-
81 beetje
beetje1〈 het〉1 (little) bit, little♦voorbeelden:het beetje geld dat hij heeft • what little money he haseen beetje hoofdpijn • a slight headache, a bit of a headacheeen beetje suiker/melk graag • a little sugar/milk, please; 〈 melk ook〉 a drop/spot of milk, pleasewil je nog een beetje wijn? • would you like some more wine?bij stukjes en bij beetjes • bit by bit, little by little————————beetje2I 〈 bijwoord〉2 [om aan te geven dat iets idioot is] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:hij zal kwaad zijn, en nog niet zo'n beetje ook • he's going to be more than a little angry!hij kon zo'n beetje koken • he could cook after a fashioneen beetje vervelend zijn • 〈 lastig〉 be a bit of a nuisance, be rather annoying; 〈 saai〉 be rather boring, be a bit of a boreeen beetje opschieten • hurry up a bithij zat maar 'n beetje uit zijn neus te vreten • he just sat there picking his nose; 〈 figuurlijk〉 he was just lazing about2 ja zeg, ik ga daar een beetje tien kilometer omrijden voor jouw plezier • if you think I'm going to make a ten kilometre detour just to please you you've got another think coming1 [wat/wie ook maar enigszins zo is] 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:1 een beetje technicus verhelpt dat zo • anyone who calls himself a technician could fix that in a jiffyals hij maar een beetje automonteur was, zou hij dat kunnen maken • if he knew the slightest thing about cars he'd be able to fix it -
82 beleven
2 [lang genoeg leven om iets mee te maken] live to see3 [leven in] live in♦voorbeelden:plezier beleven aan • enjoyhier valt niets te beleven • there's nothing doing (a)round herenu zul je eens iets beleven! • now you'll see something!, watch this!wat zullen we nu beleven? • what's this supposed to mean?, what do you think you're doing?in Amsterdam, daar valt wat te beleven • Amsterdam, that's where the action iser is daar voor de kinderen van alles te beleven • it's a great place to take the kids2 zijn tachtigste verjaardag beleven • live to see one's eightieth birthday, live to be eightydat ik dit nog mag beleven • that I should live to see this!we zullen het nog beleven dat … • next thing, …, before we know it, … -
83 berichten
♦voorbeelden:iemand iets berichten • inform someone of somethingberichten over de stand van zaken • report on the current situationwij berichten u hierbij dat • we hereby inform you that -
84 dat kennen we
dat kennen we -
85 ervaring
♦voorbeelden:dat is weer een ervaring rijker • you can chalk that up to experienceveel ervaring hebben • be highly experiencedde ervaring leert dat …, uit ervaring is gebleken dat … • experience shows that …(de nodige) ervaring opdoen/missen • gain (the necessary) experience, lack (the necessary) experienceervaringen uitwisselen • compare noteservaring vereist • experience requireduit ervaring weten • know from experience -
86 gebruiken
♦voorbeelden:1 de auto gebruikt veel brandstof • the car uses (up)/consumes a lot of fueleen geneesmiddel inwendig/uitwendig gebruiken • take/use a medicine internally; use/apply a medicament/medication externallyslaapmiddelen gebruiken • take sleeping pills/tabletszijn verstand gebruiken • use one's common sensevork en mes gebruiken • use a knife and forkdat kan ik net goed gebruiken • I could just use thatdat kan ik goed gebruiken • that comes in handyiets/iemand niet kunnen gebruiken • have no use for something/someone 〈 ook figuurlijk〉ik zou best wat extra geld kunnen gebruiken • I could do with some extra moneyzich gebruikt voelen • feel usediets/iemand weten te gebruiken • know how to use something/someonezijn tijd goed/slecht gebruiken • make good/bad use of one's time, put one's time to good/bad use2 gebruikt u suiker in de thee? • do you take sugar in your tea?wilt u ook iets gebruiken? • can I get you anything?1 [harddrugs innemen] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 be on/take drugs; 〈 overgankelijk werkwoord〉 be on, take -
