REMIND YOU (C) something that is written down to remind you of something you need to do, say, or remember: I ll write myself a note so I don t forget to ring the bank. | She gave a brilliant speech and without any notes. | make a note … Longman dictionary of contemporary English
make — make1 W1S1 [meık] v past tense and past participle made [meıd] ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(produce)¦ 2¦(do)¦ 3¦(cook)¦ 4¦(cause)¦ 5¦(force)¦ 6¦(mark/hole etc)¦ 7 make it 8 make the meeting/the party/Tuesday etc 9¦(achieve something)¦ … Dictionary of contemporary English
note — /noʊt / (say noht) noun 1. a brief record of something set down to assist the memory, or for reference or development. 2. (plural) a record of a speech, statement, testimony, etc., or of one s impressions of something. 3. an explanatory or… …
Something Positive — logo, Mr. Personality. Author(s) R. K. Milholland Website http:/ … Wikipedia