-
1 flame out/up
flame out/up(razend) opvliegen, opstuiven 〈 van personen〉 -
2 flame out
v. falen -
3 flame
n. vlam, vuur, hitte; geliefde, liefde--------v. (Internet) flamen, beledigende woorden schrijven over iemand; onophoudelijk en fanatiek schrijven of uitvaren over een ontzettend dom onderwerp met uitzonderlijk absurde houding en met wrok tegen een bepaalde persoon of bevolkingsgroep op het Internet;--------v. branden; aansteken; schijnen; ben; (computers-internet) verbranden, beledigen, beledigende of dreigende e-mail sturenflame1[ fleem] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 geliefde ⇒ liefde, passie♦voorbeelden:1 in flames • in vlammen, in vuur en vlamburst into flame(s) • in brand vliegenfan the flame(s) • het vuur(tje)/de passie/liefde aanwakkeren————————flame2〈 werkwoord〉2 schitteren ⇒ gloeien, blozen♦voorbeelden: -
4 burst
n. uitbarsting; uitbraak; serie schoten--------v. barsten; breken; uitbreken; brekenburst1[ bə:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 los/uitbarsting ⇒ ontploffing; demarrage2 barst ⇒ breuk, scheur♦voorbeelden:burst of flame • steekvlamburst of laughter • lachsalvo————————burst21 (door/los/uit)barsten/breken ⇒ uit elkaar spatten/springen/vliegen2 op barsten/breken/springen staan ⇒ barstensvol zitten♦voorbeelden:the bottle burst • de fles spatte uiteenthat boy'll eat till he bursts • dat joch eet zich te barstenthe storm burst • de storm brak losburst away • wegrennen, zich losrukkenburst forth/out • uitroepen, uitbarstenburst out crying • in huilen uitbarstenthe sun burst out • plotseling brak de zon doorburst into the bedroom • de slaapkamer komen binnenvallenburst into blossom • in bloei schietenburst into flames • in brand vliegenburst into sight/view • (plotseling) in zicht komenburst (out) into song • in gezang losbarstenburst into tears • in tranen uitbarstenburst out of one's clothes • uit zijn kleren barstenburst with joy • dolgelukkig zijn→ burst in burst in/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 door/open/verbreken ⇒ forceren, inslaan, intrappen♦voorbeelden:burst a blood-vessel • een aderbreuk hebben/krijgenburst a door (open) • een deur intrappen/rammenburst a tyre • een lekke band hebben -
5 dead
adj. dood; levenloos, gevoelloos; absoluut; pal; dode; holst--------adv. compleet, totaal; zeker; (Slang) extreem, heel (Bv. "Our vacation in the Bahamas was dead good")--------n. dood; ten midden (van), in de kern (van)dead1[ ded] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoogte/dieptepunt♦voorbeelden:the dead of winter • hartje winter————————dead2〈 deadness〉1 dood ⇒ overleden, gestorven3 onwerkzaam ⇒ leeg, uit, op♦voorbeelden:leave for dead • voor dood achterlatenthe dead • de dode(n)raise from the dead • uit de dood wekkenrise from the dead • uit de dood opstaandead coal • dove/ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉dead flame • uitgedoofde vlamdead match • afgebrande luciferthe radio is dead • de radio is uitgevallen/doet het niet (meer)cut out (the) dead wood • ontdoen/verwijderen van ballast/overbodige franje¶ dead as a doornail/as mutton • morsdood, zo dood als een pier〈 slang〉 dead duck • mislukk(el)ing, verliezerdead end • doodlopende straat; impasse, dood puntcome to a dead end • op niets uitlopen〈 sport〉 dead heat • gedeelde eerste (tweede enz.) plaatsbeat/flog a dead horse • oude koeien uit de sloot halenstep into a dead man's shoes • iemand opvolgenwait for a dead man's shoes • op iemands bezit/erfenis/baantje azen〈 informeel〉 dead from the neck up • hersenloos, stompzinnigdead nettle • dovenetelQueen Anne is dead • (dat is) oud nieuwsdead weight • dood gewicht, dode last; 〈 techniek, technologie〉deadweight, draagvermogen, eigen gewicht; 〈 figuurlijk〉 ongedekte schuldgo dead • vastlopen, niet verder kunnen; 〈 figuurlijk〉 opgeven; verbroken worden, uitvallen 〈 van verbinding〉〈 informeel〉 I wouldn't be seen dead in that dress/in