87 geen
I 〈 hoofdtelwoord〉1 [niet één enkele; niet de geringste hoeveelheid] none; 〈+ zelfstandig naamwoord〉 not a/any; 〈 voornamelijk formeel〉 no♦voorbeelden:geen cent waard zijn • not be worth a pennygeen geld meer hebben • have no money lefthij heeft geen geld • he doesn't have any/he has no moneyer zijn bijna geen sigaretten meer • we're nearly out of cigarettesgeen wijn kunnen verdragen • not be able to take winehij zwemt als geen ander • he's second to none at swimmingbijna geen • almost none, hardly anygeen van die jongens/van allen/beiden • none of those lads, none of them, neither (of them)geen van die boeken/van alle/beide • none of those books, none of them, neither of themzo goed als geen • practically none, few if anyII 〈 lidwoord〉♦voorbeelden:nog geen tien minuten later • not ten minutes laternog geen twee jaar geleden • less than two years agogeen enkele reden hebben om te • have no reason whatsoever to2 hij kent/spreekt geen Engels • he doesn't know/speak (any) Englishdat is geen Engels • that isn't Englishze heet geen Vanessa • her name isn't Vanessavan geen wijken weten • not budge (an inch)geen één • not (a single) one -
88 gezicht
1 [het zien] sight2 [(object van) gewaarwording] sight3 [gelaat] face5 [uiterlijk] face6 [gezichtsvermogen] (eye)sight♦voorbeelden:het gezicht in de plooi houden • keep a straight facevoor het gezicht een kleedje over iets leggen • put a cloth over something for appearance's sakedat is geen gezicht! • that is hideousergens zijn gezicht laten zien • show one's face, put in an appearancede zon schijnt mij in het gezicht • the sun is shining in my face/eyesiets in iemands gezicht zeggen, iemand iets (recht) in zijn gezicht zeggen • say something (straight) to someone's faceiemand in zijn gezicht uitlachen • laugh in someone's face't was alsof ik een klap in 't gezicht kreeg • it was like being hit in the faceiemand op zijn gezicht geven/slaan • punch/slap someone's faceiemand van gezicht kennen • know someone by sight4 hij zette een lang/zuur gezicht • he pulled a long face/he grimacedeen stalen gezicht • a stony facemet een verwaand gezicht • with a conceited airzijn gezicht betrok • his face clouded over/felleen gezicht zetten alsof • look as ifik zag aan zijn gezicht dat • I could tell by (the look on) his face thateen eigen gezicht hebben • have its own special charactereen gezicht op Londen • a view of Londonuit het gezicht verdwijnen • disappear from sightzijn gezicht verliezen • lose face -
89 hoek
1 [wiskunde] angle2 [deel van een ruimte/vertrek] corner3 [handel] pit7 [landtong, kaap] point, head8 [boksen] hook♦voorbeelden:1 hoek van inval/uitval • angle of incidence/reflection〈 figuurlijk〉 iets vanuit de juiste/een andere hoek bekijken • look at something from the right/from a different anglein een rechte hoek • at a right angleeen scherpe/een stompe hoek • an acute/obtuse angledie lijnen snijden elkaar onder een hoek van 45° • those lines meet at an angle of 45°2 iemand alle hoeken van de kamer laten zien • 〈 figuurlijk〉 beat the living daylights out of someonezich niet in een hoek laten drukken • not let oneself be pushed aroundin de hoek staan/zetten • stand/put in the cornerraak uit de hoek komen • come out with a telling remark5 de wind zat in de goede/verkeerde hoek • the wind was in the right/wrong quarter(vlak) om de hoek (van de straat) • (just) round/around the corner〈 figuurlijk〉 daarbij komen allerlei problemen om de hoek kijken • that involves all kinds of problemsde bakker op de hoek • the baker's on the cornerhet vijfde huis van de hoek • the fifth house from the corner8 linkse/rechtse hoek op de kaak • left/right hook to the jaw -
90 hoofd
