-
1 bind someone over to keep the peace
English-Dutch dictionary > bind someone over to keep the peace
-
2 bind
v. binden; verplichten; zich houden aanbind1[ bajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 binding ⇒ band, gebondenheid♦voorbeelden:————————bind21 (aaneen)plakken ⇒ zich (ver)binden, vast/hard/dik worden♦voorbeelden:heat causes clay to bind • door de hitte wordt klei hardII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (vast)binden ⇒ bijeenbinden, boeien2 bedwingen ⇒ aan banden leggen, hinderen3 verplichten ⇒ verbinden, dwingen4 verbinden ⇒ omwinden, omwikkelen6 binden ⇒ dik/hard/vast(er) maken♦voorbeelden:2 be snow-bound • vastzitten in/door de sneeuwshe felt bound down by the regulations • ze voelde zich aan banden gelegd door de bepalingen3 she's bound to come • ze moet (wel)/is verplicht te komen, ze zal zeker komenbind someone to secrecy • iemand tot geheimhouding verplichtenhe's bound up in his job • hij gaat helemaal op in zijn werk→ bind over bind over/ -
3 bind over
(onder borgstelling) verplichten zich voor het gerecht te verantwoordenbind over〈 juridisch〉♦voorbeelden:1 bind someone over to keep the peace • iemand onder toezicht plaatsen (in het belang van de openbare orde) -
4 hand
adj. handig, v.d. hand--------n. hand; handschrift; wijzer; 4 inch; kaarten i.d. hand van kaartspeler; arbeider; matroos--------v. aanreiken, doorgeven, geven; helpenhand1[ hænd]1 hand2 voorpoot3 arbeider ⇒ werkman; bemanningslid9 kant ⇒ zijde, richting♦voorbeelden:with bare hands • met de blote handchange hands • van hand verwisselenhold/join hands • (elkaar) de hand gevenread a person's hand • iemand de hand lezenshake someone's hand, shake hands with someone • iemand de hand drukken/geven/schuddenwring one's hands • ten einde raad zijnhands off! • bemoei je er niet mee!hands up! • handen omhoog!close/near at hand • heel dichtbijgo from hand to hand • van hand tot hand gaanAjax has a game in hand • Ajax heeft een wedstrijd minder gespeeldhand in hand • hand in handmake/earn money hand over fist • geld als water verdienenall hands on deck! • alle hens aan dek!be a poor hand at something • geen slag van iets hebbenhave a good/bad/poor hand • goeie/slechte kaarten hebbenoverplay one's hand • te veel wagen, te ver gaanplay into someone's hands • iemand in de kaart spelenshow/reveal one's hand • zijn kaarten op tafel leggenunderplay one's hand • niet het achterste van zijn tong laten zienon the one/other hand • aan de ene/andere kantwait on/serve someone hand and foot • iemand op zijn wenken bedienenbe hand in/and glove with someone • dikke vrienden zijn met iemandthey are hand in glove • ze zijn twee handen op één buikput one's hand in one's pocket • dokkenhave one's hand in the till • de kas lichter makennever do a hand's turn • nooit een vinger uitstekenbe/go hand in hand • samengaanhe has bitten the hand that fed him • hij bevuilde het eigen nestnot do a hand's turn, not lift a hand • geen hand uitstekenforce someone's hand • iemand tot handelen dwingengrease/oil someone's hand • iemand omkopenkeep your hands off! • hou je handen thuis!lay/put one's hand on • de hand weten te leggen oplift/raise a/one's hand to/against someone • iemand bedreigensit on one's hands • niets doenstrengthen one's hand • zijn positie verbeterentake/carry one's life in one's hands • zijn leven riskerenthrow in one's hand • zich gewonnen geventhrow up one's hands, throw one's hands up in the air • het opgevenmy hands are tied • ik ben machteloostip one's hand • zich in de kaart laten kijkenturn/set/put one's hand to something • iets ondernemen〈 eufemistisch〉 where can I wash my hands? • waar is het toilet?wash one's hands of something • zijn handen van iets aftrekkenwin hands down • op één been winnenat the hands of someone, at someone's hands • van(wege)/door iemandsuffer at someone's hands • onder iemands handen lijdenbring up a kitten by hand • een katje met de fles grootbrengenlive from hand to mouth • van de hand in de tand levenhave money in hand • geld ter beschikking hebbencash in hand • contanten in kasthe work is well in hand • het werk schiet goed opwe have plenty of time in hand • we hebben nog tijd genoegthe matter in hand • de lopende zaakhold oneself in hand • zich beheersenbe on hand • beschikbaar zijnrefuse something out of hand • iets botweg weigerenhave someone eating out of one's hand • iemand volledig in zijn macht hebbento hand • bij