there • voor geen geld/goud zou ik me in die jurk/daar vertonenI'll see you dead first • over mijn lijkII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 volkomen ⇒ absoluut, compleet♦voorbeelden:in dead earnest • doodernstigdead silence • doodse stilteon a dead level • precies naast elkaar¶ the dead spit of (his father) • het evenbeeld van/precies (zijn vader)————————dead3〈 bijwoord〉2 pal ⇒ vlak, onmiddellijk♦voorbeelden:dead certain • honderd procent zekerdead drunk • stomdronkendead easy • doodsimpelbe dead right • groot gelijk hebbendead slow • met een slakkengangdead straight • kaarsrechtstop dead • stokstijf blijven staandead tired/exhausted • doodop, bekaf2 dead ahead of you • pal/vlak voor je (uit) -
6 sea
adj. zee---------n. zee; oceaan; golf[ sie:]2 zeegolf ⇒ baar; sterke golfslag4 maanzee♦voorbeelden:go to sea • zeeman wordenput (out) to sea • uitvarenat sea • op zeebeyond (the) seas • overzee(s)by sea and by land • te land en ter zeetravel by sea • over zee/met de boot reizenthe seven seas • de zeven oceanen2 heavy sea • onstuimige/zware zeeseas mountains high • huizenhoge golvenlong/short sea • kalme/woelige zee
См. также в других словарях:
Flame-out — auch: Flame|out 〈[flɛımaʊt] m. 6; bei Flugzeugen〉 Ausfall eines Triebwerks infolge Treibstoffmangels [<engl. flame „flammen, glühen“ + out „aus“] * * * Flame out [ fleɪm|a̮ut , fleɪm |a̮ut ], der; s, s [engl. flame out, eigtl. = Zu Ende… … Universal-Lexikon
flame out — (of a jet engine) lose power through the extinction of the flame in the combustion chamber. → flame flame out informal, chiefly N. Amer. fail conspicuously. → flame … English new terms dictionary
Flame-out — auch: Flame|out 〈[flɛımaʊt] m.; Gen.: s, Pl.: s; bei Flugzeugen〉 Ausfall eines Triebwerks infolge Treibstoffmangels [Etym.: <engl. flame »flammen, glühen« + out »aus«] … Lexikalische Deutsches Wörterbuch
Flame-out — [ fleimaut] der; , s <aus gleichbed. engl. flame out, zu to flame out »Schubkraft durch Triebwerksausfall verlieren«> durch Treibstoffmangel bedingter Ausfall eines Flugzeugstrahltriebwerks … Das große Fremdwörterbuch
flame|out — «FLAYM OWT», noun. 1. the sudden failure of a jet engine to function, because the flame has gone out, especially while in flight. 2. a spectacular failure, likened to a fiery crash. »The global dot com boom and bust is littered with flameouts.… … Useful english dictionary
flame-out — flame′ out n. aer. the failure of a jet engine due to an interruption of the fuel supply or to faulty combustion • Etymology: 1945–50 … From formal English to slang
flame out — intransitive verb : to burn out (sense 2) * * * flame out 1. Of a jet engine, to lose power when the flame dies out 2. To fail dramatically (informal, esp N American) • • • Main Entry: ↑flame * * * (of a jet engine) lose power through the… … Useful english dictionary
flame out — verb Of processes and equipment involving combustion, to fail due to extinction of flame. If on flame out, steam pressure goes below 75 you must go back on gas to return [....] The grievant replied that If he did so, the boiler would flame out … Wiktionary
flame-out — noun a) The act of flaming out or burning out; extinguishing. The company was one of Silicon Valleys more famous dot com flame outs. b) The act of quitting or failing, especially due to overwork, or in a dramatic manner. See Also: flame out,… … Wiktionary
flame-out — noun 1. the failure of a jet engine caused by an interruption of the fuel supply or by faulty combustion • Topics: ↑jet engine • Hypernyms: ↑power outage, ↑power failure 2. a complete or conspicuous failure the spectacular flame out of the… … Useful english dictionary
flame·out — /ˈfleımˌaʊt/ noun, pl outs [count] 1 : a sudden stopping of a jet engine 2 US, informal : a very sudden and complete failure Fans were disappointed by the team s flameout in the play offs. see also flame out at ↑ … Useful english dictionary