1 [lichaamsdeel] head3 [persoon] head6 [(van personen) leider, meerdere] head ⇒ chief, leader, 〈 school〉 principal (teacher), 〈 school〉 headmaster 〈 mannelijk〉, headmistress 〈 vrouwelijk〉♦voorbeelden:een hoofd groter/kleiner zijn (dan) • be a head taller/shorter (than)met een kaal/rood hoofd • bald-headed/red-faced〈 figuurlijk〉 iets het hoofd bieden • stand/face up to something 〈 moeilijkheden〉; meet, defy 〈 concurrentie, aanvallen〉het hoofd buigen • 〈 figuurlijk〉 bow one's head, give in/submit (to)het hoofd in de nek gooien • 〈 letterlijk〉 fling/throw/toss back one's head; 〈 figuurlijk〉 bristle/bridle up〈 figuurlijk〉 het hoofd laten hangen • hang one's head, be downcasthet hoofd schudden bij/over • shake one's head at/overwat hangt ons nu weer boven het hoofd? • 〈 figuurlijk〉 what's hanging over our heads now?, what's in store for us now?〈 figuurlijk〉 hij groeit mij boven het hoofd • he's leaving me behind/standingheb je geen ogen in je hoofd! • can't you look where you're going?licht/zwaar in het hoofd zijn • be light-headed, have a heavy head〈 figuurlijk〉 met zijn hoofd in de wolken lopen • have one's head in the clouds; 〈 gelukkig zijn〉 walk on airiemand een verwijt naar het hoofd slingeren • hurl a reproach at someone('s head)het succes is hem naar het hoofd gestegen • success has gone to his head〈 figuurlijk〉 hij kreeg van alles naar zijn hoofd • 〈 figuurlijk〉 he had all kinds of abuse thrown at himeen beloning op iemands hoofd zetten • put a price on someone's headmen kon er wel over de hoofden lopen • it was choc-a-bloc with peopleiemand voor het hoofd stoten • offend someoneeen hoofd hebben als een boei • have a face as red as a beetroot2 uit het blote hoofd spreken • speak ad lib/off the cuff〈 figuurlijk〉 het hoofd verliezen/niet verliezen • lose/keep one's headhij heeft veel aan zijn hoofd • he has a lot of things on his mindje bent niet goed bij je hoofd! • you're out of your (tiny) minddat is mij door het hoofd gegaan/geschoten • it slipped my mindzich iets in het hoofd zetten • get something in(to) one's headhoe haalt hij het in zijn hoofd? • where does he get such an idea?zij kreeg het in haar hoofd om • she took it into her head tozoiets komt niet in mijn hoofd op • it would never enter my head/mind to do such a thingfeiten in zijn hoofd stampen • cramde drank stijgt hem naar het hoofd • the drink is going to his headiets uit het hoofd kennen • learn something by heart/roteik zal die gekheid wel uit mijn hoofd laten • I know better than to do something crazy like thatiemand iets uit zijn hoofd praten • talk someone out of somethingdat zou ik maar uit mijn hoofd zetten • I'd forget it if I were youuit het hoofd spelen/zingen • play/sing from memoryhet hoofd koel houden • keep one's head, stay level-headedper hoofd • per head/capitaper hoofd van de bevolking • per head of (the) population〈 spreekwoord〉 zoveel hoofden, zoveel zinnen • so many men, so many opinions〈 figuurlijk〉 hij stelde zich aan het hoofd van de beweging • he assumed the leadership of the movementaan het hoofd staan van • be at the head of; 〈 leger〉 be in command of; 〈 bedrijf, departement〉 be in charge of7 hoofdbureau • head/main officehoofdingang • main entranceuit hoofde van zijn functie van/als • in his capacity as -
91 immers
1 [toch] after all♦voorbeelden:1 hij komt immers morgen • after all, he's coming tomorrow; he's coming tomorrow, isn't he?dat kon hij immers niet weten! • how was he to know?2 eet die vis niet, de mogelijkheid bestaat immers dat je er ziek van wordt • don't eat that fish, for there is a possibility that it will make you illJan is immers geen onhebbelijk mens • it isn't as if Jan's a rude sort of person -
92 kleden
2 [verwoorden, weergeven] clothe3 [(van kledingstukken) een bepaald effect hebben] suit♦voorbeelden:〈 pregnant〉 zich weten te kleden • know how to dress, have a good dress sensezich kleden voor het diner • dress for dinnerde best geklede vrouw • the best dressed woman3 dat pakje kleedt Sophia goed • that suit suits/becomes Sophia well -