de hand, dichtbijready to hand • kant-en-klaarcome to hand • in het bezit komenyour letter is to hand • uw brief is aangekomena hand-to-mouth existence • een leven van dag tot dag; 〈 ongeveer〉te veel om dood te gaan, te weinig om van te levenwith one hand (tied) behind one's back • zonder enige moeite(at) first/second hand • uit de eerste/tweede hand2 hulp ⇒ steun, bijstand3 controle ⇒ beheersing, bedwang♦voorbeelden:write a legible hand • een leesbaar handschrift hebbengiven under his hand and seal • door hem eigenhandig geschreven en bezegeld3 have/take the situation well in hand • de toestand goed in handen hebben/nementake in hand • onder handen nemenget out of hand • uit de hand lopenhere's my hand (up)on it! • mijn hand erop!win a woman's hand • de liefde van een vrouw winnentake a hand (in) • een rol spelen (in)he died by his own hand • hij sloeg de hand aan zichzelfget one's hand in at something • iets onder de knie krijgenhave/keep one's hand in • in oefening blijven, bijhouden→ upper upper/1 macht ⇒ beschikking, gezag♦voorbeelden:change hands • in andere handen overgaan/van eigenaar veranderenput/lay (one's) hands on something • de hand leggen op ietsthe matter is completely in your hands now • u hebt de zaak nu volledig in eigen handthe matter is in the hands of the police • de zaak is in handen van de politiethe children are off my hands • de kinderen zijn de deur uittake something off/out of someone's hands • iemand iets uit handen nemenhave something on one's hands • verantwoordelijkheid dragen voor ietshave time on one's hands • tijd zat hebben————————hand2〈 werkwoord〉1 overhandigen ⇒ aanreiken, (aan)geven2 helpen ⇒ een handje helpen, (ge)leiden♦voorbeelden:hand back • teruggevenhand round • ronddelen2 hand someone into/out of a bus • iemand een bus in/uithelpen
См. также в других словарях:
bind someone over — (of a court of law) require someone to fulfil an obligation, typically by paying a sum of money as surety. → bind … English new terms dictionary
bind someone over — usu. be bound over (of a court of law) require someone to fulfill an obligation, typically by paying a sum of money as surety he was bound over for trial on a felony charge … Useful english dictionary
bind somebody over — … Useful english dictionary
bind — ► VERB (past and past part. bound) 1) tie or fasten tightly together. 2) restrain (someone) by tying their hands and feet. 3) wrap or encircle tightly. 4) hold in a united or cohesive group or mass. 5) impose a legal or contractual obligation on … English terms dictionary
bind — bind1 [baınd] v past tense and past participle bound [baund] ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(tie/fasten)¦ 2¦(form a connection)¦ 3¦(make somebody do something)¦ 4¦(stick together)¦ 5¦(book)¦ 6¦(stitch)¦ Phrasal verbs bind somebody over ▬▬▬▬▬▬▬ [: Old English; O … Dictionary of contemporary English
bind over — verb order a defendant to be placed in custody pending the outcome of a proceedings against him or her The defendant was bound over for trial • Topics: ↑law, ↑jurisprudence • Hypernyms: ↑confine, ↑detain • Verb Frames … Useful english dictionary
bind — 1 verb past tense and past participle bound, 1 TIE/FASTEN (T) formal or literary a) to tie someone so that they cannot move or escape: They bound my arms and legs with rope. | bound and gagged (=tied up, and with cloth tied around your mouth so… … Longman dictionary of contemporary English
bind — [c]/baɪnd / (say buynd) verb (bound, binding) –verb (t) 1. to make fast with a band or bond. 2. to swathe or bandage. 3. to fasten around; fix in place by girding. 4. to cause to cohere or harden. 5. to unite by any legal or moral tie: bound by… …
bind — verb (past and past participle bound) 1》 tie or fasten (something) tightly together. ↘restrain (someone) by tying their hands and feet. ↘wrap or encircle (something) tightly. 2》 hold in a united or cohesive group or mass. ↘hold or… … English new terms dictionary
bind over — vt 1: to put under a bond to do something (as appear in court) under court authority 2: to transfer (a case or defendant) to another forum after a finding of probable cause at a preliminary hearing ◇ In states that require indictment by a grand… … Law dictionary
BIND — Developer(s) Internet Systems Consortium Stable release 9.8.1 P1 / November 16, 2011; 4 days ago (2011 11 16) Preview release 10 devel 20111014 / October 14, 2011; 37 days ago … Wikipedia