93 kneep
1 [daad van knijpen] pinch2 [indruk van knijpen] pinch (mark)3 [figuurlijk] [kunstgreep] knack♦voorbeelden:daar zit (hem) de kneep • 〈 de essentie〉 that is the crux of the matter; 〈 de moeilijkheid〉 that is the catch -
94 liever
1 rather♦voorbeelden:ik zou liever gaan (dan blijven) • I'd rather go than stayik weet het, of liever gezegd, ik denk het • I know, at least, I think soals je liever hebt dat ik wegga, hoef je het maar te zeggen • if you'd sooner/rather I'd leave, just say solaat ik liever zeggen/liever gezegd • (or) ratherik zie hem liever gaan dan komen • I'm glad to see the back of himniets liever wensen dan • ask for nothing better thanhoe meer, hoe liever • the more the betterhoe meer er misgaat hoe liever ik het heb • the more that goes wrong, the better I like itwe willen liever niet met hem gezien worden • we'd rather not be seen in his companydat heb ik liever niet • I don't like thatliever wel dan niet • as soon as nothij liever dan ik • better him than meik ging nog liever dood dan dat ik … • I'd rather die than …liever rood dan dood • better red than dead -
95 meedelen
1 [deel hebben in] share/participate (in)♦voorbeelden:iemand laten meedelen in • give someone a share ofII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [kennis geven van] inform (of), let know ⇒ 〈 officieel〉 notify, 〈 officieel〉 announce, 〈 berichten〉 report♦voorbeelden:onze verslaggever heeft ons het volgende meegedeeld • our correspondent has reported the following to ustot onze spijt moeten wij u meedelen • we regret to inform youik zal het haar voorzichtig meedelen • I shall break it to her gentlyhierbij deel ik u mee, dat … • I am writing to inform you that … -
96 mij
1 me♦voorbeelden:moet u mij hebben? • are you looking for me?〈 ironisch〉 dan moet je net mij hebben! • well, you know me!dat is van mij • that's mineeen vriend van mij • a friend of minedat is mij te duur • that's too expensive for meII 〈 wederkerig voornaamwoord〉1 myself♦voorbeelden:ik schaam mij zeer • I am deeply ashamed -
97 naam
♦voorbeelden:een man van naam • a man of repute/standingiemand met naam en toenaam noemen • mention someone by (his full) namede eigen naam • one's maiden namehet kan nadelig zijn voor zijn goede naam • it may harm his reputationeen goede/slechte naam hebben • have a good/bad reputation/namedaardoor heeft het beroep een slechte naam gekregen • this has given the profession a bad namezijn naam eer aandoen • live up to one's reputation/namede rol waarmee hij naam heeft gemaakt • the role that made his namedat mag geen naam hebben • that's not worth mentioningde naam hebben (van) rijk te zijn • be said to be richlaat mijn naam erbuiten • leave my name out of thiszijn hond luistert naar de naam Mao • his dog answers to (the name of) Maonaam maken • make a name for oneself (with/as)een collega wiens naam ik niet zal noemen • a colleague who shall remain namelesszijn naam ophouden • live up to one's name/reputationzijn naam ergens onder zetten • sign one's name to somethingde dingen bij de naam noemen • call a spade a spadehij is in naam eigenaar • he is nominally the owner/the owner in name (only)vrij op naam • no legal charges, no law costseen cheque uitschrijven op naam van • make out a cheque tozij heeft vier boeken op haar naam staan • she has four books to her namehet huis staat op zijn naam • the house is in his namete naam stellen van • put in the name often name van, op naam van • in the name ofuit mijn naam • from me, on my behalfiemand van naam kennen • know someone by namewat was uw naam ook weer? • what did you say your name was?de grote namen in het peloton • the big names among the packin naam der wet • in the name of the lawmet name • particularly, in particular -
98 nooit
1 [nimmer] never♦voorbeelden:1 dat is nog nooit vertoond • that is unprecedented/unheard ofbijna nooit • hardly evernooit van mijn leven • never in my lifenooit van gehoord! • never heard of it/himmen kan nooit weten • you never knownooit ofte nimmer • absolutely not, never ever〈 informeel〉 ammenooitniet • definitely not!, no way!dat nooit! • never! -
99 recht
recht1〈 het〉2 [rechtsregels; rechtsgeleerdheid] law3 [rechtspraak] justice4 [proces] court5 [bevoegdheid, voorrecht] right6 [meervoud] [bevoegdheden behorend bij een stand/positie] rights8 [meervoud] [bevoegdheid tot reproductie van een boek/film enz.] (copy)right(s)9 [belasting] duty♦voorbeelden:recht doen aan iets • do justice to something〈 figuurlijk〉 iemand/iets geen recht doen • be unfair to someone/somethinghet recht handhaven • uphold the lawhet recht met voeten treden • trample justice underfootin zijn recht zijn/staan • be within one's rightsje kan je met recht afvragen wat … • you may well wonder what …met recht razend zijn • have good reason to be furiousagrarisch/fiscaal/militair recht • agrarian/fiscal/military lawburgerlijk recht • civil lawhet geschreven recht • written/statute lawhet ongeschreven recht • unwritten/common lawpubliek en privaat recht • public and private lawRomeins recht • Roman lawhet recht in eigen handen nemen • take the law into one's own handsrechten studeren • read/study lawmeester in de rechten • Master of Lawskrachtens recht en gewoonte • by right and customkrachtens/volgens Engels recht • under English lawnaar Nederlands recht • according to Dutch lawrecht doen in een zaak • decide on a caserecht vorderen/zoeken • demand/seek justice4 in rechte iets afdwingen/eisen/vorderen • enforce/demand something in a court of lawhet recht van de sterkste • the law of the jungleaangeboren en verworven rechten • birthrights and acquired rightsdat is mijn goed recht • that is my righthet volste recht hebben om … • have every right to …zijn graad geeft hem het recht om … • his degree qualifies him to …het recht hebben om zijn kinderen te zien • have access to one's childrenniet het recht hebben iets te doen • have no right to do somethingiemand het recht ontzeggen om … • deny someone the right to …evenveel recht van spreken hebben als de rest • have an equal voice with the restgeen recht van spreken hebben • have no right to speakdoor dat te doen had hij geen recht van spreken meer • by doing that he put himself out of courtiedereen heeft het recht om … • everyone has the right to …op zijn recht(en) staan • insist on one's right(s)〈 figuurlijk〉 zijn kwaliteiten komen daar veel beter tot hun recht • he can make far better use of his talents there〈 figuurlijk〉 iemand/iets (niet) tot zijn recht laten komen • do (no) justice to someone/somethingvoor zijn recht(en) opkomen • defend one's right(s)de rechten van de vrouw • women's rightsburgerlijke/politieke rechten • civil/political rightsde oudste rechten hebben • have first claimgeen recht hebben op • have no right/claim tozijn rechten laten gelden • exercise one's rightsrecht hebben/geven op iets • have/give the right to somethingalle rechten voorbehouden • all rights reservedvrij van rechten • free of duties————————recht21 [niet gebogen/bochtig; niet scheef/schuin] straight2 [rechtop] straight (up), upright3 [normaal] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 right 〈 kant van stof〉; direct 〈 evenredigheid〉; 〈 bijwoord〉 directly 〈 evenredig〉♦voorbeelden:op het laatste rechte stuk • on the home straightje bord moet je wel recht houden • you must keep your plate straightde auto kwam recht op ons af • the car was coming straight at usiets recht leggen • put something straightrecht op iemand/iets afgaan • go straight for someone/somethingiets recht snijden • cut something (off) straightrecht omhoog/omlaag • straight up/downiemand recht in de ogen kijken • look someone straight in the eyerecht op zijn doel afgaan • go straight for one's goalrecht van lijf en leden • straight-limbedrecht voor zich uitkijken • look/stare straight aheadrecht op zijn benen staan • stand up straightrecht zitten/staan • sit/stand up straightrecht overeind • straight up, bolt uprightrecht evenredig zijn met • be directly proportional to〈 breien〉 eerst drie averecht, dan drie recht • first three purl, then three plainhet rechte van iets weten • know the ins and outs of somethingII 〈 bijwoord〉1 [formeel] [echt] really2 [precies] straight♦voorbeelden:2 hangt/zit mijn jurk recht? • is my dress straight?ze reden recht op elkaar in • they collided head-onhij woont recht tegenover mij • he lives straight across from merecht tegenover elkaar • face-to-face -
100 soort
♦voorbeelden:in zijn soort • in its way, of its kinddie is enig in zijn soort • that's the only one of its kind, that's a unique specimenin alle soorten en maten • in all shapes and sizes2 eerste soort aardbeien • best-/finest-quality strawberriestweede soort • second grade3 als een soort gijzelaars • like hostages, as it wereje maakt er een soort sport van! • you're making it into a kind of game!II 〈de〉1 [biologie] species♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
not know that — informal used to express one s doubts about one s ability to do something I don t know that I can sum up my meaning on paper … Useful english dictionary
I know that I know nothing — (Ancient Greek: ἓν οἶδα ὅτι οὐδὲν οἶδα en oída hoti oudén oída ; Latin: scio me nihil scire ) is a well known saying which is attributed to the Greek philosopher Socrates. Meaning The well known, paradoxical translation of οἶδα οὐκ εἰδώς, oída… … Wikipedia
To Know That You're Alive — Studio album by Kutless Released June 24, 2008 … Wikipedia
To Know That You're Alive — Este artículo está huérfano, pues pocos o ningún artículo enlazan aquí. Por favor, introduce enlaces hacia esta página desde otros artículos relacionados … Wikipedia Español
Normal People Are People You Don't Know That Well — Studio album by Jackie Martling Released 1981 Genre Comedy Length … Wikipedia
I Want You to Know That There Is Always Hope — Infobox Album Name = I Want You to Know That There Is Always Hope Type = studio Artist = I Was a Cub Scout Released = 18 February 2008 Recorded = 2007 Genre = Synthpop, Indie, Emo Length = 48:25 Label = Abeano XL Producer = Hugh Padgham Reviews … Wikipedia
I Didn't Know That — infobox Television show name = I Didn t Know That caption = genre = Science format = Documentary runtime = 30 mins creator = Richard Ambrose and Jonny Phillips starring = Richard Ambrose and Jonny Phillips narrated = Vicki Butler Henderson… … Wikipedia
I Didn´t Know That — o Yo no sabia eso o No lo sabia, en español, es una serie científica cuya trama es descubrir los hechos que tienen las cosas de la vida cotidiana. El programa es producido por Channel One de Inglaterra para National Geographic Channel. Es… … Wikipedia Español
know better — To be wiser, better instructed (than to do this or that) • • • Main Entry: ↑know * * * know better see ↑know, 1 • • • Main Entry: ↑better know better 1 : to be smart or sensible enough not to do something … Useful english dictionary
that — [ ðæt ] function word *** That can be used in the following ways: as a determiner (followed by a noun): Give me that hammer. as a demonstrative pronoun (without a following noun): Who gave you that? as a conjunction (connecting two clauses): I… … Usage of the words and phrases in modern English
know — [nō] vt. knew, known, knowing [ME knowen < OE cnawan, akin to OHG cnāhan < IE base * ĝen , *ĝnō , to know, apprehend > CAN1, KEN, L gnoscere, to know, Gr gignōskein] 1. to have a clear perception or understanding of; be sure of or well… … English World dictionary